BRIEVEN
OVER.
O
f
Bronbeek
Als Commandant van het Koninklijk
Tehuis voor oud-militairen Bronbeek
wil ik gaarne reageren op het hoofd
redactioneel artikel "Bandjir over Bron
beek" in Moesson van 1 5 november j.l.,
betreffende de presentatie van het boek
"Bandjir, vuurstorm over Java", van A.
van Leeuwen. Deze presentatie vond
plaats in het Tehuis Bronbeek.
Door de publiciteit rondom Bronbeek in
de tachtiger jaren over het wel of niet
sluiten van dit instituut, kwam Bronbeek
meer in de publieke belangstelling.
Steeds meer Indische groeperingen en
oud-militairen weten de weg naar
Bronbeek te vinden om elkaar daar te
ontmoeten.
"Het laatste stukje Nederlands-lndië in
Nederland", aldus vele reünisten. De
ambiance en de waardigheid van het
landgoed, spreekt hen aan.
Het waardige karakter van Bronbeek
hoeven wij dus niet terug te krijgen,
zoals de hoofdredacteur ten onrechte
opmerkt, het is nog steeds het rustieke
en waardige landgoed dat het immer is
geweest.
Gezien de toenemende belangstelling
voor reünies en bijeenkomsten zijn
door achtereenvolgende Commandan
ten regels gesteld, waarbij de rust van
de bewoners, inzet van personeel en
beschikbare accomodatie centraal staan.
Het is dus geen zaak van willekeurig
"ja" of "neen" zeggen, elk verzoek
wordt door mijn staf aan de hand van de
regels bekeken, waarna aan mij een
advies wordt uitgebracht. Daarbij zijn
de geaardheid en levensstijl van de
bezoekers geen criterium. Dit voor wat
betreft de persoon van de heer Van
Leeuwen.
Dat ik in mijn toestemming mij heb
laten leiden door de persoon van de
heer Luns slaat ook nergens op. Met de
uitgever zijn reeds enige maanden eer
der afspraken gemaakt, de gastenlijst
kreeg ik twee dagen voor de presentatie
ter inzage.
In het artikel insinueert mijn naam
genoot Ralph Boekholt dat Bronbeek
misbruikt is voor een eruptie van
decadentie. Daar hij zelf bij de presen
tatie niet aanwezig is geweest lijkt mij
een dergelijke insinuatie een slag in de
lucht en ver beneden peil. Bovendien
hebben de bewoners van Bronbeek, die
Moesson ook lezen, deze opmerking
als een belediging voor het Tehuis
opgevat.
Integendeel, de woorden die de heer
van Leeuwen bij deze presentatie sprak
was een hart onder de riem voor alle
aanwezigen.
Ik citeer: "Het wordt hoog tijd", aldus
van Leeuwen, "dat de Nederlandse
jongeren wordt duidelijk gemaakt, dat
ze trots kunnen zijn op hun voor- en
grootouders, die daar hebben gevoch
ten, want zij hebben Indonesië gemaakt
tot een land waarin het beter leven is
dan in welke andere kolonie waar ter
wereld ook. Ik hoop dat wij via dit boek
respect krijgen voor ons koloniaal ver
leden, want dat hebben de strijders
verdiend".
Ook de woorden van de heer Luns
waren ons uit het hart gegrepen. Jam
mer dat onze hoofdredacteur deze
oorlogsroman nog niet heeft gelezen en
ik hoop dat hij het boek ook niet hoeft te
lezen, want ik wens hem geen 43
graden koorts toe.
Mijn conclusie is dan ook: aangezien
Ralph Boekholt niet zelf bij de presen
tatie aanwezig is geweest, en hij het
boek niet heeft gelezen, komt zijn artikel
"Bandjir over Bronbeek", dat door
drenkt is van vooringenomenheid,
enigszins op losse schroeven te staan.
Door dat artikel is Bronbeek ten onrechte
in een kwaad daglicht gesteld. Dat Ralph
niet geheel op de hoogte is van Bronbeek
en haar bewoners bleek reeds in zijn
artikel "Slachtoffers Japanse Vrouwen
kampen herdacht" in Moesson van 1 5
september j.l. waarin hij onder meer
stelde: "Bronbeek heeft niets te maken
met de Tweede Wereldoorlog"
Commandant KTOM Bronbeek
R. BOEKHOLT
Naschrift:
1Inderdaad ben ik niet zelf aanwezig
geweest bij de presentatie. Wel heb
ik een ooggetuige-verslag gekregen
van een Moesson-redacteur en heb
ik aandachtig de uitgebreide persmap
bestudeerd. Ook het daarbij behoren
de cassettebandje met een "inter-
view"met Van Leeuwen heb ik be
luisterd. Mijn artikel wil ik dan ook
geen slag in de lucht noemen. Daar
bij komt natuurlijk dat je echt niet
altijd overal met je neus bovenop
moet hebben gezeten om bijvoor
beeld een mening ten beste te geven.
Mijn naamgenoot zal het daarmee
eens willen zijn, vooral ook omdat
hij aan de woorden van Van Leeuwen
een bijzonder belang hecht en dat
terwijl Van Leeuwen nooit in (het na
oorlogse) Indië is geweest en zich
voor zijn roman uitsluitend heeft
gebaseerd op schriftelijke stukken
en verhalen!
2. Bronbeek heb ik nooit in een kwaad
daglicht gesteld. Wel plaats ik, wan
neer mij dat zinvol lijkt, kanttekenin
gen bij bepaalde gebeurtenissen op
of ontwikkelingen rond Bronbeek. Ik
meen dat dit mijn recht is en mijn
plicht als redacteur van een Indisch
tijdschrift. Opdat de betekenis van
Bronbeek niet op losse schroeven
komt te staan.
R.B.
rrozaiscn einae van Kamoajan (ten westen van Garoet) waarover zoveel moois
geschreven is. Heer Bish bezocht het plaatsje kortgeleden. Dat het Hack's Radium
Hotel verdwenen was, was bekend, maar hoe zou het zijn met de bekende Kawah
Kamodjan met de 7 spuiters (geysers)? Voor de toeristen is er éen in tact gelaten,
hekje eromheen, bord erbij. De andere zes zijn gecapteerd in isoleerbuizen naar een
centrale geleid die 300 MEGAWATT energie oplevert (evenveel als de kern
centrale in Petten). Praktisch gedacht, mooi werk. Maar mooi?
19