VEKZAMELAAR
TANTE NON's
INDISCHE SPEKKOEKEN
morgens om acht uur binnen zijt. En
om de tram te nemen, nietwaar, dat is
weer bijna tien gulden minder....
- Ja, dan zie ik er maar van af, meneer.
- Maar mens, ge kunt toch verhuizen,
dichter bij. Het is toch een behoorlijk
bestaan wat u wordt aangeboden?
-Te veel soesah, verhuizen, meneer.
Niet lekker!
En de "pauper" ging getroost weer weg.
Dat zijn van die mensen, die in hun
jeugd door de baboe verwend zijn ge
worden.
We hebben het immers nog onlangs
gehoord, toen een onderwijzer op een
binnenplaats, die een jongen een op
stopper had gegeven, omdat deze iets
onnoembaar vies had uitgehaald, door
de vader van die jongen met de rechter
werd bedreigd.
Die vader moest een pak slaag hebben
met de roede, hij éérder nog dan het
kind.
Indien het Indische kind dus achterstaat
bij het Hollandse, dan ligt het niet aan
de begaving - of zeer zelden - maar het
ligt altijd aan de invloeden van thuis,
domme, onoordeelkundige ouders, ge
brek aan toezicht, mama, die in een luie
stoel ligt, papa, die ombert of paitjes
drinkt, en de baboe die het tere kinder
zieltje moet vormenen het mismaakt.
En dan wil men van jonge mensen, met
zulke gedrochtelijk vervormde karak
tereigenschappen, landbouwers ma
ken? Het is om te lachen! Het landbouw
bedrijf eist geduld, onverdroten ijver,
zelfbedwang, volharding, allemaal eigen
schappen die het Indische kind mist. De
baboe is de oorzaak van het pauperisme
in zeer vele gevallen.
We laten nog daar het schandalige
Maleis spreken wat vele ouders uit
luiheid met de kinderen doen. De heer
Prick, menen we, heeft het onlangs nog
gezegd: "Een kind dat tot zijn vijfde of
zesde jaar Maleis heeft gesproken, leert
nóóit goed Hollands meer, noch enige
andere Europese taal en leert dus nooit
logisch denken." Het ware minder erg
indien het Javaans sprak, welke taal
meer ontwikkeld is en rijker vormen
heeft, maar het Maleis verstompt
Men denke over deze dingen eens erns
tig na. Hoe komt het, dat hier bijna geen
enkel goed vakman is? Hoe komt het
dat die welke er zijn, meest allemaal uit
Holland komen? Hoe komt het, dat zelfs
prullen uit Holland, zoals de heer Bo-
gaardt zegt, voorgetrokken worden bo
ven Indische jongelieden, al zijn deze
laatsten intellectueel de meerderen?
Zou het niet komen door de baboe, d.i.:
door de grilligheid, de kuren, de bazig
heid, de eigenzinnigheid, het onbere
deneerde trappen en slaan om iets te
krijgen, wat deze de kinderen heeft
bijgebracht?
Wat geeft het of de vader "krom ligt",
om zijn kinderen, wat hij noemt, "een
behoorlijke opvoeding" te geven, wan
neer hij ze niet opvoedt! Want het
opvoeden bestaat niet in het laten af
lopen van scholen, noch is het met-
goed-gevolg afleggen van examens een
bewijs dat de leerling heeft geprofiteerd.
De lagere school hier, die precies zo
goed is als de lagere school in Holland,
is voldoende voor het gros; de HBS is
uit den boze, weg er mee. Leer de
jongen lezen, schrijven, rekenen, leer
hem véél van geschiedenis en wat van
aardrijkskunde, verbèn trigonometrie,
verbèn stelkunde, meetkunde, verban
de helft van èl de vakkenen leer
hem de anderen goed. Laat hem, des
noods, een vreemde taal leren, goed
Maar leer hem éérst zijn éigen taal. Leer
hem dénken, prop hem niet vol; leer
hem - om met de oude Scythen te
spreken - "boogschieten en de waarheid
spreken". Daarmee kan hij de wereld
veroveren, indien ge voor "boogschie
ten" leest: één ding en dat goed!
