Toeristen-jaar (in jaar uit) Dat de Golf-ellende de golf van toeristen waarop Indonesië dit jaar gehoopt had kan verstoren zou ontzettend sneu zijn. Er is alles wat mogelijk is gedaan op het gebied van promoten en het zou een ramp zijn als die kosten er niet uit komen. Maar 1991 is nog lang niet om en laten we hopen dat we daar in alle rust en veiligheid onze tjendol en fruit juices kunnen drinken. Intussen is zowat heel Indonesië bloot gelegd. Hotels zullen op de kleinste smaragdjes van de gordel verrijzen, de welvaart zal stijgen en niemand hoeft meer arm te zijn. Dat is tenminste het streven van het Ministerie van Toerisme. De kennismaking met Indonesië ge beurt ook in omgekeerde richting. Zo heeft Indonesië zich ook dit jaar in Amerika geprofileerd (mooi woord, zal ik vaker gebruiken) o.a. door voor de tweede keer deel te nemen aan de wereldberoemde Rose Parade in Pasa dena. Henny Hartevelt uit Baldwin Park schreef daarover: "De Rose Parade floats werden ver sierd op verschillende plaatsen. Eén ervan was in Azusa waar ook de Indonesische float werd opgetuigd. Zondagmiddag 30 december ging ik kijken want er werd veel reclame voor gemaakt. Het is een prachtige float geworden, ze verdienden zelfs een award. Het was niet alleen float-deco- ration, de Indonesiërs hadden een heel programma met muziek, dance en slamatan. Major Bradley was daar en ook de Majors van Pasadena en Azusa. Ze kregen alle drie een mini- Toradja-huis als herinnering en Major Bradley benoemde Jakarta als de Sister City of Los Angeles. Zei o.a. dat 1991 HET JAAR van toerisme zal worden, niet alleen naar Java en Bali maar ook naar de andere eilanden. Is iedereen in Indonesië wel zo gelukkig met die stroom van toeristen? Onlangs zag ik een documentaire reisfilm over Nieuw-Guinea. Een horde toeristen Duitsers, Amerikanen, compleet met fototoestellen, video, shorts, openhan gende prethemden, met lokale sieraden behangen dames. Een tjetterende Ame rikaanse reisleidster die het allemaal zo goed wist en een Duitser die vertelde dat dit het 23ste land was dat hij bezocht. Toen kwam de scene waarin hij ging tawarren op een stukje hout snijwerk, en de uitbarsting van woede van de Papoease: "Ze zijn rijk, maar te gierig om wat te betalen. Zij hebben geld om naar ons land te gaan, wij niet om hun land te bekijken." Woedend, woedend! Natuurlijk was ze niet te verstaan, maar de vertaalde ondertitel loog er niet om. Uiteindelijk kocht de toerist het stuk niet. Ik werd er compleet beroerd van, en dacht: "mensen, mochten jullie het geld hebben, wat zegt het Guggenheim Museum, het Louvre en het Rijks- (lees verder volgende pagina) Met een indrukwekkende show van het voltallige Sampoerna Fanfare Corps op de Rose Parade in Pasadena heeft Indonesië zich ook dit jaar waardig gepresenteerd.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 13