INDISCH PRATEN" Ze stonden gearmd voor een woninginrichting zaak. Hollands echtpaar, ik schatte dik zestig. "Bedoel je dat tafeltje daar?" vroeg hij. "Neen schat, dat andere, naast de bank. Zal zo mooi staan bij onze nieuwe fauteuil, dacht je ook niet?" "Zeshonderd pop voor een tafeltje, dat is toch absurd! Hier dit, tweehonderd vijfentwintig, dat is toch mooi genoeg?" vond hij. "Ach jong, dat staat toch pèt, een heel andere kleur Van het interieur van deze lieve mensen wist ik niets en wie nu gelijk had, hij of zij, ook niet. Wel wist ik zeker dat ze ondanks heel blank en blond, "Indisch" waren. Want wie het over "pop" en "pet" heeft die komt uit Indië, kan niet missen! Zo zijn er woorden, uitdrukkingen in het Indische taalgebruik die niet of slecht verklaarbaar zijn. Voor de ingewijden verstaanbaar en zelfs onmisbaar, voor hen die niet in Indië hebben geleefd en gewerkt totaal onbe grijpelijk. De heer H.E. Wolff uit Gouda, leraar Nederlands heeft uit zijn herinnering deze Indische termen verzameld en daar een "verklarend woordenboek" van gemaakt. Geen petjok dus, geen krom Nederlands of dialect, maar een specifiek taaleigen van mensen uit Indië. Dit is de eerste serie woorden (termen), er volgen nog vele die misschien kunnen leiden tot een uitgave. Maar of die ooit volledig zal zijn? Mocht u denken: ik weet er ook nog een paar, schrijf ze op, maar wacht even met opsturen tot de serie van de heer Wolff beëndigd is, want misschien heeft hij ze zelf al opgetekend. LD AANSTIEL aanstellerig, geaffecteerd, graag de aandacht trekkend, (soms) behaagziek; "Moet zien, Magda zo aanstiet bij de nieuwe onderwijzer, altijd lachen!" (Zou de "umlaut" aanstel - aanstiel hier misschien een affectieve betekenis hebben?) NAAR ACHTEREN naar de wc, even weg om je behoefte te doen. Schooluitdrukking, later ook elders in het dagelijks leven overgenomen. (In oude Indische huizen was de wc in de bijgebouwen achter het woonhuis.) "Juf, mag ik naar achteren?" Niet tijdens de les! Straks in de pauze. ALLEEN MAAR Morgen brengen!; loze beloften; vergeet het maar"Hij zegt hij wil mij afhalenAlleen maar!.... "Ik help haar altijddenk je dat zij mij ooit helpt? Alleen maar!" LEGENDA: voor een woord of zin uitdrukking werd door gaans ook door "echte" Nederlanders over genomen en gebruikt. cursief echt Indisch dialekt, uitspraak en zinsbouw beslist afwijkend van het ABN. specifiek Indisch; geen verwarring mogelijk met Nederlands woord; of verklaring in Ned. woor denboek vaak onvolledig. uitdrukking van Nederlandse origine, thans hier te lande verouderd, maar nog bekend in het "Indisch dialect". (BAAIEN): Een bad nemen, zich in de mandikamer (bad kamer) met zeep èn door koud water over 't lichaam te gieten grondig wassen. In de tropen natuurlijk een dagelijkse terugkerende noodzaak. Men baadt er vaak zelfs 2 maal per dag. Bij vaak gebruikte woorden wordt de d midden in een woord meestal uitgestoten. Vgl. bijv. goede - goeie oude - ouwe. Voorb. "Ajo, kinderen ga baaien'We hebben al gebaaid, Mam!" "DE BAAS" "bescheiden" aanduiding voor zichzelf: "IK". "Soepel heeft de baas dat gedaan, ja?" Heb ik dat niet netjes voor elkaar gekregen? BEPEKKEN BEPEK(T) op heterdaad betrappen. "Pidrik hij gaat bij ons mangga gappen, bepek door mijn ouwe heer!"Toen Frederik bij ons mangga's (mango- fruit) poogde te jatten, heeft mijn Pa hem op heterdaad betrapt. BEUKEN 1. een klap geven; een pak slaag toedienen. 2. gulzig opeten, met smaak verorberen (conforme vertaling v. Mal./Jav. gasak). 7. Awas, als jij aan Mamma zegt, ta'beuk. (=tak gasak of tak taroek) (ta'- of tak- is uit het Javaans overgenomen en betekent zo: "ik zal je"óf "ik heb 'm gedus: Pas op hoor, als je het aan moeder verklikt, krijg je van mij een pak op je donder. 2. Adoeh, die Tjok, hij beukt twee vette porties nasi goerih, hij zegt: hij heeft nog honger..... d.w.z. Grote goedgeid, (wat 'n gulzigaard), die George, na twee grote porties nasi goerih (een machtig rijstgerecht) naar binnen te hebben gewerkt, beweert hij nog hongerig te zijn! BLAZEN, FILEREN e.a. 1. slaan, afranselen,afstraffen; 1 a. schieten met een geweer of windbuks, 2. ook wel: opeten, helemaal opmaken. Bij de laatste "betekenis" zou den we kunnen denken aan Javaanse invloed, entèg belas totaal op; er is niets meer over. BOEI Huis van Bewaring, strafgevangenis. BOUWMAKEN a. Langs de straat lopen flaneren, met gespannen rugspieren en enigszins gorilla-achtige gang, om bij de meisjes indruk te maken. BOUWMAKEN b. opsnijden, bluffen BOUWMAKER opschepper, lefschopper BROERTJE Jongere broer, ook al hij dertig jaar geleden volwassen gewordenTjalie, 52 jaar, heeft het nog steeds over zijn 'broertje' Ping van 49. En als je hem vraagt of Mevrouw Mantel, beter bekend als Tante Toetie, een zus van hem is, verbetert hij: "Geen zus hoor meneer, maar een zusje. DOKKEN betalen, ook algemeen, zonder tegenzin. DOP In Nederland als vulgair gevoeld, was dit woord in Indië bij veel Indische mensen heel gewoon en volkomen toelaatbaar voor hoed. "Meneer de Administrateur, u heeft gisteren uw dop bij ons laten hangen, omdat u met de auto naar huis bent gereden. Wij zullen u deze zo spoedig mogelijk door onze loopjongen laten bezorgen, "(hij bedoelt de hoed; niet de wagen). DRAAIEN 1produceren. 2. toekennen, geven (ietsonaan genaams). "Hij zit scheten te draaien"(excusez!). "Die leraar Engels heeft mij alweer een onvoldoende gedraaid. FOP: voor de fop of om de fop spelen voor de grap, voor de aardigheid spelen; niet om de winst, maar bijv. om te leren, of als tijdverdrijf. "Kom, we gaan knikkeren, maar niet om echt; eerst maar om fop, anders raak je al je knikkers aan mij kwijt. FLER een mep, een draai om je oren, een muilpeer. "Als jij weer zo'n onbeschoft antwoord geeft, krijg je een flèr!" Geluidsnabootsend woord; mogelijk afgeleid van Jav. keplok dhar-dhèr.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 5