moessQn AANBRENG EN WELKOMSTPREMIES V. NIEUW-GUINEA: ONAFHANKELIJK INDISCH TIJDSCHRIFT Merkwaardige staaltjes daarvan zijn in "Oud Batavia" vermeld. In veelvuldig voorkomende I iefde voor orchideeën en potplanten leeft deze oude zorgzaam heid thans nog voort. Zeker heeft het Indische meisje van thans weinig van deze en dergelijke liefhebberijen over, maar dat is een algemeen euvel dat over de hele Westerse wereld voorkomt. Gelukkig zijn daar padvinderij, jongeren vereniging en bergsport- en natuur historische verenigingen, die helpen een nieuwe lijn uit te zetten. C. Onderwijs Daar is tenslotte het onderwijs, dat hierin beslissend kan zijn. Op het te weinig op de levenspraktijk gericht zijn van ons onderwijs, is te veelvuldig en van te bevoegde zijden gewezen, dan dat dit hier herhaald moet worden. Veel van hetgeen door Dr. Nieuwenhuis wordt opgemerkt aangaande het on praktische van het onderwijs aan In heemsen geldt thans in sterkere mate voor onszelf, als wij ons tot zelfzorg en kleinlandbouw willen opmaken. Daar is hard poot aan te spelen, want de tijden dringen en de achterstand is enorm! Daar zal op onze scholen aan handen arbeid, aan lichamelijke opvoeding, sport, praktisch werk, zedelijke- en karaktervorming een veel grotere plaats ingeruimd moeten worden, daartegen over zal enige intellectuele ballast over boord gezet kunnen worden en de schooltijd ook over de middaguren moeten worden uitgebreid. Daar zal minder op diploma's en geheel op prak tische bruikbaarheid moeten worden gewerkt. De éénjarige huishoudcursussen van I.E.V.-V.O. zijn een grote stap vooruit, maar ook zij werken teveel op diploma's en zij moeten worden aangesloten op een landbouwopleiding, hetgeen al dadelijk kan door schooltuinieren, door praktijklessen in spinnen, weven, ver sieren en vlechten. Men trachte eens het leerboek "House keeping" der Filippinoscholen ter ver gelijking in handen te krijgen. De Indische vrouw bezinne zich op de toekomst van haar meisjes. Het gaat voor ons om daadkracht, economisch aanvoelen, groter intensiteit, groter een voud. Het gaat om meer brede, en minder diepe schoolvorming, op prak tijk, niet op geleerdheid ingesteld. Te vergaand onderwijs demoraliseert ons nu. Wat wij nodig hebben is, dat de vrouw praktisch onderlegd wordt. Onze z.g. weinige energie en ambitie, ons gauw-tevreden-zijn, onze slapte, onze afkeer van handenarbeid, wat is dat alles anders dan een grote opleidings- fout? De bewijzen, dat het niets anders is, zijn meermaals geleverd. Het onderwijs, thans in de kampen, straks in Nieuw- Guinea te geven, moet in de eerste plaats op levenspraktijk worden gericht. DEBET EN CREDIT Debet. Wat men Nieuw-Guinea met enig recht kan verwijten is: gebrek aan succes. Maar is dat rechtvaardig tegen over pionierswerk zonder enige voor bereiding, ten koste gelegd nóch aan de deelnemers zelf, nóch aan het kolonisa tie-terrein? Is dat recht tegenover pio nierswerk, ondernomen met veel goede wil, maar steunend op zo weinig brede belangstelling in het oude land? Men mag inderdaad uit het weinige succes van de aanvang niet concluderen tot mislukking in de toekomst. Men heeft echter de lering te trekken, die te trek ken is. Credit. En dan is daar het enkele, dat gelukt is, dan zijn daar de enkelen, die geslaagd zijn. Dat geeft hoop op een beter, mits beter voorbereid, vervolg. Daar is het klassieke K.N.G. voorbeeld: moeder van Zuylen, de vrouw, die alleen, zonder man, slechts vergezeld van haar dochter en met jongens van Pa van der Steur als knechts, eigen boerderij op bouwde en daarmee nog steeds verder gaat. Daar is de familie Ebeli, die om geen andere reden dan liefde voor het land na pensionering naar Nieuw-Guinea is teruggekeerd en daar nu een zeer behoorlijk bestaan heeft. Daar is ontwijfelbaar succes met de zo makkelijk plantbare, zo makkelijk oogst- bare, katoen van zo prima kwaliteit en de wetenschap, dat het nodig zou zijn om 4 miljoen hectare met katoen te beplanten om te leveren, wat Japan thans aan katoen verwerkt. Daar is het even goede succes met damar en hout uit de bossen, waarvan Amerika voor honderdduizenden nodig heeft. Daar is de voedselbehoefte van de Molukken zelf, waarin thans voor honderdduizenden door import van rijst moeten worden voorzien. Vliegtuigexploratie opent nieuwe mogelijkheden. Wij zullen gaan beschik ken over goede kaarten, die wellicht onschatbare aanwijzingen zullen geven aangaande hooggelegen kolonisatie gebieden. Voor de eerste honderd pond boter geleverd door Ned. Nieuw-Guinea is al een prijs uitgeloofd van 100 Pond Sterling: belangstelling van een ge slaagd Nederlands kolonist in tropisch Australië (Haagsche Post 20 juli 1 935). Zal de Indische Nederlander, zal de Indische vrouw begrijpen wat hierdoor ons te verrrichten is? en wat de methode moet zijn? Boekenlijst: - Dr. Ir. W.H.C. Knapp, Wereldontwrich ting en Werelherstel. A'dam 1 933 - Dr. G. J. Nieuwenhuis: Opvoeding tot Autonomie. Weltevreden 1 923. - Mevr. J. Kloppenburg-Versteegh: Indische Planten, Vruchten enz. Van Dorp 1 925. - E. J. Voute: De Groentetuin. Welte vreden 1 924. - Edwin J. Brady: Australia unlimited, Melbourne ongedateerd. (Uit "Indisch Vrouwen Jaarboek 1936" - samengesteld door M. A. E. Lith-van Schreven en J. H. Hooykaas-van Leeuwen Boomkamp.) Prins Mauritslaan 36, 2582 LS Den Haag, tel. 070 - 354 55 00/01 een abonnement op Moesson betekent een abonnement op informatie, ontspanning, herinnering en herkenning. Niet zomaar een blad, maar een blad met een Indische stem, ONZE stem, die na 34 jaargangen nog steeds in elk werelddeel gehoord wordt. Moesson verschijnt twee keer per maand, in juni, juli en augustus een keer per maand met een dubbelblad: f 45,- per halfjaar. Buiten Europa per luchtpost f 1 07,50 per jaar. Wie een nieuwe abonnee aanbrengt ontvangt tegelijk met onze dank een pakketje textiel: een handig toilet(gasten)doekje en bijbehorend washandje van eerste kwaliteit badstof met ingeweven Moesson-logo. Naar keuze wit, groen of geel. De nieuwe abonnee heten wij welkom met zes mooie Indonesische ansichtkaarten. Praktische en leuke geschenken die het waard zijn om in uw kennissenkring te vragen: "Ken je Moesson al?" Of om te zeggen: "Maak mij maar abonnee!" 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 25