Swing Session "DUTA GUESTHOUSE" INDONESIA Voor uw parties en reünies Sophisticated dansmuziek en gitaarballads kind liefheeft, het niet aan de baboe overlaat of alhans zoo weinig mogelijk. Europeesche moeders, die in de tropen ondanks het uitputtende klimaat zelf de zorg voor hun kroost op zich nemen en nooit uit handen geven, verdienen daarom meer bewondering dan men zoo oppervlakkig zou denken. Helaas zijn er in de tropen niet veel blanke moeders, die zóó hun moederplicht begrijpen. Nu komen we bij de volgende phase, die van den schooltijd. In de eerste plaats moet ik nu opmerken, dat het Indische kind in weerwil van zijn schijn bare ongebreidelde vrijheid nu toch reeds eenvoudige genoegens moet gaan missen, die een Europeesch kind van zijn leeftijd als vanzelfsprekend beschouwt. Daar is de verbazende hitte, die het belet om overdag te ravotten in de gloeiende zon, en die het na school- tijd.de Indische schooltijden zijn van acht tot een uur, dwingt om in zijn slaapkamer onder de klamboe te gaan rusten, tenzij het zich stilletjes uit de voeten maakt en aan ouderlijk toezicht ontsnappend zijn heil gaat zoeken op eigen of naburige erven. En daar komt het dan onvermijdelijk in contact óf met vriendjes, die ook aan de ouderlijke controle ontsnappen, óf met de inland- sche bedienden, die in de middaguren op het achtererf hun dolce far niente genieten. En nu zal ik er maar dadelijk aan toevoegen, dat meer nog dan in allerprilste jeugd het contact met de baboe op dezen leeftijd het contact met andere mannelijke en vrouwelijke in- landsche bedienden voor onze jeugd allerbedenkelijkst kan zijn. De inlander heeft nu eenmaal een andere moraal dan wij, die zeker niet het minst op sexueel gebied met de onze verschilt. Ik kan ook hierover niet verder uitweiden, doch moet volstaan met te zeggen, dat de omgang met inlanders voor onze kinderen groote gevaren voor geest en ook voor lichaam kan beteeken en on gelukkigerwijs ook tallooze malen het treurige bewijs daarvan is geleverd. Ander onschuldig genoegen, dat kinde ren maar ook ouders in Indië moeten missen: wij nemen onze kinderen mee naar buiten, gaan op vrije middagen en in de vacanties met onze zonen en dochters wandelingen en tochten ma ken, fietsen, picniccen, kampeeren, zei len enzoovoort. De Indische natuur, het Indische klimaat, het zal den leezer uit de volgende hoofdstukken van dit boek waarschijnlijk blijken, leent zich daartoe niet en evenmin de levenswijze der ouders en de werkzaamheden van den vader. Althans niet in het laagland en in de steden, in het bergland en op de ondernemingen in de bergen zijn de omstandigheden daarvoor iets gunsti ger. Het onderwijs op de Europeesche lagere scholen is goed. Ookde omgang metde andere leerlingen geeft nog geen al te groote zorgen, omdat de ouders gezien den jeugdigen leeftijd hunner kinderen in deze periode, dien omgang nog vrij wel geheel in de hand hebben. De moeilijkste periode komt, wanneer de kinderen de lagere school verlaten en de tijd is gekomen voor H.B.S. of Gymnasium. De tijd ligt niet zoo heel ver achter ons, dat het middelbaar en voor bereidend hooger onderwijs in Indië van dien aard was, dat aarzelen tus- schen dit en het Hollandsche onmogelijk was. Men had geen keus en moest de kinderen naar het moederland sturen. Dat vergemakkelijkte in elk geval het groote besluit om wat het liefste was te laten gaan, al viel de scheiding ook even zwaar. Tegenwoordig is dat anders. Het middelbaar onderwijs in Indië is enorm verbeterd en dat behoeft dus in vele gevallen niet langer de