moessQn Op een klein stationnetje "IN INDIË GEWEEST" BU DE VOORPLAAT (Foto: Harry van Lawick van Pabst) leder mens heeft zo zijn aversies. Bij het schrijden van de jaren is het de gewoonte met jezelf in het reine te komen en de meeste daarvan kwijt te raken. Ik ben nog niet zover, ik heb er nog drie over: witlof, kiwi en treinen. De voorplaat van deze Moesson, de trein bij station Batutulis bij Bogor maakt het moeilijk om mijn afkeer van het stalen monster te verklaren, want in deze trein zou ik toevallig wel willen zitten. Alle andere treinen kunnen voor mijn part gestolen worden. ONAFH. IND. TIJDSCHR., 35e JAARG. No. 11 ISSN: 0165 6546 Opgericht door: TJALIE ROBINSON (1911-1974) Verschijnt de 1ste en de 15e van iedere maand. Verschijnt NIET op 1 juni, 1 juli, 1 augustus en 1 januari maar als dubbelnummer op 15 juni, 15 juli, 15 augustus en 15 december. ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVA RINGEN IN DE GORDEL VAN SMARAGD NIEUWE INTERESSEN IN NEDERLAND TE WEKKEN VOOR DE TROPENGORDEL. Prins Mauritslaan 36, 2582 LS 's-Gravenhage. Telegramadres: Robinson BV Den Haag. Tel. 070 - 354 55 00 354 55 01 Toko Moesson tel. 070 - 354 34 66. Telefax 070 - 351 48 62. Postbank rek.nr. 6685. A.B.N. Den Haag rek.nr. 51.56.15.730, Uitgave Publ. en Handel Mij. Tjalie Robinson BV. Directie: R. F. G. Boekholt Prijs per nummer f 4,50 Prijs per dubbelnummer f 6,50 Abonnement voor Nederland en Europa: halfjaar f 45,-, jaar f 90,- Zeepost abonnement f 90,- per jaar. Luchtpost abonnement f 107,50 per jaar. Het correspondentie- en betalingsadres voor Amerika is Mrs. R. Cohen-Top. P.O. Box 1 724, Pahoa, Hawaii 96778, tel. (808)965-8167. PLEASE Uw check op naam stellen van Mrs. COH EN en NI ET op Moesson of Tjalie Robinson B.V. In U.S.A. niet bekend Abonnementen kunnen elk gewenst moment ingaan. Het abonnementsgeld dient bij voor uitbetaling te worden voldaan. Opzegging is alleen mogelijk per 1 januari of 1 juli met een opzegtermijn van één maand. Advertenties kunnen zonder opgaaf van rede nen geweigerd worden. De directie behoudt zich het recht voor om bepaalde redenen abonnementen te beëindigen of aanvragen te weigeren. Hoofdredactie: Ralph Boekholt Eindredactie en vormgeving: Ch. J. A. Manders, Mark Boon Redactie seer.: Nancy Scipio Hoofdboekhouding: R. W. Rosbak Boekhouding/abonnementenadm.: Mevr. I. Spruit Advertenties: Mevr. X. Beek Toko/Boekhandel: Mevr. W. B.Tuynman-Heur Mevr. T. E. Beeckman-Schüller Uitgeverij: L. Boon-van Zele (Lilian Ducelle) Druk: Drukkerij de Graaf B.V. - Enkhuizen KOPIJ Redactie Moesson behoudt zich het recht voor om kopij, die voor plaatsing in aanmer king komt. waar nodig in te korten en/of te bewerken. Wanneer en waarheen? Op het moment dat ik de stationshal betreed zijn dit de vragen die alleen mijn ogen, verstand en portemonnaie kunnen beantwoorden. Om met de laatste te beginnen: na tergend lang in de rij te hebben gestaan (reductiebonnen, 65+ kaarten, speciaal- tarief kaarten vragen meer behandelings- tijd) stap ik met een peperduur velletje (vroeger kreeg je tenminste nog een stevig stukje karton) het grootste pro bleem tegemoet: welk perron en waar? In Den Haag Centraal staan de perrons mooi op een rijtje en kun je via het elektronische bord lezen waar je naar toe moet en om hoe laat. In andere stations (vooral die van kleinere plaat sen) moet je onder de grond duiken als een mol. Dat gebeurt in Utrecht of Arnhem of Alkmaar. Ik sta altijd net op het verkeerde perron, ontdek dat 3 mi nuten voor mijn trein zal vertrekken, ren als voornoemde mol weer onder de grond sla links of rechts een trap op en zie meestal kans nog net op tijd de trein