Indisch Maatschappelijk Werk
Naar Indonesië
op eigen houtje?
Om het maar even in de groep te gooien: er zijn natuurlijk ook gekke Indische
mensen. Vervelende, hinderlijke, arrogante, gemene, domme, zeurende,
geniepige, twistzieke enz. Indische mensen.
Ik zeg dit maar omdat wel eens gezegd wordt dat alle Indische mensen altijd even
lief en aardig zijn. En als ze dat niet (helemaal) zijn, dan zou dat alleen maar komen
door de oorlog. Of door een of ander koloniaal complex. Of omdat ze ooit zijn
uitgescholden voor poepchinees.
Forget it. Er zijn er die gewoon vanaf de wieg hinderlijk waren en nog steeds zijn.
Dat geeft overigens allemaal niets, waarom zouden (alleen) de Indische mensen
volmaakt moeten zijn. We moeten ons dus niet voor de gek houden. Ik bedoel: niet
iedereen die "afwijkend" gedrag vertoont, hoeft meteen met égards in de watten
te worden gelegd, voorzien te worden van een uitkering en bemoedigend te
worden toegesproken door een sociaal werker. Een flinke schop kan effectiever
zijn.
Nu zijn er mensen, ik weet het, die bij
het lezen van deze regels ineen krimpen
en zich smartelijk afvragen hoe ik zoiets
kan zeggen. "Het zijn mensen Ralph,
het zijn mensen." De sociaal werkers,
de therapeuten, de maatschappelijk
werkers, de hulpverleners of hoe ze ook
mogen heten. "De zachte handjes"zeg
ik altijd oneerbiedig. De jongens en
meisjes die achter elk woord, achter elk
gebaar, achter elk doen en laten een zee
van onverwerkt leed ontwaren en met
een zucht van genot daarin duiken om
de drenkeling op het droge te trekken.
Omdat dat hun werk is, omdat ze daar
voor geleerd hebben, ledereen is ziek,
iedereen is zielig, iedereen heeft hulp
nodig. Gewone, normale en gezonde
mensen bestaan niet.
Goed, dit heb ik even in de groep
gegooid, maar nu moet ik er wat aan
toevoegen.
Het imago van de zachte handjes hebben
die hulpverleners aan zich zelf te wijten,
maar natuurlijk is niet elke hulpverlener
een ei. En wat meer is: natuurlijk zijn er
(Indische) mensen die werkelijk hulp
nodig hebben en die ook zo graag
zouden willen krijgen, bij voorkeur van
Indische mensen. Hoe vaak krijgen we
niet op de redactie de vraag "weet u een
Indische tandarts, een Indische advo
caat, een Indische dokter, een Indische
dominee?" En dan niet omdat zij beter
zouden zijn, maar voor het gevoel, de
herkenning, het gemakkelijker praten
en begrijpen.
Ook Indische mensen kunnen gewoon
(zware) problemen hebben. Waarom
niet? Problemen waarover gepraat moet
worden. Een bemoedigend schouder
klopje is dan niet voldoende. Wel is dan
een luisterend en begrijpend oor nodig.
Iemand die kan helpen bij het vinden
van oplossingen. Iemand die tijdelijk
begeleidt. Dan is het goed dat er hulp
verleners zijn. En nog beter is het wan
neer er ook Indische hulpverleners zijn.
Robert Croese (Kediri, 1940) is zo'n
hulpverlener. Samen met enkele In
dische collega's wil hij een Indisch
Maatschappelijk Werk opzetten.
Na een HTS-opleiding heeft Robert 1 6
jaar bij Rijkswaterstaat gewerkt, maar
zo'n 12 jaar geleden voelde hij zijn
werkelijke "roepingmaatschappelijk
werk. Hij heeft zich toen omgeschoold.
Sindsdien houdt hij zich intensief bezig
met (de vraagstukken van) Indische
mensen. Hij heeft veel ervaring opge-
Robert Croese
daan in reguliere eerste en tweede lijns-
hulporganisaties alsmede in Indische
organisaties.
