Miche Smagge Zijn ze in Jakarta, dan staan ze hier op de stoep om te informeren naar de vorderingen. Wat zij echter niet kunnen beseffen is, dat bepaalde verzoeken - helaas - gewoon niet meer zijn in te willigen. Of dat sommige vragen veel tijd en vooral ook veel omzichtigheid kosten. Een voorbeeld: een verzoek voor het opsporen van een graf en het her begraven op een Ereveld is niet mogelijk wanneer ons als enig aanknopingspunt een oude landkaart wordt gegeven met daarop een kruisje met de tekst "hier ligt vader". Een ander voorbeeld is dat je het anno 1 990 echt niet kunt maken om ergens diep de kampong in te gaan en te vragen of iemand weet waar destijds twee Nederlandse oorlogsvrijwilligers zijn begraven. Als we al zo'n onderzoek beginnen, dan vereist dat een zeer zorg vuldige aanpak en vooreerst een rede lijke mate van zekerheid dat daar en daar jongens begraven zijn. Om dit nu duidelijk te maken aan na bestaanden of vrienden is niet altijd gemakkelijk. Onze taken zijn het organiseren van herdenkingen in de maanden mei en augustus, het verzorgen van ceremoniële ontvangsten, het begeleiden van pel grimsreizen, het uitvoeren van bloem- leggingen en primair is daar het verzor gen van de graven volgens Europese normen, met de nadruk op de laatste normen. Wanneer bezoekers zeggen dat het er goed uitziet, dan is dat fijn om te horen en ik neem dan aan dat men ook begrijpt dat daarvoor hard gewerkt wordt door de 1 20 personeelsleden die verdeeld zijn over de 7 Erevelden en een klein kantoor. Zij zijn belast met het daadwerkelijk onderhoud. Het gras blijft niet vanzelf kort, kruisen niet vanzelf wit." Rolf Smagge is hier bescheiden. Inder daad zijn het zijn Indonesische mede werkers die de uitvoering van het onder houd doen, maar we kunnen ons voor stellen dat het eenzeer regelmatige inspectie van de Erevelden vereist om te zorgen dat wat gedaan moet worden ook inderdaad gedaan wordt, en goed. De vele positieve berichten over de Erevelden die in Nederland (en daar buiten) de ronde doen, mogen dan ook worden teruggevoerd naar het echtpaar Smagge. Als voorbeeld van zo'n posi tief bericht, citeer ik hier uit een pas ontvangen brief van een mevrouw uit Indonesië. "Ooh zeker, men bleef de Erevelden verzorgen. Men knipte het gras, men verfde hier en daar wat. Maar het werd er eigenlijk allemaal niet mooier op, zoals achterblijvers konden waar nemen. Tot er zo een tien jaar geleden ineens een grote verandering kwam. Bloemen, planten, zitbanken, er werd overal heel hard gewerkt. Of je nou in Bandung op het Ereveld kwam of hierin Jakarta. Er kwamen overal verbeteringen. En wij kregen herdenkingen, er kwam publiciteit voor onze Erevelden in de Indonesische tijdschriften, kranten. En nu in het jaar 1990 zijn onze Erevelden een lust voor het oog. Stille, mooie parken waar nog altijd aan verbeterd wordt. Waar het goed is om te herinneren en met herdenkingen met elkaar te zijn. Wij en daar bedoel ik a He familieleden in Indonesië mee van mensen die op de Erevelden begraven liggen, danken de Oorlogsgravenstichting natuurlijk, maar vooral de directeur van deze stichting in Indonesië die zulk een grote hoeveelheid goed werk voor ons nabestaanden verricht. Rolf Smagge is in 1929 in Soerabaia geboren. De kampen in de oorlog en de Werfstraat-gevangenis na de oorlog heeft hij van binnen gezien. Zijn vader had een functie bij de Algemene Neder lands-Indische Electriciteits Maatschap pij (ANIEM). In 1947 vertrok hij naar Den Haag waar hij aan de Beeklaan de H.B.S. bezocht. Omdat het K.N.I.L. werd opgeheven, koos hij uiteindelijk voorde Mariniers. Hij werd officier, voer op de Karei Doorman, zat in Nieuw-Guinea, was V.N.-waarnemer in Syrië toen de Zesdaagse Oorlog uitbrak, werkte op Curacao, kortom hij heeft veel gezwor ven. Sinds 1 980 werkt hij in Jakarta als directeur van de Oorlogsgravenstichting in Indonesië. Rolf: "Toen ik met mijn werk begon, waren er jaarlijks zo'n 900 bezoekers aan de Erevelden. Nu zijn heter 14.000 (lees verder volgende pagina) DE NEDERLANDSE EREVELDEN IN INDONESIË Op Java bevinden zich 7 Nederlandse erevelden, met in totaal ruim 24.000 graven van oorlogsslachtoffers, die worden beheerd door de Oorlogsgraven stichting. Niet alleen militairen, maar ook burgerslachtoffers, mannen, vrouwen en kinderen van verschillende landaard; Christenen, Joden, Islamieten en Boedhisten. Oorspronkelijk waren er 22 erevelden, die in de jaren 1 946-1 952 werden aangelegd door de Gravendienst van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger en die verspreid lagen over de gehele archipel. Na de souvereiniteitsoverdracht werd het aantal erevelden op verzoek van de Indonesische regering ingekrompen. De desbetreffende stoffelijke resten werden overgebracht naar de op Java gelegen erevelden. In onderstaand overzicht zijn de erevelden vermeld waavan het voortbestaan is verzekerd alsmede welke bijbegravingen aldaar hebben plaatsgevonden. Plaats: JAKARTA CIMAHI Erevelden: MENTENG PULO ANCOL BANDUNG PANDU LEUWIGAJAH SEMARANG CANDI KALIBANTENG SURABAYA KEMBANG KUNING Bijbegravingen van elders opgeheven erevelden: Banjermasin (1 961Tarakan (1 964), Menado (1965), Palembang (1967), Balikpapan (1967), Makassar (1 968), Cililitan (1 968). Banjarmasin (1961), Medan (1966), Makassar (1 968), Mandor (1 968). Muntok (1960), Palembang (1967), Makassar (1 968). Muntok (1960), Padang (1962), Tarakan (1 964), Medan (1 966), Palembang (1 967), Balikpapan (1 967). Palembang (1 967), Makassar (1 968). Tarakan (1964), Palembang (1967), Balikpapan (1967), Makassar (1 968). Tarakan (1964), Kupang (1966), Ambon (1967), Balikpapan (1967), Makassar (1968), Nieuw-Guinea (1974). 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 17