The Black Dynamites. Op saxofoon Harry Koster. op de herinneringen en getuigenissen van diredt betrokkenen. Om nu een film te maken over de Indorock moest ik op zoek gaan naar figuren, die met wat ze nu zijn een film kunnen dragen. Ik kwam hen op het spoor via Leon Donnars, Indorock- verzamelaar in Den Haag, die daarna adviseur bij de film is geworden en ook een belangrijke bijdrage aan het boek had geleverd. Hij praat minder over de muziek, maar meer over de karakters, over de mensen. Hijzelf is trouwens ook een karakter apart. Hij praat over de Indomuzikanten ais over "de jongens". Hij is een soort vader. En via hem kwam ik in contact met Henny Heutink, scharrelaar in "antiek", ooit drummer bij de Black Dynamites, wel een blanda, maar een invloedrijk figuur in het muzikanten wereldje, en ene Harry Koster, die krissen verzamelt en mensen geneest. Harry ziet eruit als, nou, een type, waar je bang voor zou zijn als je 'm niet kent, want als je 'm kent weet je dat het een doodgoeie kerel is. Hij heeft als een van de weinigen veel muziek zelf geschre ven. Iemand, die op de een of ander manier altijd weet te overleven. Je filmt op dit moment, je kunt niet de klok terugdraaien en die mensen weertwintig laten worden. Ze moeten nu voor mij interessant zijn. Betekent dat, dat de film Rockin' Ramona maar ten dele iets te maken heeft met het boek? HH: In zekere zin wel, ja. De film gaat over die periode, de historische Indo- rocktijd, maar vertelt ook het verhaal van wat er nu aan de hand is met de mensen, die toen leidende figuren waren in die beweging. Het boek gaat vooral over de muziek en de randver schijnselen van de muziek, terwijl de film ook in het heden speelt. Het eerste deel bevat ook prachtige archiefbeel den, waarvoor we het NOS-archief om gespit hebben. Sommige daarvan zijn nog nooit uitgezonden. Je moest een selectie maken, want niet iedereen kon in de film geportret teerd worden. Veel mensen hoorden dat je aan het filmen was, iedereen wilde wel in de film voorkomen. Wat voor ervaringen heb je daarmee gehad? HH: In het begin was iedereen die ik benaderde sceptisch, achterdochtig bijna. Achteraf dacht ik, het hoort er een beetje bij, de kat uit de boom kijken. Toen ik eenmaal bij ze thuis kwam, was het ijs zo gebroken. Tijdens het draaien heb ik alle medewerking gekregen. Toen ik klaar was met draaien wisten heel veel mensen al van de film. Radio Lokatel in Den Haag zette een Indo- rockserie op met Harry Koster aan de microfoon en daardoor kwam er weer wat op gang. Iedere zondag zitten daar oude Indorockers bij elkaar te praten over vroeger en een keer per vier weken is er een jamsessie. Daar ben ik twee keer bij geweest. Muzikanten wisten dat ik een film aan het maken was, roken hun kans en boden zich aan. Sommige groepen heb ik zelfs voor spek en bonen gefilmd om ze maar niet voor het hoofd te stoten, ik noem liever geen namen. Dan leer je de mensen wel kennen. Je merkte heel goed dat er nog steeds een soort kinderlijke wed ijver bestaat, absoluut. Dat vind ik trou wens het allerleukste van de Indorock. Dat het allemaal grote kinderen zijn. Bejaarde teenagers. Dat maakt het echt heel leuk, de mensen zijn heel levendig, ze zijn beslist niet saai! Je bedoelt, je kunt betjer blijven steken in een tijd, waaraan je leuke herinne ringen hebt, dan in een traumatische periode? HH: Ja, tuurlijk. Daarbij is me ook op gevallen, dat sommige rockers het ver mogen missen echt na te denken over vroeger. Ze denken alleen maar aan de meisjes die ze versierd hebben, de ge zelligheid, het sociale aspect, alles er omheen, de gloria. Maar ze hebben het nooit geanalyseerd, nooit echt be schouwd. Dat is het verschil denk ik met Hollandse bands, mensen uit de Nederpop. Hoe meer je kunt analyseren, hoe gefrusteerder je raakt. Ik heb ook niet het gevoel dat de oude Indorockers gefrustreerd zijn, helemaal niet. Ze zijn echt opgeruimd. Vroeger was het leuk, te gek, ze hebben toen gelééfd. Is RockinRamona een echte muziek film, van het begin tot het eind gevuld met muziek? HH: Ongeveer dan de helft, zo'n veertig minuten muziek. Hoe ben je aan die muziek gekomen? HH: Ik heb veel oude plaatjes en com pilatiebandjes beluisterd en de CD, die door EMI is uitgebracht. Ik ben mid dagen en avonden lang bij Leon, "onze man in Den Haag" geweest, en daar heb ik veel live-opnamen gehoord. Ik heb helemaal niet gelet op namen van bands, maar ik ben enkel en alleen op mijn oren afgegaan. Als ik iets hoorde, waar ik onmiddellijk beelden bij zag, koos ik dat nummer of dat bepaalde fragment, dat me aansprak. Het gaat me om de sfeer. En dat heeft Indorock natuurlijk in ruime mate te bieden. Wat "zieje bij het beluisteren van Indorock? HH: Niet in eerste instantie een tro pische sfeer, nee, zeker niet. Het roept bij mij de sfeer op van leren jasjes en vetkuiven, smoezelige kroegjes met bands die in het halfdonker staan te spelen, toch wat obscure beelden. Althans, dat heb ik bij de Indorock, die ik zelf het mooist, het meest sfeervol vind. Anderzijds, Indorock is niet over één kam te scheren. Als je Boy Et the Rollin' Kids hoort, doet dat je wel weer denken aan de tropen, maar iets als Peter Gunn in een live versie van de Tielman Brothers, dat doet me echt denken aan het Duitse clubcircuit. You win again van The White Waves is dan weer een beetje romantisch, countryachtig, gezel lig, een Ambonese band uit de Achter hoek. Er zitten zoveel verschillende sferen in. Black Eyes vind ik een van de mooiste nummers, dat is zo apart. Dat staat eigenlijk boven alle stijlen. Daar zie ik geen lokatie bij. Over "er boven staangesproken, op een gegeven moment ben je Andy Tie/man gaan zoeken, die letterlijk en (lees verder volgende pagina) 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 23