BRIEVEN OVER O Japanse Ereschulden (I") 15 Augustus-herdenking Wat een gekissebis, nu al, over de verdeling van de "Japanse Ereschulden" waar nota bene nog totaal geen zekerheid over is. Twee kostbare pagina's van Moesson (1 5 augustus 1 990) werden er aan opgeofferd. Zo jammer toch! In 1 942/43 werden degenen die de kam pen ingingen "beklagenswaardig" ge noemd door de "buitenblijvers". Nu wordt ze "eeuwigdurend zelfbeklag en gebrek aan trots" verweten omdat ze formulieren aanvragen. En dan nog wel door overwegend dezelfde groep, de buitenblijvers. In de jaren 40 was er niemand zo solidair om vrijwillig mee het kamp in te gaan. Er werd gelogen en verloochend om toch maar "buiten" te kunnen blij ven. Dat wilden ook de geïnterneerden. Waarom al die kritiek nu? Laat de men sen de vrijheid om al dan niet schade claim-formulieren in te sturen, zonder verwijt "grègas" te zijn. En wacht rustig af, wie het laatst lacht. Laat Moesson een gezellig blad blijven, zonder steken onder water, om geld! LIES KRUIJSDIJK Het aantal artikelen in Moesson tégen de Stichting Japanse Ereschulden is opvallend, maar dat ligt ook duidelijk in de lijn van de redactie. Wie zou - in die zelfde lijn - durven schrijven, dat de Stichting 1 940-'45 nu maar eens moet worden opgeheven of dat het afgelopen moet zijn met de uitkeringen aan de slachtoffers van de Duitse kampen. Hebben die slachtoffers hun eer ver guisd voor 80 miljard DM en zijn daar nog bij wiens kinderen de hand ophou den, omdat zij de ellende van hun ouders ook moesten verwerken? Als Wiesenthal en zijn medewerkers in Zuid-Amerika weer iemand vangen, die vroeger (op zich) een onbeduidend bewakertje in een Duits concentratie kamp is geweest en daar op brute wijze tegen de geïnterneerden is tekeer- gegaan, dan is dat voorpaginanieuws en de ellende, die hij heeft veroorzaakt, wordt in een TV-aktualiteit nog eens breed uitgesponnen. Maar o, wee als je die arme Jap aan zijn kleed wil komen! Is hij soms die oorlog begonnen? Die Jap piekert dan ook niet - zoals de Duitsers - over "Wiedergutmachung". Hij vertikt het zelfs om een simpele verontschuldiging aan te bieden, want dat is schuld bekennen en dat betekent gezichtsverlies - "loosie facie". Als je een zodanige geestkracht hebt, dat je de ellende van de periode '42-'45 van je af hebt kunnen zetten dan mag je jezelf gelukkig prijzen. Maar om te ver geven wat je bent vergeten hoef je het Onze Vader niet bij te halen. Als je buiten de kampen eigenlijk weinig last hebt gehad van de Jap, maar voor namelijk om economische redenen een nare tijd hebt doorgemaakt, dan is het wel begrijpelijk, dat je weinig binding voelt met een groep, die de Jap nog wel eens flink de oren wil wassen. MAAR VAL HEN NIET AF Waarom niet samen opgetrokken: In do's - Indische Nederlanders - Neder landers in Indië. Samen sterk! P.V. STEPHAN Naschrift 1. Moesson is een onafhankelijk tijd schrift met een mening die niet afhankelijk hoeft te zijn van een geldende opinie. Dat is altijd zo geweest en dat zal altijd zo blijven. Redactie Moesson heeft inzake de Japanse ereschulden enkele duide lijke kanttekeningen gemaakt en indien wij dit zinvol achten, zullen we dat ook in de toekomst doen. De tot nu toe ingediende 65.000 schade claimformulieren bewijzen overdui delijk dat kanttekeningen van een redactie slechts kanttekeningen zijn en geen machtsmiddel om bijvoor beeld een actie te doen slagen of