Denk aan uw landgenoten in Indonesië voor wie het leven een grote zorg is. GIRO 308 voor? Nou, zou ik dan zeggen, als je net in Indonesië bent aangekomen en de tweede dag begin je met een bezoek aan bijvoorbeeld begraafplaats Kober Kecil in Jakarta (voorheen Petamburan, daarvoor Laanhof) dan ga je eerst door een vervallen ingang. Dan kom je in een donker kantoortje waar een aantal men sen zitten met achter zich planken waarop hoog en scheef opgestapelde dossiers en op een tafel vele kaarten bakken. Op een gegeven moment wordt er geknikt en wordt je uitgenodigd een ander te volgen naar het zonovergoten kerkhof waar mensen zitten, kijken en kinderen spelen. Als je achterom kijkt, zie je dat je gevolgd wordt door een aantal mensen gewapend met nagel schaartjes en sapu lidi. En dan opeens, met een ietwat trots gebaar, wordt gewezen op het graf dat je zocht. Alles en iedereen gaat dan even achteruit staan, want het kan zijn dat er in huilen uitgebarsten wordt en dat is natuurlijk een intiem gebeuren. Blijft dat echter achterwege, dan beginnen vele handen te knippen en te vegen en in no time is het graf schoon. Weer stapt men dan achteruit en gekeken wordt of er ver andering komt in je gelaatsuitdrukking. Omdat dat niet mogelijk is met zoveel mensen om je heen, geef je wat geld aan de schoonmaakploeg, die zich ver volgens tevreden tellend terugtrekt. Daar sta je dan bij het graf en als je je dan omdraait om weg te gaan, wordt je opgevangen door de beheerder die zich al die tijd min of meer bescheiden verdekt had opgesteld. Hij wijst je op enkele noodzakelijke maatregelen die zijns inziens genomen moeten worden om het graf goed intact te laten. Je deelt zijn mening niet of niet helemaal maar tegelijk krijg je de kwade gedachte dat het graf bij je volgende bezoek wel eens ontruimd zou kunnen zijn. En dan: wat is voor jou vijftig gulden. Je geeft hem het geld en zonder dat je het beseft, waarschuw je hem in drie talen en met gebaren dat je erg boos zult worden als hij de boel belazert. Maar hij bezweert: de volgende keer als u komt, zult u zien dat het werk is gedaan, en goed. En als bewijs geeft hij je zijn kaartje. Hij be geleidt je tot aan de poort, waar opeens heel veel mensen zich blijken bezig te houden met de bewaking van je wach tende taxi. Hier een biljetje, daar wat biljetjes, groeten en wegrijden. Maar het graf van oma ligt er weer even goed bij. En wanneer ik weer in Indonesië zal komen, zal dat graf weer het eerste zijn dat ik bezoek. Omdat zij mijn werkelijke pas poort is voor Indonesië, dochter van een gewone tani. Mijn vaders lboe. RALPH BOEKHOLT STICHTING 1 O HULP AAN LANDGENOTEN INDONESIË Stichting Nassau Zuilens- steinstraat 9 HALIN 2596 CA DEN HAAG Tel. 070 -324 54 67 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 5