Vanuit de diepte
Home Sweet Home
Tigh na Mara
BIJLAGE VAN HET INDISCH TIJDSCHRIFT MOESSON
SEPTEMBER 1990
Af en toe duiken in een verhaal kleine,
onbetekenende bijzonderheden op waar
van men denkt: die zijn niet verzonnen,
dat voorwerp, dat gezicht, dat voorval
heeft de schrijver in werkelijkheid zo
gezien. De details, onbelangrijk en alle
daags als ze zijn, krijgen op een of
andere wijze in een verhaal de autoriteit
van het werkelijk gebeurde.
Georges Simenon beschrijft bijvoor
beeld in een roman die speelt in de tijd
van de onverwarmde slaapkamers, hoe
op een koude winternacht een volle
lampetkan gebarsten is. De klomp ijs,
precies in de vorm van de kan, is uit het
raam gegooid en dagenlang, in de voort
durende vrieskou, blijft die ijs-lampetkan
op straat liggen...
Dan denk je als lezer: dat moet Simenon,
waarschijnlijk als kind, zelf eens gezien
hebben. Een kind bewaart zoiets in zijn
herinnering en als hij later een verhaal
schrijft, kan dat beeld uit de diepte
opkomen met de geloofwaardigheid van
het werkelijk geziene.
Op de dagelijkse rit van s.f. Modjoagoeng
naar de school in Modjokerto passeer
den we een hek dat het voorerf van een
Javaanse woning afsloot. Het hek was
keurig onderhouden, spierwit geverfd
de lange latten, glimmend zwart de
korte dwarslatten. Door het hele hek
slingerde zich een wingerd, met fel
groene bladeren en knalrode bloemen.
Dat was een soort mijlpaal waar ik be
wust naar uitkeek; ik wachtte op dat
hek met de felle, frisse kleuren, wit-
zwart-groen-rood, zo helder en schoon
alsof ze net door de regen gewassen
waren.
Dat beeld, waar verder geen betekenis
aan vast zit, is op een of andere manier
WW4
ook bewaard gebleven, net als de komie
ke lampetkan van ijs van Simenon. Dan
vraag je je af, waarom onthoud je zulke
nietige dingen en waarom komen ze af
en toe op uit de diepte?
Bestaan ze alleen om eventueel gebruikt
te worden in een verhaaltje? Dat is dan
bij deze gebeurd.
GREET GAUDREAU
De Tweeling
Meer dan 80 jaar geleden zijn mijn
grootouders van mijn moeders kant van
Soera baia naar Lawang verhuisd, alwaar
mijn grootvader een 4-tal huizen bezat.
Deze waren gelegen voorbij het station
aan de grote straatweg van Soerabaia
naar Malang.
In het eerste huis van het station af zijn
mijn grootouders ingetrokken, de andere
werden verhuurd. Genoemde huizen
lagen vlak tegen de spoorbaan aan en
als kleine kinderen keken wij met diep
ontzag naar de locomotieven die met
donderend geraas hun trein van passa
giers- en goederenwagons de helling
opwerkten naar Malang toe.
Mijn moedertrad op vrij jonge leeftijd in
het huwelijk en werd er niet lang daarna
een tweeling geboren, mijn zusteren ik,
luisterend naar de naam van Marie en
Willie. Mijn grootvader moet van dit feit
zo ondersteboven zij geweest dat hij
twee naast elkaar liggende woningen
onze voornamen heeft gegeven.
Vóór ons gedwongen vertrek uit ons
vaderland in april 1 958 heeft een ken
nis mij in de gelegenheid gesteld
om per auto Lawang nog eens te
bezoeken. Waarachtig daar stonden ze
"Willie en Marie", een beetje verouderd,
broederlijk naast elkaar.
Wij zijn 33 jaren verder en ik heb mij
dikwijls afgevraagd wat van die huizen
is overgebleven.
W.J. DEN HOND
Mijn vader werkte op meerdere suiker
fabrieken, waardoor wij regelmatig van
woonplaats veranderden. Zodoende
hebben mijn ouders nooit een naam aan
de tijdelijke huizen gegeven.
Ook nadat ik getrouwd was kreeg ons
huis geen naam. Wij woonden op een
koffie-onderneming in de udik tussen
Magelang en Ambarawa. Een huis
naam was niet nodig, we waren de
enige "blanda's" in die omgeving en
dus alom bekend. (1 950-1 959).
In 1 961 als repatriant met 4 kinderen,
werden we na 2 dagen in een opvang
centrum in Amsterdam doorgezonden
naar Twello. De goede Gemeente-amb
tenaren zorgden er voor, dat ik een
huurhuis kreeg, slechts 3 huizen verder
van mijn moeder. Dit was een gezegende
oplossing, want ik ging uit werken om
de 4 kinderen groot te brengen. Het
was een rijtjeshuis en geen naam was
nodig.
In 1 979 verliet ik hertrouwd Nederland
en kwam in Ierland op het platteland te
wonen. Dat is geen juiste term, want we
wonen op heuvels, die neerkijken op
een baai, die verbonden is met de Atlan
tische Oceaan. Het huis was een be
staand huis en had de naam "Bay View".
Een afgezaagde naam in Ierland.
Wij herdoopten het in "Tigh na Mara"
(spreek uit: "Tick na Mara"), dat bete
kent "Huis aan Zee". Als zodanig staan
we bij de post en bekenden bekend.
Buiten de grote steden heeft niemand
een huisnummer, vandaar de naam
geving.
Van een andere Nederlander weten wij,
dat hun huis "Our Stek" heet. Ook
origineel en gemakkelijk herkenbaar,
vooral voor Nedelanders, die een beetje
dialect kennen.
Indische L.A.R.K. (Leeuwerik)
(lees verder pag. T-4, 3e kolom)
T-1