BRIEVEN OVER... Het nieuwe programma "Verre Bestemmingen 1991" is uit! O Tjomfgcga 070-3468950/51 Emigreren FA IRW1ND VERRE bestemmingen Ln. van Meerdervoort 610 2563 BN Den Haa8 Je zou de vraag kunnen stellen: Waarom heeft een verkoper van etenswaar altijd wat pisangblad in zijn blikje afwaswater? Het antwoord zou kunnen zijn: omdat het blad bacterievorming tegengaat en het water dus langer fris houdt. Het zou ook kunnen zijn: omdat het blad helpt het klotsen en dus morsen van water tegen te gaan tijdens het transport (rij den dan wel pikoelen). Maar de grote vraag blijft: hoe komt het dat zoveel mensen langs de straat eten en kennelijkzoweinig mensendaarooit een probleem mee hebben. Er zijn bo vendien heel veel gerechten te koop die niet worden gekookt of gebakken, vlak voor de consumptie: ijs, stroop, tjintjao, tjendol, gado-gado, lotek, petjel, rudjak. Men zou dus veel problemen moeten verwachten. In alle ontwikkelingslanden neemt de bevolkingsdichtheid toe, de vraag naar voedsel dus ook en dat kan leiden tot verminderde hygiëne. Het kan ook leiden tot het gebruik van bedenkelijke grond stoffen: surrogaten uit de chemische industrie bijvoorbeeld. Wat ook een overweging is: kan met Indonesische receptuur misschien ver betering worden gebracht in de een zijdige menu's, eetgewoonten, in andere ontwikkelingslanden? De Indonesische regering had overigens heel andere mo tieven voor dit onderzoek. Men wil de verkoper van etenswaar van de straat halen en daartoe werden plannen ge maakt voor een nieuwe warenwet. Tege lijk daarmee zou men - net als in Singa pore - grote hallen bouwen waar de straat-restaurateurs, onder staatstoe zicht hun keukenambacht zouden mo gen beoefenen. De Nederlandse weten schappers zijn daar niet voor. Het zou de meerderheid van de verkopers brode loos maken en het eten (in de hallen) duurder en daardoor ontoegankelijk voor veel van de vroegere stamgasten. Bovendien veroorzaakte de huidige situ atie nog nooit gezondheidsproblemen, gaf het veel mensen een inkomen en veel anderen een regelmatig maaltje. Ook vanwege die situatie wordt in veel landen met belangstelling naar het onderzoek uitgekeken. Voor wat de wetenschappelijk onderbouwde kennis van streetfood betreft: wij weten er eigenlijk absurd weinig over; behalve dat het als regel erg lekker is. (I) Even een ruggesteuntje na het lezen van de brief van Ton en Ilse Dorren (Moesson 15-3-'91). Zij hebben hun abonnement op uw blad opgezegd. Zoals zij stellen zal Moesson wel een bestaansrecht hebben. En dat is ook zo. Ik als hiergeboren Indische jongen ben nu sinds enkele maanden abonnee. Uw blad kende ik nog van mijn oma, maar toen heette het nog Tong-Tong. Ook toen werd uw blad met plezier gelezen. Wat ik fijn aan Moesson vind is zulke stukken over de Komedie Stamboel. Of de verhalen over hoe men vroeger leefde in Indië. Het geeft mij in ieder geval een beeld van hoe mijn ouders en groot ouders (en nog verder terug) er leefden. Dat stukje leven waar ik geen deel aan had, maar waarvan iktoch een "produkt" ben. Het is goed te weten waar een stukje van je wortels liggen. Met vriendelijke groeten TOM CH. REEDERS (II) Uw reactie is zeer begrijpelijk, gezien de manier waarop het blad is opgezegd, maar toch! Ton en Ilse Dorren ken ik niet! Maar waarom hadden zij een abonnement op Moesson? En waarom het zo kasar opgezegd? Kelahusan zijn ze in geen geval. Bij veel Nederlanders mankeert daar wel wat aan. Wie de film "My Blue Heaven" heeft gezien, kan daarover meepraten! Maar zijn wij allemaal zo? Zo komt het over in uw naschrift! Wijzelf hebben geen druppel Indisch bloed in ons, maar is dat iets om trots op te zijn? Misschien zouden wij wat meer kelahusan zijn, als dat wel zo was!? Ik vraag mij af wat de Hollanders doen die nu overal verspreid over de wereld wonen. Bijv. in Australië of Nieuw Zee land. Waarschijnlijk hebben zij ook hun eigen blad en zijn ze ook een beetje nostalgisch bezig over hun jeugd en kleine landje, denkt u ook niet? Mensen die zo durven schrijven, hebben nog weinig levenservaring en moet men laten ngomong. Onze indruk is dat uw blad steeds interessanter wordt! Wij hopen nog lang in de gelegenheid te zijn om het te lezen. CORRIE A. KALB SCHELLENBERG foto: Rogier 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 7