mislukken. Dat is trouwens ook nooit de bedoeling van een redactioneel commentaar. Wat wél de bedoeling is, is het laten horen van een stem, een eigen stem en die stem laat zich horen omdat het nooit kwaad kan om over een bepaalde zaak meerdere stemmen te horen. En in het algemeen: het laten horen van een "tegen geluid" wil niet altijd zeggen dat wij dus tegen zijn, maar wel dat er in elke zaak altijd aspecten zitten die waard zijn om belicht te worden. En meestal zitten juist in die aspecten de gevoeligheden die de meeste mensen niet zien of niet willen zien. Zit de redactie van Moesson hier nu te glibberen? Geenszins. Dit korte exposé over het nut van journalistiek laat onze overtuiging recht overeind dat deze 45 jaar na dato gevoerde actie in de praktijk een pure geld kwestie is ("Ik heb gehoord dat er f 20.000,- te halen is") en slechts voor heel, heel weinigen een zaak van principe. 2. De sneer naar mensen die buiten het kamp zijn gebleven, laten we voor wat die waard is. Dat wil overigens niet zeggen dat wij blind of doof zijn voor de in vitriool gedoopte en ter loops gemaakte opmerkingen van hen, die menen als enigen recht van spreken te hebben als hetgaatom de oorlog. Wat dan ook zeer te betreuren is, is dat de actie van de S.J.E. een bij werking heeft die kan leiden tot een regelrecht schisma onder de Indische oorlogsgetroffenen: aan de ene kant zij die knijp hebben gezeten, aan de andere kant zij die buiten het kamp zijn gebleven. Deze bijwerking komt nu dan naar buiten, maar heeft ook in het verleden een onderhuidse werking gehad. Een betreurenswaardige, zie lige maar ook zieke ontwikkeling, die alleen maar waard is om voor eens en altijd aan de kaak te worden gesteld. En dat niet door uitgebreid te gaan verhalen wat de buiten-kamp men sen allemaal hebben meegemaakt, maar door af te stappen van het "IK, IK, IK, IK, IK heb knijp gezeten en heb dus veel geledenWie het "IK" los laat, schept ruimte aan de werkelijk heid, waarin altijd sprake is van "wij". LILIAN DUCELLE RALPH BOEKHOLT Naar aanleiding van de regels "Militai re aanwezigheid" van F.W. Kapteijn in Moesson van 1 september jl. kwam er heel wat in mij los. Op 1 5 augustus 1 980 wilde ikde herdenking in Utrecht bijwonen. Nadat wij de ingang waren gepasseerd, werd ons gevraagd in welk kamp wij hadden gezeten. In geen kamp, ik had nergens in gezeten, was buiten het kampgebleven in Batavia. En toen hoorde ik steeds "O u hoort niet bij ons. 0 nee, dan hoort u niet bij ons." Overal groepen zus en zo. Maar ik was geen ex-zus of ex-zo en hoorde dus nergens bij. We kregen toch wel een plaats binnen, bij misschien nog meer mensen die nergens bijhoorden. Het was een fijne herdenking, toch wel. Maar het was wel mijn eerste en ook laatste herdenking in publiekgeweest. 1 5 Augustus herdenk ik thuis, alleen, want ik hoor toch ner gens bij. En daar kan ik mijn 1 5 augustus herdenken. E. CATSBURG-MEELHUIJSEN Zeer goed guesth., WIS MA CHARLOTTE bij Holl./Manadonese mensen. Ruime frisse kmrs. m. fan, eigen badk. toilet; pr. f 20,- tot f 25,- incl ontb.; gratis halen/brengen v. vliegv. Men spreekt Holl/Eng./Indon. Koffle-thee-frisdrank §ratis, lunch en diner op afspraak, xcursies naar o.a. zeetuinen, modder baden, Meer v. Tondano en nog vele andere mogelijk met onze bus. Inl. in Ned. Jo ten Westenend, tel. 04120 - 35144, tel. Manado 0431 - 62265. 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 7