Kletspraatjes zijn het, dat vergelijkingen-
met-twee-onbekenden het denkver
mogen ontwikkelen, praatjes van de
schoolmeesters die aan die vergelij
kingen geld verdienen. Karakter is het
wat het Indische kind ontbreekt, karak
ter, en géén geleerdheid. Daar hebben
we hier niets aan! We moeten mensen
hebben die, als men ze een werk op
draagt, dat werk doen, metèl hun kracht,
met inspanning van al hun vermogen,
en die in het volbrengen van het werk
hun schoonste beloning vinden. En wat
hebben we daarentegen? Jongens die
"klaargemaakt" worden voor Alkmaar,
voor Breda, "klaargemaakt" voor dit,
"volgepropt" voor dat, kruikjes vol ge
leerdheid, kleine, onbruikbare encyclo-
pedietjes... zonder denkvermogen. En
wat dat betreft, ook in Holland is het
daarmee niet pluis.
Ik herinner mij dat, toen ik bij de Konin
klijke Petroleum Maatschappij was, aan
zekere ingenieur, kersvers van de Poly
technische school, werd opgedragen
om over een 1 50 meter brede zeearm,
de Babalan, een pijplijn te leggen. Dat
wil zeggen: die pijplijn - buizen van
enige inches diameter - moest door het
water worden gelegd, met beperkte
hulpmiddelen, en moest zó worden ge
legd dat de scheepvaart niet werd be
lemmerd.
Wekenlang tobde de geleerde bol er
mee: telkens brak de lijn in het midden
door.
Eindelijk nam men het hem af, en ver
trouwde de hoofdadministrateur het
zaakje toe aan een eenvoudige Ameri
kaanse fitter, een man die geen enkele
algebraïsche formule kende, al had het
hem zijn leven gekost. En in één week
was de lijn er over en, voorzover ik weet,
ligt zij er nu nóg en werkt naar eis.
Ik wil niet zeggen: het is dus beter om
niets te leren; want dat zou overdreven
zijn: ik wil enkel in het licht stellen:
karakter is het éérste, kennis komt daar-
né. En wat nu zien wij gebeuren, in Indië
vooral? De vorming van het karakter
wordt op de meest ergerlijke wijze ver
waarloosd, de schoolkennis alleen nage-
zoekt oorlogsonderscheidingen
zoals de Bonjol medaille, medaille
voor moed en trouw. Kruis voor
moed en trouw, medaille Java oorlog,
Atjeh medaille, Lombokkruis, Kruis
voor belangrijke krijgsverrichtingen
met gespen of losse gespen. Alle
liefst met bijbehorende oorkonden
enz. Reacties aan:
J. van Duyvenbode, Oranjestraat 11 3,
2983 HN Ridderkerk.
jaagd. Dit is een ernstige fout en zij
wreekt zich, nü reeds.
Het is niet de mindere kennis, het zijn
karakterfouten die de Indo veelal doen
achterstaan bij de Europeaan, karakter
fouten, die in zijn jeugd bedwongen
hadden kunnen worden, maar die men
heeft laten voortwoekeren. En daarom,
wilt ge een paradox? "Zo het pauperisme
met succes bestreden zal worden: wég
dan met de baboe!"
Dit werd 2 juli 1 904 te Batavia geschre
ven.
Het is nog altijd juist
En het hier beweerde over karakter en
schoolkennis mocht ook in Nederland
wel eens overwogen worden, gelijk ik
toen reeds zeide.
K. WYBRANDS
Uit: Tropenstijl, 1917 in "Insulinde,
schetsen van land en volk" samen
gesteld door D. Wouters, uitgeverij P.
Noordhoff, Groningen 1924(IWI 908/
1350).
Noot redactie:
Karei Wybrands (1863-1929) is, zo
lezen wij in "Drie en dertig jaren op
Java" van dr. C.W. Wormser, "een der
bekendste journalisten geweest in de
thans verleden tijd van de "tropenstijl".
Wie hem dit verwijt, vergeet dat er in de
tijd waarin hij schreef, alle aanleiding
bestond om de dingen overdreven dui
delijk bij de naam te noemen; dat de
journalistiek van K.W. slechts zijn groot
succes kon hebben, omdat de tijd waarin
K.W. zijn triomfen vierde, aan dergelijke
taal blijkbaar behoefte had."
(spelling aangepast)
Franko thuis in speciale verpakking.
Min. 500 gram f 20,-
Min. 750 gram f 25,—
Stort op giro 38 92 616
Mevr. F. Y. ROBERT-FLAMAND
Kerkuil 36 - 4822 PA BREDA -
Tel. 076 -42 16 07
ABN rek.nr. 59.43.54.439
15