Boekbinderij W. PONSEN woorden trachtte Marsim haar te over reden. H ij kon wachten. Andere, grotere werken zou hij volbrengen, grote men selijke werken. "Het onmogelijke is niet in 's mensen macht". Dat bleef Dala's enig antwoord. Toen stond ze op. "Nooit zal je dan mijn bruid zijn Dala?" "Zolang beide landen niet te verbinden zijn, kan ertussen ons geen huwelijks band bestaan." "Dala het moet". "Het kan niet, Marsim. Marsim mijn vriend". "Och spreek zo niet! Je hebt het in je macht. Alles doe ik om jou te winnen." "Bouw de brug". Dala wilde zich terugtrekken in haar huis, maar Marsim sprong naar voren, haar het binnentreden belettend. "Je woord, je woord van trouw, Dala". "Neen". Ze wilde langs hem doorgaan. Blijf!" gromde het ruw in de duisternis. Marsim greep haar vast, maar zij rukte zich los met een kracht, die hij niet in haar verwacht had. Dit zweepte zijn plots oplaaiende woede tot razernij. Zijn hand rukte het kapmes uit de schede, hieuw als een bliksemschicht door het duister en sloeg met één slag Dala's hoofd van de romp. Mensen snelden toe en riepen door elkaar: "Marsim heeft Dala gedood!" Maar niemand naderde het lijk. Ze waren allen maanden bij hem in dienst geweest; ze eerden en bewonderden hem. Bezat hij geen geheimvolle kracht? Was hij niet een hoger wezen? Was hij nu plots krankzinnig om het mislukken van zijn werk? Maar eenmaal zijn afschuwelijke daad gesteld, stond Marsim trillend bij het lijk. Het kapmes ontviel zijn hand. Wat had hij gedaan? Zijn hand had gedood, doodde Dala, zijn bruid. Hij kromp ineen, verpletterd onder dit vreselijk gebeuren. Lang zat Marsim zo, tot hij, gewekt door luid geroep en stem gegons, het hoofd ophief. Een menigte mensen wist hij rondom zich in het duister. Hij moest weg, heengaan van deze plek, waar heen zo lang zijn innigst begeren hem gedreven had. Hij moest heengaan. Zijn hand doodde het leven. Zijn kapmes had hier meer vernield dan ginds de zee. In zijn uitgespreide hoofddoek wikkelde hij het leeggebloede hoofd en droeg het heel voorzichtig als een kostbare last met zich mee, op weg naar zee. Zijn boot wachtte nog op strand. De roeiers sliepen. Hij wekte hen en beval hen weg te varen. Nooit zou hij Sumatra's kusten weerzien. De zee was kalm. De roeiers zongen een vredig lied. Maar dicht bij het roer zat Marsim ineengedoken, als was hij een zaam op deze eindeloze zee-vlakte. Verder en verder voer hij, droeg dit hoofd verder van het lichaam weg. Groter gaapte de wonde. Toen Marsim was heengegaan, kwam de menigte rond Dala's levenloze lichaam samen. Bij toortslicht droegen zij het lijk naar de woning van het kampong-hoofd. Dala toch had geen bloedverwanten of vrienden te Ketapang. Wie kende eigen lijk dit meisje? Wie wist vanwaar zij gekomen was? Ze had een huis aan-zee. Had Marsim haar hier gebracht? Was ze zijn zuster? Naar landsgebruik zouden vrouwen het lichaam baden, vóór het in doeken te wikkelen en aan de aarde toe te ver trouwen. Hoe groot was toen ieders verwondering? Niemand had dit geheim vermoed. Wie was Dala? Was het Mar- sims broeder? Had Marsim in krank zinnigheid zijn broer gedood? Dala was een jonge man! J. van Gojenstraat 291 2526 RK Den Haag tel. 070 - 380 20 95 Inbinden van boeken, tijdschriften, en documenten. Ook restauraties. Warm aanbevolen door Moesson en I.W.I. Dat was Dala's geheim geweest. Een geheim dat hem het leven kostte. Toen Marsim hem ten huwelijk vroeg, had hij zich geschaamd te bekennen, dat hij een jongen was, meende hij hem heen te zenden door een onmogelijke voor waarde te stellen. Hoe verder Marsim's werk vorderde, des te banger werden zijn dagen. De zee was zijn bondgenoot, aan wie hij wanhoopte, maar die hem tenslotte een pijnlijke bekentenis spaarde. "Het onmogelijke is niet in 's mensen macht", was zijn antwoord geweest, overgenomen van Marsim, die zijn geheim niet kende. Marsim begreep niet dat hij "vriend" genoemd werd en zijn kapmes verhinderde verdere ver klaring. "Het kan niet, Marsim". Marsim was niet begrijpend heenge varen. Het onmogelijke een brug te bouwen, die Java met Sumatra verbond, had hij beproefd. Met de pijnlijke onder vinding dat dit niet kon, was hij thans verdwenen. Toen alle bewoners van Ketapang sa men waren, zou men Dala begraven in Marsim'stuin. Maar als men de romp in het graf wilde neerlaten, ontschoot het lijk aan hun handen, stond versteend plots rechtop, op de uitgedolven aarde Allen vluchtten verschrikt, niemand die ooit nog Marsim's tuin betrad. Maar lang spraken de mensen nog over dit vreemd gebeuren, over Marsim en Dala. Marsim, nooit keerde hij terug, nooit heeft men nog iets over hem vernomen. En zijn brug lag door de zee ontredderd, uiteengeslagen. Als monumenten van haar zegepraal liet zij enkele brokstukken van Marsim's werk - mensenwerk! - bestaan. Wij noemen die brokstukken eilanden. Maar de oudere mensen van Ketapang weten wel beter: de eilanden tussen Java en Sumatra zijn de brokstukken van Marsim's brug! En vraagt gij in uw ongelovigheid, waar het beeld van Dala staat, dan halen die mensen hun schouders op. De eilanden zijn dét geen getuigen? De baaien op Sumatra's zuidpunt spre ken die niet duidelijker dan duizend beelden? (Uit: "Schone Sahari en andere legenden van Zuid-Sumatra" door pater M. Weilen S.C.J. Uitg. Missieprocuur, Rotterdam z.j.) Binnenkort verschijnt alweer de derde druk van het ontroerende dagboek "KON IK MAAR WEER EEN GEWOON MEISJE ZIJN" Het boek beschrijft op indrukwekkende wijze het dagelijks leven in een vrouweninterneringskamp in het voormalig Nederlands Indië, gezien door de ogen van een 14-jarig meisje. Beelden van honger, triestheid, zware arbeid en angst, worden afgewisseld door humor, hoop en levenskracht. Omvang 208 pagina's (met tekeningen en foto's) Bij voorintekening betaalt U F. 25,-. Na verschijning F. 28,- (excl. verzendkosten). BESTELBON Ik verzoek Uex. van het boek "Kon ik maar weer een gewoon meisje zijn" te zenden aan: Naam Adres Postcode:Woonplaats:_ Handtekening besteller: DRUKKERIJ-UITGEVERIJ GEVANA Postbus 108 - 2180 AC Hillegom Postbank 1667081 - Bank: Rabobank Rek.nr. 32.81.10.221 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 12