Opmerkelijk wapenfeit in die periode
was met name een voorstel van de VC-
gemeenteraadsfractie om de salarissen
van de gemeente-ambtenaren van Su
rabaya per 1 januari 1 932 met 10% te
verlagen. Voorts is vermeldenswaard
een voorstel van de Kring Surabaya,
door Verboom verwoord in een Alge
mene Vergadering van de VC, om de
regering in Nederland per telegram te
verzoeken al het mogelijke in het werk
te stellen de in Europa vastgelopen
onderhandelingen tussen de grote mo
gendheden weer op gang te brengen.
Eén van de aanwezigen spreekt dan van
"Don Quichotterie", een ander van een
"cri-de-coeurVerboom houdt het bij
het laatste: "Als we hier bijeen zouden
zijn als gelovige mensen, zou ik zeggen:
"Laat ons bidden". Het voorstel wordt
aangenomen.
Bij zijn afscheid werden vele waarde
rende woorden gesproken, ook door
politieke tegenstanders. De Burge
meester zei o.a. "dat Verboom iemand
was waarnaar werd geluisterd". Eind
1 933 wordt hij ook nog korte tijd voor
zitter van de Afdeling Oost-Java van de
VC.
In de Volksraad
Begin 1935, wanneer Verboom nog
steeds voorzitter is van de Afdeling
Oost-Java en op het adres Simpang 44,
Surabaya woont, wordt hij samen met
H.J. van Holst Pellekaan, ir. H.A.
Vreeburg en de arts H. Kruyne voorde
Vaderlandsche Club tot lid van de Volks
raad gekozen. In maart legt hij dan zijn
voorzitterschap van Oost-Java neer,
omdat hij wegens zijn Volksraad-lid-
maatschap naar Batavia moet verhuizen.
Hij wordt ook nog gepolst om voorzitter
van de Vaderlandsche Club als geheel
te worden, maar dit wijst hij af omdat hij
tegen een accumulatie van functies was.
Op 15 juni wordt hij inderdaad als
Volksraad-lid benoemd, en tevens wordt
hij lid van het College van Gedelegeer
den. Wanneer Van Holst Pellekaan op 1
juli als Volksraad-lid bedankt, wordt
Verboom meteen fractieleider van de
VC. Hij treedt dan eveneens toe tot het
Hoofdbestuur.
Politiek leider
Op 11 juli 1935 houdt Verboom zijn
maiden-speech in de Volksraad bij de
Algemene Beschouwingen. Hij vindt
dat Nederland te weinig voor Indië doet.
"Het ontbreekt ons als Nederlands volk
aan koloniale allure, zoals de Engels
man dat heeft" meent hij. Hij is nu de
politiek leider van de Vaderlandsche
Club, en zijn invloed breidt zich nog uit.
Per 1 januari 1936 wordt hij redacteur
van het partij-orgaan "Nederlandsch-
Indië". Korte tijd later wordt hij ook
ondervoorzitter van het Hoofdbestuur,
onder Van Holst Pellekaan. Blijkbaar
heeft hij dan geen bezwaar meer tegen
een accumulatie van functies. Tevens
wordt hij lid van de Commissie ter
Jan Verboom, 3e van rechts voor, aan
namen van lezers hopen te vernemen.
herziening van het kiesstelsel in Indië
(voorzitter: mr. W.H. van Helsdingen)
en van de Raad van Advies voor de
Omroep. Mei 1 936 maakt hij een pro-
paganda-reis naar Sumatra, waar hij
met zijn lezing "Onze defensie, een
onontkoombare noodzaak en een onaf
wijsbare plicht", diverse plaatsen aan
doet. Met het onderwerp "defensie"
raken we één van de stokpaardjes van
Verboom. Hij spreekt hierover ook zijn
bezorgdheid uit in de Volksraad. Het
behoud van Nederland's positie in het
verre Oosten hangt volgens hem teveel
af van de vriendschap met Groot-Brit-
tannië. Ook roept hij vaak op tot ver
sobering, omdat de loonverschillen te
groot zijn. In Indië verdient een in
heemse arbeider op dat moment nor
maliter 2,5 cent per dag, terwijl in de
Europese landbouw 6 8 cent per dag
zou worden verdiend, d.i. 2,5 ruim
driemaal zo veel.
In 1936 wonen Verboom en zijn (twee
de) vrouw reeds in Batavia-Centrum, op
het adres Kramatlaan 5. In het voorjaar
van 1937 maakt hij een propaganda-
reis door Oost- en Midden-Java met de
lezing "Koloniale plicht", ook een onder
werp waar hij telkenmale op terugkomt.
De Nederlanders zijn volgens hem ver
plicht zich in te zetten. "Wij zijn immers
de leidende groep en wensen dit tot in
lengte van dagen te blijven", zou hij in
1938 in een hoofdartikel in Neder-
landsch-lndië uitroepen.
In mei en juni 1 937 brengt hij - alleen -
een kort bezoek aan Nederland. Dat is
de laatste maal dat zijn dochter hem
ziet, zij is dan elf. Voor het eerst van zijn
leven reist hij per vliegtuig.
een diner met personen van wie wij de
Oorlogsdreiging
In de jaren die volgen, blijft de Vader
landsche Club hameren op een verster
king van de defensie van Indië. Zo
wordt op 20 juni 1939 te Batavia
tesamen met andere partijen een "weer
baarheidsbetoging" gehouden onder
het motto "Indië paraat". Eén van de zes
sprekers daarbij was Jan Verboom.
Mede onder invloed van de oorlogs
dreiging begint het Indonesisch natio
nalisme steeds meer de kop op te
steken. In de Volksraad blijkt dit eind
1 939 - begin 1 940 uit een drietal van
inheemse zijde ingediende moties,
waarin ondermeer werd gevraagd om
gelijke rechten voor iedereen, en tevens
werd gepleit voor een grotere zelf
standigheid van Indië binnen het rijks
verband, alsmede voor de invoering van
een parlementair stelsel. De VC had het
daar moeilijk mee. Ofschoon Verboom
een zelfstandiger positie van Indië in de
toekomst niet uitsloot, gingen de moties
hem te ver. Hij vond dat alles eerst maar
eens goed door een Staatscommissie
moest worden bestudeerd. De VC had
vooral bezwaar tegen het gebruik door
inheemse politici van het woord Indo
nesië voor Nederlands-lndië, en van
daar dan ook dat Verboom fel gekant
was tegen het gebruik van de termen
"indonesiër" en "indonesisch" inplaats
van inlander en inlands. Wilde men
persé nieuwe termen, dan suggereerde
hij het gebruik van oost-indiër en oost-
indisch.
Toen Nederland op 10 mei 1940 met
Duitsland in oorlog raakte, werd in Indië
de staat van beleg afgekondigd. Hierdoor
(lees verder pag. 20, 2e kolom)
5