Schoon eten langs vuile straten door G.J. van Lonkhuyzen Eigenlijk ligt er geen probleem. Tachtig tot negentig procent van de bevolking van Indonesië eet tenminste eenmaal per dag "van de straat". Dat wil zeggen: voedsel, dat langs de straat, al dan niet met vuur wordt klaargemaakt en ge geten. Gebrekkige hygiëne? Misschien, maar er is nog nooit een epidemie van voedsel vergiftiging of zo geweest. Eigenlijk ligt er dus helemaal geen probleem. Toch is er een samenwerkingsproject opgezet tussen TNO-voeding in Zeist en de Indonesische landbouwuniver siteit in Bogor. Het draagt de naam: "Programme on the Improvement of the Wholesomeness of Common Peo ples Food in Indonesia", kortweg Street- food Project. Van de Nederlandse kant wordt er onge veer vier miljoen gulden aan besteed, verspreid over vier jaar. Het project is nog pas een jaar aan de gang, maar de onderzoekers hebben al uit veel ont wikkelingslanden blijken van grote be langstelling gekregen. Eten langs de straat is in alle delen van onze planeet de gewoonste zaak van de wereld, maar nog nooit goed onderzocht. Dat lijkt ook eigenlijk niet zo nodig. Er zijn immers in Indonesië geen rampen bekend die ontstaan zijn door besmet of slecht voedsel of slechte grondstoffen. Lijkt! want we weten het niet. Hoeveel van de kindersterfte komt door vuil eten van de straat? Er moeten daarom eerst duidelijke vaststellingen komen en als die er zijn kan men gaan bezien of en hoe de hygiëne verbeterd kan worden. Het staat namelijk wel vast dat mensen die niet aan dat voedsel gewend zijn (toeristen bijvoorbeeld) binnen de kort ste keren behoorlijk ziek kunnen zijn door het eten langs de straat. Hygiëne verbeteren is natuurlijk een mooi streven, maar het mag geen geld kosten om de eenvoudige reden, dat de verkoper als regel geen fondsen beschik baar heeft voor de verbetering van iets wat om te beginnen nooit een probleem gaf. Maar het gaat niet alleen om hygiëne. Ook de voedingswaarde is onderwerp van onderzoek en ook dat lijkt in Indo nesië geen probleem. Alleen al door de ongelooflijke variatie in gerechten lijkt een voldoende gevarieerde aanvoer van voedingsstoffen gewaarborgd. Toch is het een onderzoek waard want in veel gebieden komen wel zeer eenzijdige "cuisines" voor. Een ander punt is dat om religieuze reden islamieten geen varkensvlees eten. De islam wint nog steeds aanhang, maar dat kan over vijf jaar anders worden. Dan zou het goed zijn als men weet dat zich in varkens vlees nogal gemakkelijk een rijkdom aan bacteriën ontwikkelt en omdat het vrij vlug gaar is, kan het goed zijn dat die bacteriën niet gedood worden. Dat is een heel ander verhaal dan: "de Koran verbiedt het". Zo zijn er in veel culturen oneigenlijke argumenten om iets wel of niet te eten. Vrieskisten en koelkasten zijn in grote delen van de wereld luxe-artikelen. In veel landen houdt men daarom vissen, kikkers, kippen en dergelijke vers door ze te laten leven. Maar het is opvallend dat in sommige delen van Indonesië de verkoper een speciaal blad gebruikt (verschillend voor vis of vlees) om zijn waar te verpakken. Dat kan zijn omdat dat blad toevallig stevig is, niet gemakkelijk scheurt, maar misschien ook omdat de bederfelijke waar er langer vers in blijft. Werkt het echt met dat blad? Hoe komt het dan? Een theorie zou kunnen zijn, dat het blad sappen afscheidt die bacterie- dodend of baterieremmend zijn, zodat de "bederf-bacteriën" niet tot ontwik keling kunnen komen. Misschien. We weten dat nog niet. Wat we wel weten is, dat de sappen van het papajablad echt in staat zijn vlees malser te maken als men ze meekookt.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 6