reden te zijn, waarom men van zijn kinderen zal moe ten scheiden. Er kunnen echter andere redenen zijn. Ik heb reeds gewezen op de vroegrijp heid der Europeesche kinderen in het tropische land. Die vroegrijpheid, die maakt dat de kinderen op jeugdigen leeftijd reeds geen kinderen meer zijn, kan voorkomen of althans in haar ge volgen geneutraliseerd worden door tijdig overplanten naar Europa. Wan neer ze echter blijven, dan zal die vroeg rijpheid bij het contact met de rijpende en rijpe jeugd van Indische H.B.S. en Lyceum hare gevaren met zich dragen. En nu moet men bedenken, dat die Indische schooljeugd op de bedoelde inrichtingen niet langer volbloed Euro peesch is doch gewoonlijk talrijke ele menten bevat van zeer gemengden bloede en voor een gedeelte afkomstig is van alle landaarden, die in Jan Oost gevonden worden. Het Europeesche kind komt hier dus op een voor indruk ken en ervaringen zeer ontvankelijken leeftijd wel in een zeer speciaal milieu, dat wij in eigen land en in normale omstandigheden zeker nimmer voor onze kinderen zouden kiezen. En het Europeesche kind is juist nu op een leeftijd gekomen, waarop de ouders misschien nog wel macht en controle hebben over het lichaam maar niet langer over den geest. Prawirotaman Str. 26, Yogyakarta 55153 - Tel. (0274) 5064 - Fax 0062-274-5064. Rustig, schoon; zwembad, kmrs. m. douche en toilet; Ned. spr. eig. Kmr. pr. p. dg. 2 pers. incl. ontb., belasting, bediening, avond-thee+ gebak: met fan 9.- tot 18.25; met AC 20.50 en 23,-. Economie kmrs. 2-pers. 5,- incl. ontb-bel.- bed. Voor res./inform. direkt naar DUTA G.H. DANSCOMBO J.A. (Fons) Phefferkorn Barnsteenhorst 51, 2592 EB Den Haag, telefoon: 070 - 3473935 of 070 - 3549905. Daar is nog iets anders de overweging waard. Wij Nederlanders leven in Indië in een land, dat per slot van rekening niet het onze is. Hoe goed wij er ons misschien ook hebben kunnen aanpas sen, hoe goed het er ons ook ging, het verlangen naar ons eigen land, onze eigen menschen, ons eigen milieu is ons toch bijna altijd gebleven. Wij zijn altijd blijven voelen, dat wij alleen in dat milieu tenslotte thuis hoorden. Ontel baar zijn de banden, die ons met het vaderland verbinden en daaronder nemen onze jeugdherinneringen zeker niet de laatste plaats in. Die herinnerin gen wenschen wij ook voor onze kinde ren. Wij voelen instinctmatig, dat onze blonde, blanke kinderen thuis hooren aan het blonde, blanke duin, in de bos- schen, op de heide, op de plassen, in de sneeuw. Wat wij daargenoten, waarvan wij hun vertelden, dat moeten ook zij beleven. Wanneer ze later volwassen zijn, dan mogen ze, als dat hun wil is, teruggaan naar Indië, het land, dat in derdaad zoo veel goeds voor ons heeft in andere opzichten en waarvan ik zeker niets slechts wil zeggen, alleen maar dit, dat het niet het onze is en niet dat van onze kinderen. Een Hollands kind behoort op te groeien in Holland. Daar krijgt het de kenmerken van zijn ras, niet alleen door de moedermelk, maar ook door den invloed van lucht, zon en water, door zijn kameraden, door het leven, in één woord, door de sfeer van het vaderland. Dat is geen rassenwaan. Een Javaansch kind behoort immers ook op Java. Vraag een Javaan of hij zijn kind in Holland zou willen laten geboren worden en daar zou willen zien opgroei en tusschen vreemden in een vreemd milieu, zoodat het later teruggekeerd als een vreemdeling zou staan voor zijn rijstvelden. Hij zal hoogstwaarschijnlijk neen zeggen en niemand zal hem ras senwaan verwijten. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 27