Robert Croese: "Wanneer ik spreek
over Indisch Maatschappelijk Werk,
dan heb ik het niet over massa's zielige
Indische mensjes op wie ik en mijn
collega's zich kunnen botvieren. Laat
me dat voorop mogen stellen. Bij Indisch
Maatschappelijk Werk denk ik aan ge
wone, gezonde mensen die breuklijnen
hebben in hun geschiedenis en last
kunnen hebben van die breuklijnen.
"Hoe kunnen zij die problemen over
winnen" is de vraag die wij met het
maatschappelijk werk willen oplossen.
Veel Indische mensen hebben niet
geleerd om hulp te vragen als ze die
nodig hebben. In Nederland hebben zij
echter alle recht op hulp. In mijn werk
zie ik ook maar heel weinig Indische
hulpvragers en dat terwijl er zoveel is
gebeurd in het leven van Indische
mensen. "Hoe verwerken zij hun vragen
en problemen" is hier een van de vragen
die rijst. Indische mensen die wél hulp
hebben gezocht, zijn niet zelden teleur
gesteld. Omdat zij in de Nederlandse
hulpverleners geen herkenning vonden,
niet begrepen,totaal niet aangevoeld
werden. Zelf ben ik vaak geschrokken
van door Nederlandse therapeuten ge
stelde diagnoses."
"Bij Indisch Maatschappelijk Werk denk
ik overigens ook aan sociaal-culturele
en opbouwtaken. Zo heb ik veel signalen
gekregen uit de eerste generatie die
wijzen op de behoefte om het eigen
verleden en de eigen cultuur te bewa
ren. Maar veel oudere mensen hebben
geen kracht meer om bijvoorbeeld reü
nies in stand te houden. Hier ligt ook
een taak voor maatschappelijk werk.
En dan mijn generatie: daar geboren,
jong naar Holland, hier opgevoed enz.
Het Indische wat je in je hebt en het
Indische wat je in je opvoeding wel of
niet hebt meegekregen (vergeet dat
laatste vooral niet), dat komt op een
gegeven momenttoch in je leven aan de
orde. Mensen kunnen dan met vragen
zitten die serieus zijn. "Ik kan (op mijn
werk) niet functioneren omdat ik iets
heb dat ik niet kan plaatsen". Zoiets kan
zo ernstig zijn dat het leidt tot lichame
lijke klachten.
De derde generatie, de hier geborenen,
zal straks ook komen met allerlei vragen:
over hun ouders, over het Indische.
Wanneer nü gedacht wordt over
Indische normen en waarden die wij
aan onze kinderen willen meegeven,
wanneer wij onze kinderen betrekken
in de Indische cultuur, dan geloof ik dat
we voor later een hele hoop vragen
voorkomen."
"Het is zeker niet de bedoeling om het
Indisch Maatschappelijk Werk een
alleenstaand en gesloten gebeuren te
doen zijn. Het moet juist een brug slaan
naar de reguliere instellingen voor
hulpverlening. En ook zal het een
verwijsfunctie hebben naar Indische
organisaties. We wonen, leven en wer
ken in Nederland, we moeten en hoeven
ons niet te isoleren. Wel kunnen en
moeten wij, Indische mensen, elkaar
hulp vragen en hulp geven. Omdat wij
met elkaar dingen delen die wij met
niemand anders kunnen delen.
Dit jaar, 1991, willen wij een zogeheten
pilot-project in gang zetten. Dat houdt
in dat wij alle vragen die op ons afkomen
inventariseren en samenvatten, opdat
er inzicht ontstaat in de behoefte aan
Indisch Maatschappelijk Werk. De
resultaten zullen vervat worden in een
rapport dat, als daar reden toe is, zal
worden besproken met de betreffende
overheidsinstellingen."
RALPH BOEKHOLT
Wie nadere informatie wenst over het
Indisch Maatschappelijk Werk-project
kan schrijven naar: Robert Croese,
Blekerhof 43, 2613 KB Delft.
Moesson beschikt over een complete
logeeradressenlijst van± 1 50 guest
houses, particuliere adressen, etc.
Te bestellen door f 9,- overte maken
op Postbanknr. 6685.
Inlichtingen: tel. 070 - 354 55 00.
20