Herdenken en Ereschulden Rijker
Een Gok
Albert Hippolyte
Falkenberg
Onder de leus "Wij mogen het niet
vergeten" worden jaar in jaar uit herden
kingen georganiseerd. Ook woordvoer
ders uit regeringskringen beamen dit
dringende advies van herdenkings
verenigingen: "Wij mogen het niet ver
geten".
Bedoelen ze werkelijk dat ik me moet
blijven herinneren hoe we, na de kampen
op Java en de barbaarse executies die
er voor onze ogen plaats vonden, als vee
werden getransporteerd naar Japan;
waar we in Nagasaki tot slavenarbeid
op de scheepswerf werden gedwongen;
hoe gedurende de eerste winter de
slechte behuizing en ondervoeding
resulteerde in ziekte en dood van vele
kampgenoten?
Menen de zegslieden met hun "We
mogen het niet vergeten" dat ik beelden
moet kunnen blijven oproepen uit de
ellende van de krijgsgevangenkampen
en daarna de herinneringsbeelden van
leven en dood op de ruïnes van Nagasaki
gedurende de minuten, uren en dagen
na de vernietigende werking van de
atoombom die ook ons kamp wegvaagde
en ook van ons slachtoffers vroeg? Mag
ik geen afstand doen van de herinne
ringen aan de ellende die de nasleep
van de oorlog voor Indië en voor ons ex-
krijgsgevangenen in petto had? De ver
beten gevechten in de operatiekamer
van noodhospitalen achter het front
voor de levens van de gewonden die
vielen gedurende, wat zo vredelievend,
politionele acties genoemd worden? Er
is voor mij, werkend in de operatiekamer
niet één actie gewonnen. Wij zagen
altijd de verliezen.
Nee, oorlogsherinneringen zijn enkel
goed om haat levend te houden en
werkend aan morgen kan ik vandaag de
haat niet gebruiken die de gebeurtenis
sen van gisteren, 45 jaar geleden, op
roepen.
"Wat voor advies heb ik? Mijn formulier
plus dertig gulden is op weg naar Neder
land. Wat u doet moet u zelf beslissen.
Het is een gok, jazeker. Wat is dertig
gulden? Het is heel goed mogelijk dat
de Verenigde Naties het met ons eens
is, maar dat Japan weigert te betalen.
Persoonlijk zie ik het als een uitoefening
van mijn emotionele behoefte om er
zeker van te zijn dat ik als een persoon,
tezamen met anderen, alles heb gedaan
om het leed dat mij is aangedaan (hoe
lang geleden dat ook is), nu te kunnen
compenseren met tienduizend dollar
(dat is ongeveer het totale bedrag per
persoon). Geld kan niet "goed maken"
wat mij - en ons allen - is aangedaan.
Leo Vroman dichtte:
Kom vanavond met verhalen
dat de oorlog is verdwenen
herhaal ze honderd malen
alle malen zal ik wenen
Ze verwachten toch niet, dat ik de
verhalen, die ik mezelf vertellen kan,
avond in avond uit ga herhalen, zodat ik
blijf wenen?
Nu menen creatieve geesten een oplos
sing gevonden te hebben voor het weg
werken van de herinneringen aan trau
matische gebeurtenissen waar Japan
aan schuldig is. Geld! en geld kunnen
we altijd gebruiken.
De schuld van Japan kreeg de naam
ereschuld.
Wat eer? Wiens eer? Van de Japanse
barbaren die me geslagen en geschopt
hebben omdat ik vergat hun de eer te
bewijzen met een buiging?
Dagen ben ik doof geweest van de
vuistslagen tegen mijn hoofd. En de
stoten met de kolf van een geweer
tegen mijn borstkas deden ademen ge
durende weken pijnlijk zijn. De eer van
de slavendrijvers op de scheepswerf?
Wordt de als vernederend ervaren sla
vernij op de scheepswerf na voldoening
van de ereschuld "betaald werk aan de
oorlogsinspanning van Japan "eerbaar?
Is de schuld van de Japanse kampleiding
voor het ontbreken van medicijnen waar
mee vele zieke kampgenoten gered
hadden kunnen worden na ontvangst
van geld vereffend?
Mijn God, moet ik nog meer van dit
soort ellendige vragen stellen naar aan
leiding van de activiteiten van de Stich
ting Japanse Ereschulden?
Voor de vereffening van schuld was
voor mij Het Onze Vader voldoende.
RENÉ SCHAFER
Maar op mijn oude dag (en jullie oude
dag!) is dit bedrag heus welkom om het
om te zetten in "wat mij genoegen
doet".
Er is diep in mij geen gevoel van "wraak"
- zoals mijn mede ex-POW'ers tegen
elkaar zeggen: 'The fact that we survived
is revenge in itself". Een ieder moet dus
voor zichzelf weten wat hij of zij beslist.
Het leven is vaak een grote gok - het
hangt ervan af of je er nog één bij wil
maken!
Willem F. Wanrooy
ex-POW Pekanbaru;
overlevende Junyo Maru.
Dit weekend heb ik ervover nagedacht
en kwam tot een besluit voor mezelf.
Wellicht is de Moesson-redactie over
stelpt met telefoontjes en brieven be
treffende deze, zo na aan het hart lig
gende kwestie.
Persoonlijk vind ik het volgende:
Wij hebben geprobeerd het hoofd hoog
te houden onder soms verschrikkelijke
omstandigheden. Ik denk aan de men
sen van de Birma Railroad, de vrouwen
en kinderen in de kampen, de vrouwen
en kinderen van die verschrikkelijke
mars in Sumatra ("A town called Alice")
en die vele, vele andere geïnterneerden.
En dan mijn oude waardige grootmoe
der, die van Bandoeng uiteindelijk in de
gevangenis in Batavia belandde.
Gaf onze Gouverneur-Generaal Tjarda
van Starkenborgh Stachouwer zelf ons
niet de toon aan en zullen we dat alles
met onze waardigheid en eer nu te
grabbel gooien, voortien dollar per dag?
Ik weet wel; mij oudste zuster is in die
tijd bijna gestorven aan tyfus en er
waren geen medicijnen voor haar. En ik
weet wel; mij tweede zuster had wonden
aan haar benen vanwege de beri-beri en
dat nam vele jaren om te helen. Ze heeft
er nog de littekens van. Ook weet ik dat
wij alle drie trachoom, die oogziekte,
kregen. Door toedoen van Dr. Wawo-
roentoe in Soekaboemi zijn wij nu niet
blind (wij zaten niet in het kamp; pas
later na de capitulatie van Japan).
Zijn wij die het overleefden, er niet rijker
in levenservaring door geworden? Zullen
we nu als bedelaars onze eer verguizen
voor tien dollar per dag? En is dit een
waardig epitaph voor de mensen die het
niet overleefden? Ik zeg het wellicht een
beetje krom maar, dit zijn mijn gedachten
en persoonlijk wijs ik het invullen van
het formulier Stichting Japanse Ere
schulden af.
E. LUNN-HAGTINGIUS
Toronto - Canada
Op 2 augustus 1 990 is in de ouder
dom van 91 jaar overleden mijn
liefdevolle en toegewijde echtgenoot
geboren te Bandung
24 augustus 1898
Zijn echtgenote
C. E. Falkenberg-Kluyver
Kinderen, kleinkinderen
en achterkleinkinderen
Falkenberg
Kinderen, kleinkinderen
en achterkleinkinderen
Edwards van Muijen
7