BRIEVEN OVER Tanah Abang Groepsfoto Aborigines MATILDA JENNY-v. GHARANTE 29 JUL! I854-I5 AUG:(929 WAT GOD DOET, DAT IS Vorige zomer, tijdens mijn reis naar Indonesië (voor het eerst na 44 jaar) kwam ik o.a. in Jakarta. Ik kende de verhalen van mijn moeder over Batavia en de familie daar. Met Guus, onze gids, crosten we de hele dag de stad door. Ik had hem een lijstje gegeven van wat ikallemaal wilde zien. Het was tegen vijven toen hij zei: "je wilt het kerkhof toch ook zien op Tanah Abang?" "Maar dat is er toch niet meer?" "Jawel een gedeelte". N u we er toch waren, stapte ik uit. Tot mijn vreugde en verbijstering vond ik het graf van mijn grootmoeder en haar grootvader, alsmede de steen van mijn overgrootmoeder in de muur die om het restant van het kerkhof is aan gebracht (zie foto). Het heet nu museum Prasasti. U kunt zich de vreugde van mijn moeder voorstellen dat ik dit allemaal heb terug gevonden en dat terwijl iedereen die ik erover sprak en spreek zegt: "dat kerk hof bestaat niet meer, het is allemaal opgeruimd." Voor personen die op zoek zijn naar gegevens over hun familie, wellicht de moeite waard om daar ook een bezoekje te brengen. Ik schrijf u dit naar aanleiding van het artikel in Moesson van 1 december 1 990 over begraafplaatsen. J.J.E. KREMERS De groepsfoto, blz. 30 van het Kerst nummervan Moesson is genomen vóór het hoofdkantoor van de Staats Spoor wegen te Bandung 1950. De straatnaam ben ik vergeten. De 2e heer van links in de voorste rij is Ir. Jansen. Uiterst rechts in de voorste rij zit Mr. Uhlenbeck, naast de Hr. Gunari die pas uit Yogya was gearriveerd; na de Souvereiniteits-overdracht n.l. werd de Nederlandse leiding overgedragen aan Indonesische SS-ambtenaren die bewust in Yogya, dus "achter de demar catie-lijn" zich hadden opgesteld. De naam Mary Loen moet zijn Annie Loen. Sorry voor mijn fout. C.E. FALKENBERG-KLUIJVER Naschrift: Kerkhof Tanah Abang telde 1 5.000 graven. In 1973 werd besloten ook deze begraafplaats te ontruimen, waar mee in 1 975 een begin werd gemaakt. Oud-Gouverneur van Jakarta Raya H. Ali Sadikin besloot echter om toch wat van het oude kerkhof te bewaren en dat in de vorm van een park waarin graf zerken en -monumenten een plaats hebben gekregen. In deze Taman Pra sasti Tuin van Inscripties) staat een steen waarop geschreven is: "In deze tuin zijn de gebeurtenissen van eeuw tot eeuw gebeiteld in de grafzerken van hen die zijn heengegaan. Hierook is het groen geplant waar we allen naar snakken". Artikelen over (de ontruiming van) Tanah Abang zijn o.m. te vinden in Tong-Tong/Moesson van 1 november 1 975, december 1 975 (Kerstnummer) en 1 april 1 981 Red. Op pag. T-4 van uw 15-1-91 nummer staat tot mijn verbazing weer eens (3e regel van Brisbane Calling) aboriginals. Herhaaldelijk wijzen Australiërs erop, dat - zoals we trouwens zelf in tijdschrif ten zien - de mensen waar het over gaat Aborigines heten. Het hiervan afgeleide bijvoeglijk naamwoord is: aboriginal. Ik wist dit ook niet, totdat een Australische dame mij hierop attent maakte. Uit het artikeltje van Tilly Breeman blijkt, dat het wel een hardnekkig misverstand is! Ik zag ook in de National Geography Magazine Aborigines (de mensen) en aboriginal (het daarvan afgeleide bij voeglijk naamwoord). Blijkbaar worden de Aborigines ener zijds als volk beschouwd en dus met hoofdletter geschreven, maar anderzijds weer niet en gebruikt men aboriginal (bijv nw.) als equivalent van: oorspron kelijk. H. DE WIT Ministerie van Oorlog. De namen Jiskoot en Maclaine Pont weet ik nog; dat waren immers 'soortgenoten' van mijn vader. Jappentijd Tijdens de Japanse oorlogsdreiging en vervolgens de capitulatie, zaten wij toe vallig in Bandoeng. De trein van 5 uur op maandagmorgen, waarmee ik altijd na een weekendje een 'koude neus halen' terug moest rijden om op tijd op kantoor in de Benedenstad te zijn, ver trok niet meer op die gedenkwaardige maandag 2 maart 1 942. Geraced naar het vliegveld Andir bleek ook 't vlieg veld niet meer te gaan. Achteraf een zegen voor mij dat ik niet terug kon, want ik kwam met mijn moeder in Tjihapitkamp terecht en dat was heel wat dragelijker dan Adek en Tjideng, waar we later naar toe werden gebracht. Mijn vader, die in het LOG en in Tjimahi had gezeten, kwam redelijk fit het kamp uit en hij wilde meteen weer aan de slag. Dat was voor hem belangrijk voor zijn pensioenopbouw die toch al een deuk van 9 jaren had opgelopen. Mijn moe der en ik repatrieerden in december 1945. In 1946 had mijn vader een ontwerp ingediend vooreen erebegraafplaats op Menteng Poeloe. Dat werd goedgekeurd en onder zijn leiding uitgevoerd. Het werd in sept. 1947 geopend door Generaal Spoor. Tanah Air Kita Eind '45 gerepatrieerd, had ik dus 45 jaar alleen maar kunen dromen van dat onvergetelijke land, waar ik een verruk kelijke jeugd en heerlijke jongemeisjes- tijd doormaakte, al waren de Jappen- jaren niet zo best. In Holland getrouwd, 4 kinderen grootgebracht, gewerkt enz. Eindelijk kreeg ik de kans de reis van mijn leven te maken. Het gevoel van eindelijk poelang te gaan, van herken nen van de natuur en de dingen, van geluiden en geuren, van steeds beter Maleis spreken met iedereen en bovenal van de mensen, kortom van hier hoor ik thuis, wat doe ik op het noordelijk halfrond?, was overweldigend. Ik was vergeten hoe groen dat land is, hoe weelderig alles groeit en bloeit! Op Poeloe Weh aangekomen, zag ik na een eindje rijden mijn vaders water toren staan, die na 65 jaar nog steeds in gebruik is! Ook de andere gebouwen die hij er neerzette, zijn nog in gebruik. Alleen het quarantainestation op Poeloe Roebiah is verdwenen. Maar ik wil u al mijn herinneringen besparen. Zoiets beleeft een ieder die weer naar Indië terugkeert en in elke Moesson lees je zulke reacties. Toch zijn daar de anak anak en tjoetjoeks, die aan je hart trekken en heb je er vrede mee dat je weer naar huis moet reizen. Rest mij nog te vragen of er mensen zijn die iets meer over het Sabang van na 1931 weten, er wellicht gewoond heb ben, nog foto's van hebben e.d. Ben zeer geïnteresseerd met het oog op een boekje dat ik wil samenstellen over Poeloe Weh. Mijntelefoonnr. is08376 - 1 21 89. MIA KONING-VAN DER VEEN 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 9