Van Mestiezen tot Indische Nederlanders (III) Door EDY SERIESE Inleiding Dit is nu een zonderling. Tenminste, zo noemden ze zo iemand in het oude Indië. Hij woont in een hut op Bali, ver van de 'beschaafde' wereld. Hij is (niet) getrouwd met een Indonesische vrouw. Hij draagt alleen een lendedoek en spreekt met de 'Inlanders' in hun eigen taal. Hij weet overigens meer van die taal af dan menig autochtoon spreker: hij is een beroemd taalgeleerde. Maar met Europeanen bemoeit hij zich alleen als het strikt noodzakelijk is, en dan alleen nog op een wijze die zij on beschaafd vinden. Toch is hij niet zo maar een nurks. Erzijn mensen die hem aardig vinden en bewonderen, er zijn er zelfs die hem prijzen om zijn zachtheid en voorkomendheid jegens vrouwen. Zijn naam is Herman Neubronner van der Tuuk. A. M. Courier dit Dubekart is ook zo'n zonderling. Ook hij leeft 'als een Inlan der' met een Indonesische vrouw in een klein dorp ergens op Java. Hij heeft een niet-Europese naam aangenomen: Brata- Yoeda en hij kleedt zich als een Javaan. Zijn kinderen gaan niet naar school. Niet uit armoede, maar omdat hij alles wat 'echt Europees' genoemd wordt waardeloos vindt. En hij laat dat door zijn leefwijze blijken. Daarom heet hij een 'zonderling'. En Karei Holle ook, al zal niemand hem openlijk zo noemen. Holle is een wel varend man en als planter op midden- Java stelt hij iets voor in de koloniale maatschappij. Hij kan het zich dus ver oorloven om on-Europees te leven. Maar vreemd blijft hij in de ogen van totokse tijdgenoten: zo geïsoleerd van de Europeanen, zo geheimzinnig op z'n gemak bij Inlanders, zo helemaal niet bang voor 'amok' (moord) of 'goena- goena' (toverkruiden). Vreemd! Er zijn veel 'zonderlingen' in Indië in de 1 9e eeuw. Niet in de steden, maar juist in de binnenlanden. Ze zijn geen rege ringsambtenaren, maar planter of bin- nenlands-bestuursambtenaar.Ze zijn import- of Indo-Europeaan. Maar hoe zij volgens totokse normen ook mogen heten, zij zijn Mestiezen, vertegenwoor digers van een cultuur die door de opdringende 'europeanisering' van de koloniale maatschappij gedoemd is te verdwijnen. Zij strijden daar tegen, ieder op hun eigen wijze, met hun eigen middelen. Maar allen door hun bewust gepraktiseerde on-Europese leefwijze. En daarom heetten ze 'zonderling'. Vreemd? Nee, heel vreemd is dat niet. Met Holle, Van der Tuuk (1824-1894) en Brata Yoeda (1 839-1 885) zitten we midden in de 1 9e eeuw. De VOC is opgeheven. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden is omgedoopt in achter eenvolgens het Koninkrijk Holland en het Koninkrijk der Nederlanden en heeft de failliete VOC-boedel overgenomen. Dr. Van der Tuuk De eeuw van het europeaniserings proces is begonnen, meteen al in 1 808, met de komst van Daendels. Luitenant gouverneur Thomas Stamford Raffles zet het tussen 181 1-1816 voort uit naam van de Engelse Oost-Indische Compagnie. En de Nederlanders die bij het Congres van Wenen in 1816 de Archipel als kolonie krijgen toegewezen, maken het karwei af. Over dat proces van europeanisering datde vernietiging van de Mestiezenmaatschapij impliceert, en over de overlevingsstrategie van de Mestiezencultuur gaat het nu volgende. Geschiedenis 19e eeuw Het europeaniseringsproces duurt bijna een eeuw, maar lijkt rond 1885 z'n voltooiing te naderen. Hoe kon dat proces slagen waar Van Imhoff, De Klerk en Rademacher bakzeil moesten halen? Door de nieuwe wijze van kolo niseren. Daendels en Raffles zijn het voorspel: zij introduceren de nieuwe stijl. Deze is gericht op exploitatie en beschaving van de koloniën. Exploitatie van de grondstoffen en handelsprodukten, in tegenstelling tot de (doorvoer-) handel waartoe de VOC zich had beperkt. En beschaving in de zin van 'echt' Europees worden, in tegenstelling tot de onthou dingspolitiek van de VOC op cultureel gebied. De 'nieuwe koloniaal' kwam dus niet alleen maar met een econo misch doel maar ook om een boodschap, een ideologie uit te dragen: de van zelfsprekende superioriteit van de wes terse beschaving. De koloniale ideologie was zo ijzersterk dat iedereen in de kolonie er ruim een eeuw lang in ge loofde, en zich liet exploiteren en beschavenDat gold ook voor de Mestiezen. Zij gingen geloven dat zij op Europese wijze beschaafd behoorden te zijn, dat zij moesten vereuropeani seren. Vrouwen Daendels kwam nagenoeg alleen en bleef maar kort. De Britten bleven wat langer (vijf jaar), hadden ook meer militaire macht maar beschikten vooral over een geheim wapen waarmee ze de Mestiezenmaatschappij te lijf gingen: ze hadden hun vrouwen bij zich. Olivia Raffles richtte bals en banketten aan in Engelse stijl. Daarbij was het niet gewenst dat de heren zich (bij wijze van statussymbool) lieten escorteren door hun slaven. Ze behoorden hun eigen vrouwen mee te nemen, als gelijkwaar dige partners wel te verstaan. En ook haar gedrag behoorde op een Europese wijze beschaafd te zijn: er werd bij Olivia geen sirih (genotmiddel) aange boden, er werden niet eens kwispel- doors geplaatst. De vrouwen moesten in Europese kleding verschijnen, op stoelen zitten, met mes en vork eten, alcohol drinken, met mannen dansen, en converseren in het Engels of Frans, desnoods in het Nederlands, maar niet in het Maleis. En er werd van haar verwacht dat ze mee ging naar het Theater voor (Engelstalig) vermaak. De elite-Mestiezenvrouwen werden zo gedwongen hun semi-purdah (de ge deeltelijke afzondering van het maat schappelijke leven) op te geven. Dat betekende dat zij althans in het open baar Europese manieren moesten aan nemen. En dat was niet niks. Naast de constante belediging die het betekende, een belediging die zij moesten slikken op straffe van maatschappel ijke diskwa lificatie, betekende de noodzaak om regelmatig in het openbaar te verschij nen ook een wezenlijke verandering in 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 12