Mijn 'Grote Onbekende' MIJN NAAM OOK U kunt uw naam (voornaam, meisjesnaam, plaats van herkomst in Indonesië, (niet meer dan 2) laten opnemen in deze rubriek. Doel: contact met oude, uit het oog verloren sobats, verspreid over de gehele wereld. Doorzenden van brieven: Wilt u iemand schrijven. Zet gewoon: Zoen Zo, p/a Moesson, Prins Mauritslaan 36, 2582 LS Den Haag. Wij schrappen ons adres en zetten het adres van mevr. Zo en Zo erop. Geen nieuwe postzegel, geen nieuwe enveloppe nodig. In Moesson las ik een paar maal over Kawah Kamodjan. In ongeveer 1930 zijn mijn man (hij was zendingsarts op Java) en ik vanuit Poerwakarta daar op bezoek geweest. Ik herinner mij niets meer van het hotel, behalve twee dingen: dat we verwel komd werden met een roos op ons bord en de opschriften boven onze deuren. Op het onze stond: Het ware te wensen, dat alle mensen met al hun gebreken zichzelf eens bekeken, zij zouden het praten over anderen wel laten. Dat zal ik nooit vergeten. LANDA BOSMAN-SCHRIEKE Kunt u zich deze spreuk indenken op een kamerdeur in Hotel des Indes of Hotel Bel Air in Den Haag? Moet u naar de gezichten kijken in de eetzaal! AMERIKA Nooy-Voogden, Vera - Soerabaia Nooy, A. F. (Tony) - Soerabaia AUSTRALIA Diegelmann, R. (Oeloh) - Malang Diegelmann-Ziems, P.M. (Paula) - Lawang-Malang Blom-Diegelmann, Ilse - Madioen-Malang Gatzen-Schultz, (Surie) Miep - Djokja-Malang Gatzen, Chris (Bob) - Djokja-Malang ZWEDEN Ingelse, Tom - Bandoeng-Batavia OOSTENRIJK Campbell, A.B.G.M. (Riet) - Soerabaia-Djokja Bandsma, L.G. (Loesje) - Soerabaia-Ambarawa Conradi-de Bosscher, Pauline (Pop) - Madioen-Malang Dijk, Ch. M. van (Tineke) - Batavia Engen-Heijm, M. van - Semarang Fritz, L.C. (Lily) - Batavia-Bandoeng Koppenhol, Jan M. - Djokja-Bandoeng Lioni, Ch. H. (Helly) - Magelang-Soerabaia Martens-Neuvenheim, Elly R. - Probolinggo-Soerabaia Martens, L.W. (Oling Sahetapy) - Soerabaia Neiteler, H.M. (Jan) - Soerabaia Neiteler-Haccou, A.W.M. (Annie) - Soerabaia Rijke, T.A. (Tom) - Bandoeng-Modjokerto Rijke-Boorsma, M. (Mintje) - Batavia-Soerabaia Steen W.G.F. (William) - Bandoeng-Malang Steen-Altona, I (Irma) - Bandoeng-Magelang Swens, F.A. (Bram) - Malang-Soerabaia Swens-Van Hogezand, Yvonne - Bandoeng-Semarang Tourton Bruijns, Ingrid de - Soerabaia-Bandoeng Wagtendonk-van Beneden, Th.M.E. van (Dora)- Djokja-Semarang Wagtendonk, Arie J. van - Bandoeng RECTIFICATIE van "Mijn naam ook" in Moesson no. 14: Vogelzang (i.p.v. Vogelsang), Leo S. W. en Vogelzang-Appel, Joop M.M. Lang geleden - om precies te zijn, vijftien jaar - ik woonde met mijn man nog op Calfven in Ossendrecht, was hij bij ons Gast aan tafel. In de vogelhoek, bedoel ik, achter het keukenraam. Waar ik iedere morgen de vogels uit de buurt het voedsel bracht dat de Natuur hen 's winters onthield. En ineens was-ie er, een juweel, zo maar tussen alle mussen, vinkjes en mezen, het roodborstje en mijn parmantige winterkoning. Hij was ongeveer twintig cm klein en stond een beetje hoog op zijn benen, waardoor zijn prachtig-scharlakenrode kop fier uitstak boven alle andere vogels. Een beetje uitdagend ook, zo van: "Wie dóet me wat. Niemand". Ze hadden het veel te druk met hun ontbijt, mijn vogelvriendjes. Zijn hals, borst en buik glansden als satijn, witter dan de sneeuw waar hij op stond. Over zijn rug en vleugels droeg hij een mantel van een kleur blauw, waar de azuren hemel van Italië bleek bij wegtrok. Mijn adem stokte. 'Wie ben jij," mompelde ik, 'en waar kom je vandaan?' Geen ant woord Mijn man, aan zijn ontbijt, had mij gehoord en kwam nieuwsgierig mee kijken door het raam. 'Een vreemde 'in den-lande', dat is zeker en 't is te hopen dat hij de weg terug vindt naar zijn gevangenis. Anders ziet het er niet florissant voor hem uit.' De vreemdeling pikte een beetje mee van de kruimels maar vond er blijkbaar niks 'an. Hij keek nog even arrogant om zich heen en vloog naar ons dennebos, achter, waar ik de fazanten en patrijzen ook een beetje verwende met mais en ander graan. Maar een graan-pikker was ie-niet, of ik zou me al heel erg vergissen. De volgende dag liet hij zich weer even zien, snoepte mee en verdween. De derde dag, voor het laatstwe zagen hem niet meer. En ook de buren wisten geen van allen wat het er voor één was. Trouwens, Brabantse duivenmelkers interesseren zich alleen voor de eigen vogels. Mijn vogelboeken maakten mij ook niet wijzer. Ik beschreef hem aan Dr. Fop Brouwer, die, destijds na Bert Garthof's 'Weer of geen weer' zijn radio praatje hield en kreeg te horen met welke vogel wij waarschijnlijk te maken hadden gehad. De winter ging voorbij om plaats te maken voor de lente. De zomer kwam en toen de herfst en weer werd het winter. En op een stralende morgen, ik geloofde mijn eigen ogen niet, 'Jongen, hij is er weer onze blauwe vogel.' Dezelfde? Of een andere? Dat zou toch al heel toevallig zijn. Mijn man kwam met het fototoestel. 'Ikgeloof dat er nog een paar plaatjes op staan.' Hij schoot ze door het raam en bracht het rolletje gelijk weg. Woensdag klaar. En de woensdag, vol verwachting pakte ik de foto's uit de gele enveloppewe barstten in lachen uit, zwart-wit! Maar gisteren avond zag ik hem. In een uitzending voor Wereld Natuurfonds projecten, poseerde hij voor de televisie. Op een stronk in de prachtige Natuur vertoonde hij zich voor het oog van de hele wereld. Om in zijn verblindend (ambts-)kleed op te komen voor de belangen van zijn land. EEN BRAZILIAANSE KARDINAAL. HARRYET MARSMAN Wie heeft een vogelboek met een af beelding van deze bijzondere vogel? T-4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 16