DE "NAUTILUS pronkstuk van de schelpenkabinetten Schelp van de Nautilus pompilius In de 17e en 18e eeuw brachten de VOC-schepen allerlei tropische rariteiten naar Europa. Deze werden hier aan het publiek vertoond; opgezette vreemde dieren, exotische voorwerpen, kristallen en mineralen en vooraltropische schelpen. Welgestelde compagniesdienaren had den in Nederland thuis zo'n verzame ling, mooi opgesteld in een kostbare eiken kast. Ze waren daar niet weinig trots op, hoewel ze eigenlijk over de aard der voorwerpen weinig wisten De Duitser Georgius Everhardus Rumpf (beter bekend als RUM PHI US) leefde 50 jaren op Amboina, waar hij met ongelofelijke ijver de planten en dieren wereld heeft bestudeerd en in tekening gebracht. Niet minder dan 12 grote boeken zijn de vrucht van zijn arbeid. Daarnaast schreef hij nog eens drie boeken, zijn "rariteitenkabinet", omvat tende honderden uiterst gedetailleerde tekeningen van vele door hem zelf ver zamelde soorten zeedieren en ook weer tropische schelpen. Wie deze oude boeken bekijkt, merkt wel hoe rijk de fauna van de Indische zeeën is Rumphius' werk is wetenschappelijk wel verouderd, maar nog steeds boei end. Neem nu eens de Nautilusschelp, waarover we het een en ander leren. Het dier, dat deze wonderlijke woning bouwde, is een inktvis, een van de 5 klassen der mollusken (weekdieren). Het heeft tentakels aan de kop en is in staat om de schelp tijdens de groei steeds verder aan te bouwen, met kalk uit het zeewater De schelp zelf is als een platte spiraal. die wel 20 tot 30 cm in doorsnede kan worden, bestaat uit een reeks van kamers, die onderling door een lucht buis zijn verbonden. Deze buis staat in verbinding met het dier. De Nautilus pompilius (papier-Nautilus) bewoont zelf de voorste en grootste kamer. In het Indonesisch wordt dit genoemd "Bia papéda, wist u dat nog? Om de Nautilus te verzamelen, moet je niet aan het strand zijn, maar juist ver van de kust, het dier beweegt zich vrij in de zee. Ook kan het echt "duiken" als een duikboot. Dat geschiedt door meer of minder naar buiten te gaan "leunen", of door zich dieper erin terug te trekken. Op deze wijze wordt de luchtruimte, dus de lege kamers, groter of kleiner van inhoud gemaakt en verandert het s.g. van het geheel, zodat het bootje zal stijgen of zinken. Knap hè? Een zusje van de Nautilus pompilius is het zogenaamde Portugese oorlogs schip, dat er wel enigszins op lijkt, doch een veel dunnere en meer geribbelde schelp bezit. Men vertelt ons, dat deze soort in staat is om aan de oppervlakte van de zee te "zeilen". Dat geschiedt door een soort vlies, dat tussen de voorste tentakels groeit, uit te spreiden. Vandaar dus deze toepasselijke naam. Nautilus-schelpen bezitten is voor de verzamelaar een "must", maar ze zijn ook erg gezocht door liefhebbers van curiosa. De schelpen worden, met behulp van azijn afgebeten, zodat het ware juwelen worden van parelmoer; een sieraad voor de schoorsteen of als lampvoet. Ik zag er eens een in een museum, waarbij de schelp was ingebed in een kostbare zilveren voet, om te dienen als drinkbeker voor champagne! Mooi hoor, maar geef mij maar de echte schelp, zoals moeder natuur die maakte. Maarsmaken verschillen. Een volgende keer misschien iets over die glanzende en soortrijke familie van de Kaurie-schelpen. D.A.V. Doorgezaagde schelp van de Nautilus pompilius. Goed zichtbaar zijn de kamers die onderling door luchtsluizen zijn verbonden. 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 20