U IT OU DE BOEKEN KARAKTER EN ONDERWIJS In het weekblad De Java Post wijdde de sedert overleden redacteur W.H. Bogaardt eens een artikel aan het denkbeeld om de pupillenschool op te heffen en Indische kinderen, thans daar verpleegd, in Nederland zélf voor het leger te doen opleiden. Hij geeft die raad op grond van verschillende overwegingen, waarvan een mij bijzonder trof. Zij is deze: "Het Indische kind, in Holland opgevoed, leert daar het hoofd buigen". Juist! De Mina's en Sidin's zijn er niet zo inschikkelijk als hier en ook de volwassenen zijn er niet zo ziende blind. Onze ouders zouden ons hebben zien aankomen, indien we de meid commandeerden, zoals hier de kleinste kinderen het de baboe doen! Het pauperisme, gevolg van het achter staan van de Indische kinderen bij de Hollandse, ligt voor het allergrootste deel aan de opvoeding der eersten, of liever in het gebrek aan opvoeding. Altijd zijn zin te krijgen als hij even huilt, altijd omgaan met mensen die hem vleien, en toegeven aan zijn luimen, altijd door de ouders in het gelijk gesteld worden tegen die mensen, als het wat al te bar wordt en zij zich beklagen, dat alles bederft het karakter van het Indi sche kind in de grond. Het gaat iemand soms aan het hart, wanneer hij dat kostelijke mensen-ma teriaal bijna moedwillig ziet vermorsen. In een huis waar ik woonde, hebben mijn handen menigmaal gejeukt, om een paar frisse klappen toe te dienen aan de kleine dwingeland, die zijn oude baboe in het gezicht sloeg, of net zo lang schreeuwde en trapte tot hij zijn zin kreeg, tien, twintig malen op één dag. Wat moet er van zulk een karakter terecht komen? Er komt niéts van te recht en men ziet het met smart aan hoe het kind, zo goed door de natuur bedeeld, onherroepelijk naar de blgaat. Er is geen ander woord voor. Die klappen, de jongen moest ze ze in zijn belang hebben, maar de ouders verdienen ze. Het zijn zulke ouders die paupers vormen; het zijn zulke ouders wier kinderen nader hand de neus optrekken voor eerlijk werk, omdat het de heertjes te min toeschijnt. Géén werk is te min, indien men het góéd doet! De brutaliteit, de onbeschoft heid der kinderen gaat in Indië alle perken te buiten, zoals de domheid der ouders eveneens alles overtreft. Ik maakte eens zulk een opmerking aan een "moeder" wier kinderen - het was in een hotel - aan de ontbijttafel ping pong speelden met broodjes, vlak voor de neus der andere logeergasten. Het mens werd natuurlijk kwaad, inwendig, en bleef ook naderhand mijn vijandin. hoewel zij zelden een verstandiger raad had gekregen. Maar al het effect, wat ik bereikte, was, dat met een dom, inge beeld neuswijs glimlachje werd ge vraagd: "of ik dan al zoveel kinderen had, dat ik over opvoeding meesprak?" Verbeeld u, het schepsel maakte er zich een verdienste van, dat zij enige malen bevallen was en grondde daarop haar aanspraken op gezond verstand, ziel kunde, tact in karaktervorming. Hoe kan iemand een karakter vormen die zelf - en door dezelfde oorzaken - geen karak ter heeft! De kinderen dezer dame hadden overal aan tafel het hoogste woord, hielden de schotels aan, zochten op hun gemak het beste stukje vlees uit, en lieten de naast hen zittende volwassenen met de grootste koelbloedigheid wachten. Wat betekent het, dat men de kinderen, die naar school gaan - twintig passen ver, of laten het er honderd zijn - twee of drie dunne boekjes laat nadragen door een baboe? Dat men ze naar school laat rijden, wanneer het ver is, is tot daaraan toe; dat men de baboe tot geleide mee geeft, is te verdedigen. Maar het is verkeerd, het wreekt zich, wanneer men de kleine dwingeland in alles zijn zin geeft en hem doet voelen: "Als ik maar schreeuw, dan krijg ikwat ik wil hebben: ik ben de baas, de baboe is daar, om mij te bedienen". De kwestie is: de strijd om het bestaan is hier nog lang niet zwaar genoeg. Men spreekt een boel over "pauperisme", maar ik voor mij neem de berichten daaromtrent altijd onder benefice van inventaris aan. Onlangs solliciteerde iemand bij mij om een betrekking. "Hij had een jaar lang geen verdiensten gehad. - Goed ge kunt zo en zoveel verdienen, om te beginnen. Maar waar woont ge? - Op Meester - Dat zal te ver zijn. Ik wil dat ge 's Baboe met baby op Scheveningen: Liefde of de ultieme verwenning? 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 18