te pakken. Op het moment dat die zich in beweging zet, zakt er vanaf mijn hersens een baksteen van twijfel in mijn keel en verder naar beneden naar de hartstreek. Ik weet zeker dat ik in de verkeerde trein ben gestapt! Goed, niet zo dom blijven staan maar doen of er niets aan de hand is en een zitplaats zoeken. En nu komt de reden waarom ik zo n hekel heb aan trein reizen. Je treedt als volkomen vreemde binnen in een besloten ruimte, een soort huiskamer waar mensen het zich gemakkelijk hebben gemaakt. Dat zij zich in diezelfde situatie bevinden als ik kan ik niet zien of aanvoelen. 90% van de reisgenoten bekijkt mij met die on bescheiden dwars-door-je-heen blik vooral Nederlanders eigen. De overige 10% negeert mij en ongelukkig genoeg zit die juist op plekken waar nog een plaatsje vrij is. Ik zoek een plaatsje, mij verontschuldi gend. Ik voel me een indringster die bezig is een samenzijn te verstoren. Met mijn tas en een pakje op schoot (het bagagenet ligt al vol) probeer ik aan de situatie te wennen. Dat lukt me na een minuut of tien. Ik ken niemand die een hekel heeft aan treinreizen, ik weet zelfs een oude lieve dame die er verzot op is en geen gelegenheid voorbij laat gaan van haar 65-plus kaart gebruik te maken. 2 Twee mogelijkheden zijn er om de tijd te doden. Lezen of uit het raam kijken. Als ik Chinees, Arabisch of Hindustaans kon lezen had ik een tijdschrift in die talen gekocht. Het staat interessant en bovendien kan mijn overbuur dan niet weten wat ik lees. Als het geen Chinees, Arabier of Hindustaan is tenminste. Dus kijk ik uit het raam waar ik niets kan ontdekken dat ik niet vroeger in ons leesboekje op de lagere school al heb gezien. Wat zou een horde gillende Indianen te paard naast de trein me welkom zijn. Of desnoods een troep Mexicaanse bandieten, van plan de trein te beroven. Maar ach, het avontuur van The Great Trains, The Great Train Rob bery en How the West was won, zijn voorbij. In deze trein valt niets te roven dan een aantal OV-Jaarkaarten en dag retourtjes. Nergens boengkoesans, beseks, nang- ka's, doerens en papaja's in draagtouw- tjes, onder de banken. De trein in mijn jeugd was donkergroen, deze is felgeel. De zitbanken waren van rotan en hout, deze zijn van rood skai. Alles glimt van nieuwheid daar zorgen de voetbalsup porters wel voor. Zitten in een rook-coupe vind ik niet erg. Niet omdat ik zelf rook, maaromdat ik nooit last heb van rook en rokende mensen minder praten. Niets ergers dan een medepassagier die een gesprek met je aanknoopt. Je kunt boffen, maar de kans op een leuke conversatie is 1 op 134. Ik heb in mijn leven heel veel in de trein gezeten. Van Malang naar Soerabaja als forens, jaren lang. Om kwart over zes 's morgens met de eerste trein (Vlugge Zes) en 's middags om 5 uurterug. Heb goede herinneringen aan de mensen die ook in die trein zaten. Maar de trein zelf heb ik altijd een kriem gevonden. Mensen die even schijndood zijn geweest vertellen dat het was of je door een tunnel wordt getrokken, op het eind daarvan een verblindend licht. Als je dat licht bereikt heb dan zit je in het hierna maals, dan heb je de wereldse ellende achter je. Nou, dat gevoel heb ik nu als ik door de tunnel loop naar de uitgang van het station. Nog even, dan stap ik in de taxi. Voorbij de ellendige treinreis. Als ik de chauffeur wil betalen kom ik mijn trein- kaart tegen. Een retourtje. LD Maria Dermout, H.J. Friedericy, Beb Vuyk Nogmaals onder de loupe. Een schrijversprentenboek dat in woord en illustraties aanvult wat we nog over deze auteurs hadden willen weten. f 29,90, porto f 5,—

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 2