INDISCH PRAT(IV)
yy
door H. WOLFF
Padjakker (patjakker) gemeen,
vulgair sujet; schoelje. "Zo'n padjakker,
heeft z'n vrouw met een stoel op haar
rug geslagen!" "Die jongens K. zijn
echte padjakkers, hebben m'n hele
tuin geplunderd!"
Patsen Opscheppen, verwaand doen.
(Teveel) Pats hebben Verwaand, op
schepperig zijn. "Je moet niet zoveel
pats hebben, ja PakSoedah ga
maar weg I"
Patstrapper Lefschopper; ver
waande kwast.
Pesen, gepees(t) zeer hard rijden of
rennen. Waarschijnlijk in samenhang
met "racen" en het Eng. pace.
Pillen schieten; raak schieten,
waarsch. ontstaan uit: (kattepillen)
met een katapult schieten (katapult -
katepil - kattepil).
Ples-ples een pak voor je broek bij
kleine kinderen (geluidnabootsend:
kletsend slaand). "Japie is stout ge
weest; hij heeft van z'n oma pies pies
gehad.
Poet veest, wind
Poeten een windje laten.
R aaierij trappen De boel op stelten
zetten; de orde verstoren (bijv. in de
klas) (uit Fr. raillerie?).
Rak een rek, bijvoorbeeld voor
borden of om eieren in te zetten. Alle
borden staan nog op het bordenrak te
drogen; "Kokkie moet de eieren in het
eierrak doen.
Rooie steen baksteen, klinker;
gravel (v. tennisbaan) lett. vertaling v.
Mal. "batoe mérah". "Met fijngestampte
rooie steen kan je die glibberige vloer
schrobben!"
Ruiker: Bij Indische mensen nog
algemeen voor boeket, "bloemetje".
Saai 1vervelend, onaangenaam
(vgl. sloom) (soms) 2. raar, eigenaardig,
abnormaal. "Zo saai, ik krijg nooit (of
altijd) een beurt. 'Ikvind het vervelend,
dat ik nooit altijd een beurt krijg."
"Saaie vent!..... Gaat tegen 'n pisang
boom vechten!""Moet je meemaken!....
Het ventje is zeker niet helemaal snik,
om een pisangboom als vecht- of oefen
partner te kiezen." "Wat 'n saaie kerel
is die wiskundeleraarik heb alweer
een onvoldoende." "Ja hij is altijd
gierig met zijn cijfers, maar hij legt
goed uit.
Saus, sausen/gesaust regen; rege
nen/geregend. "Kijk 's naar de lucht:
we krijgen saus!" Hebben jullie in de
vakantie nog saus gehad?" "Het heeft
vandaag de hele ochtend gesaust.
Scheien; volt. deelw. Geschejen (heel
vaak i.p.v. scheiden/gescheiden) "A/s
honden gaan vechten, moetje ze nooit
scheien
Uitscheien Ook voor "lidmaatschap
opzeggen, niet meer lid z\)r\".Meneer
Platkop is al bij de NSB uitgeschejen.
(de) Schijt hebben om iets het land
hebben.
(de) Schijt hebben aan iemand de
pest, een hekel hebben aan iemand (let
ook op het gebruik van het lidwoord,
afwijkend van het Ned.). Op de Malangse
HBS gebruikte men ook wel 's: "Ik heb
zkeven" (eufemistische omvorming).
Sigee (uitspraak g als zachte k; Eng. go;
nooit als in het Ned.) =afkorting van
sigaret(ten). (ook sigé)
"Ik heb geen sigé, mag ik er één van
jou?" "Natuurlijk ben ik weer de sigee
de klos, de pineut).
Sjot of shot? mooi, leuk, geweldig,
mieters, "te gek". In de jaren 1935-
1 940 zeer in zwang, vnl. bij meisjes.
