JAN VERBOOM (1891-1956) een Schiedammer die carrière maakte in Nederlands-lndië door J.TH. GANTVOORT In dit artikel willen wij aandacht besteden aan het leven van een bekende Schiedammer, Jan Verboom (1891-1956), die in Schiedam zelf volkomen onbekend is gebleven. Bekend was hij vooral in het voormalig Nederlands-lndië, waar hij in de periode 1920-1942 een belangrijke rol in het politieke en culturele leven speelde. Schooljaren Jan Verboom werd op 4 februari 1 891 in Schiedam geboren op het adres Lange Kerkstraat 76, als eerste kind van de behanger Frans Verboom en van Teuntje van Balen. Na hem kwamen er nog twee zoons en vier dochters, zodat het gezin uiteindelijk uit zeven kinderen bestond. In 1 903 ging Jan Verboom naar de Rijks-HBS aan de Overschiesestraat. Thuis was er voortdurend geldgebrek. Vader Frans kon de HBS van zijn zoon maar nauwelijks betalen. Aan het ver enigingsleven op school kon Jan daar door niet deelnemen. "Hij was" - zo schreef de bekende journalist Jan H. Ritman (o.a. hoofdredacteur Bataviaasch Nieuwsblad), die bij hem op school had gezeten - "een bijzonder begaafde leer ling, een weinig in zichzelf gekeerd, en niet gemakkelijk in de omgang. Een zeker sarcasme in zijn optreden was hem toen al niet vreemd. Als zo vaak was dit sarcasme slechts een schild om zijn overgevoeligheid te verbergen In juli 1 908, op 1 7-jarige leeftijd dus, slaagde Jan Verboom voor zijn eind examen. Daarbij had hij o.a. een tien voor staatshuishoudkunde, en negens voor staatsinrichting, boekhouden en Nederlands. Na de zomervakantie ging Jan Verboom de Rijks-normaallessen voor aankomen de onderwijzers (R.N.L.) volgen. Jan was een snelle leerling. In mei 1909 slaagde hij reeds voor de akte Lager Onderwijs. Op 28 juni 1 91 3 - hij is dan 22 jaar oud - is hij met het stoomschip "Tambora" uit Rotterdam naar Indië vertrokken. In Amsterdam is hij op 5 juli uitgeschreven met als bestemming Klaten, een plaats op Java. Eerste jaren in Indië In Klaten wordt hij onderwijzer bij de privéschool van de toen 63-jarige sui kermagnaat Henri Auguste Dézentjé. Deze had in Klaten een suikerplantage met de naam "Karang Anom", die deel uitmaakte van zijn Cultuurmaatschappij Jan Verboom "Djoengkaré". De plantage had een omvang van 1 600 bouws, d.i.ruim 1 1 ha, en was gelegen 4 paal, d.i. 6 km ten noordwesten van de spoorweghalte Tjepper, op de zuidoostelijke helling van de vulkaan Merapi. Hoe alles in zijn werk ging, is niet duidelijk. In ieder geval staat hij in de Adresboeken van 1 91 7-1 920 als par ticulier onderwijzer te Surabaya ver meld. Volgens Ritman heeft Verboom de baan van gouverneur verloren, toen zijn werkgever (Dezentjé) is overleden. Dat was op 21 oktober 1921. Verboom werd toen, waarschijnlijk op recomman datie, derde scretaris van het destijds machtige Syndicaat van Suikerfabrikan ten in Nederlandsch-lndië(ASNI). Hij ontwikkelde daar volgens Ritman "een ontoombare energie", zodat hij al gauw werd bevorderd. In 1923 wordt hij in het Adresboek al gewoon als secretaris vermeld. Kort daarvoor was hij getrouwd met Emeline Victorien van den Broek, geboren te Djombang op 30 juli 1 901 Op 29 november 1 925 kregen zij een dochtertje. Emma Thea geheten, dat in het Darmo-ziekenhuis te Surabaya werd geboren. In zijn vrije tijd deed Jan Verboom veel werk voor de Kunstkring te Surabaya. In 1924 vertegenwoordigde hij de Kunstkring reeds in het Bestuur van de Bond van Nederlandsch-lndische Kunst kringen te Batavia. Hij zou deze functie tot 1942 bekleden. Uit "Ons Kring- nieuws" blijkt dat hij in 1925 zowel secretaris als penningmeester van de Surabayasche Kunstkring was. In 1 926 geeft hij wegens de toegenomen drukte het baantje van penningmeester er aan, maar hij blijft de leiding van het z.g. Bureau van de Kunstkring behouden. Begin 1 928 legt hij in verband met zijn aanstaand verlof beide functies neer maar hij wordt dan vice-voorzitter. Op 1 5 augustus vertrekt hij dan met het stoomschip "Slamat" naar Nederland, waar hij o.a. zijn familie in Den Haag en Schiedam bezoekt. Zijn vader was toen nog in leven. Half mei 1 929 is hij terug in Surabaya en neemt hij zijn functie van vice-voorzitter van de Kunstkring weer op. Ook was hij nog geruime tijd Com missaris Plaatsbespreking. Oprichting Vaderlandsche Club Bij het Suikersyndicaat had Jan Verboom mr. P.M.C.J. Hamer en mr. G.H.C. Hart leren kennen, die in de jaren 1928-29 met anderen bezig waren een nieuwe politieke groepering, de Vaderlandsche Club, op te richten. Samenbindend element vormde kritiek op het tegenover het Indonesisch natio nalisme zwakke beleid van de Neder landse regering, de zgn. "ethische poli tiek". De vrees was dat hierdoor de Nederlandse leiding over Indië in gevaar kwam. De Vaderlandsche Club (VC) wierp zich op als kampioen van de Nederlandse kolonisten. Dit sprak ook Jan Verboom aan en hij behoorde daar mee tot de leden van het eerste uur. Op 20 oktober 1929 werd de Vaderlandse Club officieel opgericht. In de beginjaren van de nieuwe politieke beweging speelde Jan Verboom een belangrijke, doch geen leidende rol. Zo heeft hij medio 1 929 samen met mr. Hart een belangrijke bijdrage geleverd aan het beginselprogramma. Van het begin afwas hij lid van het Bestuur van de Kring Surabaya, medio 1 932 wordt hij waarnemend voorzitter. Van 17 december 1 929 tot 27 september 1933 was hij fractieleider van de Vaderlandsche Club in de Gemeenteraad van Soerabaja. 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 4