Leuk hè, die kikkers? Het schilderijtje Dit zijn de reuzenkikkers die u in de souvenierwinkeltjes in Padang en Bukittingi vindt. Opgezet en voorzien van een muziekinstrument. Toen ze leefden waren het prachtige springers, wel 25 centimeter lang, Rana catesbiana, Rana macrodon of Ranaerythrea.Ze komen in West-Sumatra bij LimbanangTiaka, Lubuak Jantanen nog in andere plaatsen voor. Zoals u ze hier ziet, komen ze voor in de huiskamers van brave burgers in Zwolle, Hengelo, Alkmaar, Amsterdam, Frankfurt, Bremen en noem nog maar wat plaatsen op. Toeristen kopen ze, toeristen die geld in het laadje brengen. Hoe walgelijker de toerist, hoe meer hij geld spendeert aan deze misselijkmakende, misdadige souvernirs. Hoeveel miljoenen vogels, reptielen, apen, beschermde en niet beschermde diersoorten, hebben de dood gevonden om tot vermaak te dienen van de imbeciele toerist? Om op de kikkers terug te komen. Het was Kim Hok Tiam die de kikker-souvenirs begon, zo'n twintig jaar geleden, het aantal van achthonderd springers dat hij per dag ving in Limapulu Koto is sindsdien drastisch verminderd. Ze kregen geen tijd zich te vermenigvuldigen, nochtans is Kim niet van plan geld te steken in een kikkerkwekerij. Er zijn er nog genoeg in de moerassen, zegt hij. Omdat ze goedkoop zijn, Rp. 2.000. Opgezet verkoopt hij ze voor Rp. 1 5.000. Maar Kim heeft zich vergist: de reuzenkikkers zijn wel degelijk aan het uitsterven, daar heeft hij hard aan gewerkt. Weer een diersoort die beschermd moet worden! Een soort mens dat nooit op de "beschermlijst" zal voorkomen: de domme, gewetenloze, hebzuchtige, walgelijke toerist (Homo Stupidicus). Hij wil alles en mag alles. Hij brengt geld in het land. Je zou dat soort eens moeten opzetten I LD MUSEUM VOL HERINNERINGEN: Het zal 1936 geweest zijn. Wij waren met verlof in Holland. De lievelingstante van mijn moeder was kort daarvoor overleden, en daar zij geen testament gemaakt had, was al haar bezit inmiddels al verdeeld over hier in Holland wonende familieleden. Gelukkig had haar overbuurman, een kunstschilder, nog een door hem ge schilderd stukje bewaard voor mijn moeder, omdat hij wist dat tante graag wat aan mijn moeder had nagelaten. Mijn vader, werkzaam bij de KPM, kreeg te horen dat hij overgeplaatst was naar Singapore. Ik zie in mijn herinnering het schilderijtje nog hangen in ons huis in Singapore. Toen brak de oorlog uit. Singapore werd dag en nacht gebombardeerd en wij woonden bijna uitsluitend in de schuilkelder. Mijn vader zat op zee en mijn moeder alleen met ons, kindern, besloot naar Java te vluchten, waar haar familie woonde. Zoveel mogelijk ingepakt wat van waar de voor ons was, dus ook het schilderij tje. Alles werd in een paar kisten vooruit gezonden, op hoop van zegen. Wijzelf zijn, alleen met één koffer, na een afschuwelijke reis op een klein KPM- bootje, volgepakt met vrouwen en kin deren, met overal om ons heen de dreigende Jap, in de lucht en onder water, in Palembang geland. Vandaar zijn wij uiteindelijk veilig in Soerabaia aangekomen. Nauwelijks aangekomen of de bombardementen begonnen. Inmiddels hoorden wij dat een deel van de vooruitgezonden kisten verloren was gegaan, doordat er een trein ge- rampokt was. Alleen de kist, waarin het schilderijtje en het tafelzilver met nog een kist waren veilig aangekomen. Het schilderijtje hing weer aan de muur, eerst in Soerabaia, later in Lawang, waar wij heen vluchtten omdat mijn vader door de Jappen gezocht werd. Vandaar weer naar Soerabaia, waar we uiteindelijk in het Jappenkamp beland den. Inmiddels had mijn moeder het schilde rijtje met het tafelzilver meegegeven aan mijn grootmoeder in Malang, die (lees verder pagina T-3) T-1 Als u met vakantie bent; denk na voor u wat koopt. Waar komt het vandaan, waar is het van gemaakt? Van een dier dat er speciaal voor gedood werd? KOOP HET NIET Ook niet wanneer u toch wel het Wereld Natuur Fonds steunt.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 13