Ontstaan? Zie ook elders "Allotria indi-
ca". "Ai, wat een sjotte tekening heeft
Noes gemaakt!" Moeder op verbolgen
toon tegen zoonlief bij het bekijken van
zijn foto's: "O, deze natuurlijk weer
met een sigaret in de mond!" Zoon:
"Dat is toch voor de sjotheid.....('t
jongmens wil zich een houding geven).
Sloom a. vervelend, saai, b. raar,
afwijkend.
Slome Duikelaar "vreemde vogel",
beetje abnormaal persoon (ook wel)
slappeling, bangerik. ("Slome duikelaar",
oorspr. mogelijk van Schlomo Salomo),
Duikelaar, uitgever 1 7e eeuw?)
(Soeten) verklaring elders("Allo
tria indica")
Smoken =het algemene jongenswoord
voor roken. "Mag jij al smoken van je
ouwelui?"
Spoggen heel gebruikelijk voor
'spugen'. "Als vechten ja; oké, maar jij
ben 'n meid, vechten gaat spoggen!"
Stief vlakgom. Waarschijnlijk mis
interpretatie van "stuf". Juf: "Ik wou
dat de winkel die die olifantjes en
eendjes van stief (vlakgummetje in die
vorm) verkoopt, op staande voet de
lucht invloog!"
Stiefen, uitstiefen uitgummen,
raderen. "Niet knoeien, als je een fout
hebt gemaakt; netjes uitstiefen
Stink ruiken vies ruiken, erg stinken
(Mal. baoe boesoek).
Op stok gaan (zijn) spijbelen, opzet
telijk de school verzuimen. De Mal.
Javaanse uitdrukking was "bolos".
"Blanda (de onderwijzer) hij weetniet,
(dat) Badoet gisteren op stok (was).
Stroop limonadedrank gemaakt
met limonadestroop en ijswater. "WHje
een glaasje stroop?Rozen, of orsjrusj....
Orange Crush).
Suikertjes, chocolaadjes snoep
jes van suikergoed of chocola. "Als jij
zoveel suikertjes snoept, krijg je voor
je dertigste jaar al een vals gebit
(kunstgebit). Maar jij wil nooit naar
ouwe mensen luisteren!"
Te erg onfatsoenlijk, onbeschoft, on
wijs, enz. (Mal. terlaloe). "Adoeh, te erg
jij..... gaat rijst weggooien! Brengt on
geluk lol" O, wat jij gedaan hebt, dat
kun je niet makenRijst weggooien
brengt ongeluk, als je dat maar weet! (In
Ned. in de 1 9e eeuw brood). "Jij bent
toch werkelijk te erg, kijk nou wat je
gedaan hebt!"
Niet te lang direkt reageren, niet
aarzelen. "Als hij terugkomt, niet te
langsmijt hem van uw erf af!"
"Toen het wilde varken aanviel, niet te
lang, ik geef hem de volle laag!"
Teveel ook verschrikkelijk, abnormaal,
onbehoorlijk. "Ach dat mens, ze préat
teveelGeloof haar maar niet; dat
zijn alles praatjes....! "Boet, jongen-nja,
hij liegt teveel!" Die jongen, die Boet,
heeft weer eens onbeschaamd zitten
liegen! Komt uit Javaans: kakéyan (ka-
akeh-en tezeer met vele behept).
Uitmaken vanwege een geschil of
belediging met elkaar gaan vechten (tot
een van de twee gewonnen heeft).
"Wat éh, uitmaken ja, straks na school
tijd ja!"
LEGENDA:
voor een woord of zin uit
drukking werd doorgaans ook
door "echte" Nederlanders
overgenomen en gebruikt.
cursief echt Indisch dialect,
uitspraak en zinsbouw beslist
afwijkend van het ABN.
specifiek Indisch; geen ver
warring mogelijk met Neder
lands woord; of verklaring in
Ned. woordenboek vaak on
volledig.
uitdrukking van Nederlandse
origine, thans hierte lande ver
ouderd, maar nog bekend in
het "Indisch dialect".
14