OVER "MATA-BIA"EN NOG WAT Excuus! COURT ARTS OF INDONESIA Gedurende een 5-jarig verblijf op Nieuw- Guinea en ook nog ruim 10 jaar daarna in Nederland, heb ik een wereldcollectie van tropische schelpen opgebouwd. Schelpen vormen een boeiend onder werp voor verzamelaars, men vindt ze in zee, op 't land en in zoet water. Het zijn feitelijk de vaste delen (extern skelet) van de weekdieren, een orde waaronder we rekenen de inktvissen, slakken, mossels en twee minder bekende klas sen. Mijn collectie, duizenden soorten, uit alle delen van de wereld, staat nu in het museum van de Universiteit van Tel Aviv, samen met ruim 50 boekwerken over schelpen en weekdieren, die ik had verzameld. Ik vind dat nog steeds een goede bestemming, want een mens kan nu eenmaal niet eeuwig doorgaan met verzamelen, tenzij hij iemand weet, die de collectie eens zou willen voort zetten, want klaar ben je er nooit mee De meeste mensen weten weinig over het leven van de weekdieren. Een heel mooie familie daarvan zijn die der Turbo. Ja de naam klopt ook, want de schelp is bol en rond gewonden in een spiraal, als een turbine. Soms vind je hele grote, van 20 cm doorsnede. Men haalt er met behulp van een zuur de bovenlaag vanaf, waardoor het parelmoer bloot komt. Ze staan op de schoorsteen of men maakt er een lampvoet van. Een echte lief hebber zou dat echter nooit doen. Die houdt ze in natuurlijke staat. Ook zijn er kleine soorten van enkele centimeters doorsnee. Die zien er even mooi uit, tenminste als men ze levend verzameld heeft, want schelpen die eindeloos in het zand hebben gerold zijn alle glans en kleur kwijt. De slakken die in de Turbo wonen, voeden zich met algen, die ze van de rotsen grazen met hun radula (rasptong). Bij eb trekt de zee zich terug en dan zouden de slakken op het droge kunnen komen te zitten. Om zich in de tropen tegen uitdroging te behoeden, moeten ze wat water binnenhouden. De slak trekt zich dan helemaal terug in het huisje, de kop het laatst, en dan doet zij het deurtje netjes achter zich dicht. Er is namelijk een zeer precies passend dek seltje op de kop van het dier, dat overi gens ook steeds groter wordt, wanneer de schelp door het dier wordt aange bouwd. Dat dekseltje heet "operculum". Er be staan verschillende soorten van, soms zijn ze hoornachtig, bij andere soorten kalkachtig. Dat is dus het geval met de Turbo Marmoratus, waarvan de schelp een mooi groen en bruine kleur bezit. Het sluitdekseltje heeft natuurlijk de zelfde kleuren en lijkt daardoor precies op een oog. De Indonesiërs noemen het daarom "Mata Bia" (Mata is oog en Bia is schelp). Je hebt mensen, die denken dat het moest zijn Mata Biak, vermoedelijk omdat zij die schelpdekseltjes op Biak hebben gekregen of omdat ze daar, net als in andere tropische streken veel voorkomen. Maar met de plaats Biak heeft het operculum echt niets te maken. Van de sluitdekseltjes worden wel sieraden gemaakt, ze worden gezet in armbanden, ringen of oorbellen. Maar op den duur heeft men daar niet veel plezier van, het zijn geen harde stenen maar kalkplaatjes, ze kunnen dus mak kelijk bekrast worden en worden spoe dig dof. DICK VISKER Selamat makan! Ik heb goed zitten blunderen in de vorige Moesson. Allereerst in "Toko" in het artikel over die "Selamat Makan" kookles op TV. Daar had ik het over de goelee waarin geen seré mag voor komen, maar dat moet goedek zijn. Mijn oren hebben zo getuit van wat er allemaal fout zat bij die 2 recepten, dat ik per ongeluk goelee typte terwijl het goedek moest zijn. Huize Mariano Verder heb ik de familierelatie van Mariano di Calouta verkeerd uitgelegd. De heer des huizes van Goebeng Podjok 4, was Panagiotti Theodore Mariano di Calouta, roepnaam Tjalie. Hij trouwde met Maria Heil. Hun eerste zoon heette Panagi (naar Pa dus). Zijn roepnaam was niet Possi, dat was weer een ander familielid. "Oom Frits" was een broer van Maria Mariano-Heil en die oom Frits trouwde met Tonny Dencher. Excuus aan de betrokkenen! LD door Helen Ibbitson Jessup Een schitterend boek met meer dan 200 illustraties, waarvan 140 in kleur van de voorwerpen uit de traditie van de vorstenhoven van Indonesië, da terend van de 8e eeuw tot op heden. Deze in hoge eer staande schatten omvatten onder meer (kroon)juwelen, ritueel vaatwerk, met diamanten be zette kronen, koninklijke gewaden, beeldhouwwerk, muziekinstrumen ten, handschriften, maskers, wayang- poppen en vele soorten krissen. Een hoofdstuk is geheel gewijd aan de architectuur van de paleizen en kratons. "Court Arts of Indonesia" handelt niet alleen over hofcultuur van de Javaanse Vorstenlanden, maar ook over die van de andere eilanden. De vorstelijke voorwerpen stralen niet alleen pracht en roem uit, maar bezitten ook een mystieke betekenis. Door traditionele ceremoniën, die ook heden ten dage nog in ere worden gehouden en door de beoefening van de aloude kunst, spelen de hoven ook in het hedendaagse Indonesië een rol van betekenis in het maat schappelijke leven. Verkrijgbaar bij Boekhandel Moes son, prijs f 129,50, porto f 7,—. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 10