O ORIENT TRAVEL BV S «|mi j kii 'hj i rm «jun wjj <V77y *stj *7 #07 ^srj^ mmijjmj iS(KÏi(vi2irmj,i^jin| rrz/v^ v^vryj'^7/r^ 'v^7^5 7/^j rr7^/r7*S2ft uil «0 Li mi tjxi ^mi fjajïi»*ïi wii.goj «jarïiatvJi 01 «jkkmqjiii «juyuth o <ki an cjinm oJKMiajgn Ml t) «U KI I I J a^nu-Aim ix rxn^o wo^ojj amn kii -l a a a a a a Q 9 jaw asm kiiutianaxj(ïtjjmii ktion anarm(cjasin|tisViom «ut a <5 XL 2 A 0 4 RETOUR BANGKOK v a/7Hm\ RETOUR JAKARTA v a OH kilj Lli Ml ijII.M (|<Kjl.k i. fll (l»ll I I Ml Lj >-lj| ill I Kii i KljljMl.i: a J'KVinULTjlt.l J O jiuuui om mh tni an an mi aon mi mi iijui m fwi Mr on n an mi 3 oen ui ktj ktj tjiAn 3 tj-rui ^<un an otjo on ktj ij C> Q. O O Q OO Cl O C?v - - „7 1 (U-rv *-77 13)7 Vertaling van een fragment uit het bewijs van afstamming: verklaart dat H.C.H. Doppert echt nog een afstammeling is van Zijne Koninklijke Hoogheid Susuhunan Prabu Mangkurat. Omdat hij geen Indonesiër is, is het niet gewenst dat hij de titel van Raden gebruikt. Deze acte van afkomst is een bewijs dat hij nog afstamt van de Koninklijke Familie. Opgemaakt te Jogjakarta Hadiningrat 9-XI-2604. Alleen maar hazen en konijnen gestroopt in de buurt van een vliegveld. Ach, niet zo leuk eigenlijk. Alleen maar spannend omdat het verboden was." Vliegveld? Het schiet me te binnen dat hij militair is geweest. "Waar hebt u als krijgsgevangene geze ten Oom?" "Ik ben alleen een paar dagen krijgs gevangene geweest. Toen ben ik hem gesmeerd". "Kon dat zomaar. U werd toch gemist op het appèl?" "Ach, die eerste dagen na onze capitu latie was het zo een grote rotzooi. Ik heb zelfs nog een pistool bij me kunnen steken". Oom Chris nipt aan zijn borrel, steekt een sigaret op en vertelt verder. "Het was die nacht stikdonker. De regen stortte bij bakken naar beneden, echt hoedjan deres. In burgerkleren en op blote voeten kroop ik door het prikkel draad, dat rondom de barakken gespan nen was. Direct zette ik er flink de pas in. Na een kilometer of vijf werd mij de weg afgesneden door drie mannen ge wapend met gólóks (kapmessen). Ach ter me zag ik schimmen bewegen. Eén van de drie beval me op hoge toon hem alles te overhandigen wat ik bezat. Ik trok mijn pistool en schoot de man met de grootste bek dood. De andere twee "blandang" (renden weg) en de figuren achter me waren ook meteen verdwenen. De eerste honderd meter liep ik rustig verder en toen..., ik ook "blandang" natuurlijk." "Hebt u zomaar iemand doodgescho ten?" verschrikt kijk ik hem aan. "Wat had ik anders kunnen doen. Of ik wel of niet mijn geld had afgegeven, voor de zekerheid hadden ze me toch afgemaakt Ik weet niet meer hoeveel uren ik liep. Afstanden lopen was ik wel gewend. Maar niet op blote voeten. En een hon ger. Het bleef maar regenen, het zicht was slecht. Opeens stond ik voor een brug, bewaakt door Japanners. Ze had den me al in de gaten, ik kon niet meer rechtsomkeert maken. Ik boog. Dat had ik nog maar net geleerd. En ze lieten mij rustig passeren. Tenslotte kwam ik bij familie, waar ik me wat kon opknappen voordat ik naar huis ging." "Hoe bent u aan de kost gekomen in de bezettingstijd? Ergens een baan krijgen was toen toch erg moeilijk?" "Ik heb onder andere ketèklèks gemaakt, je weet wel, van die houten sandalen.... Er waren nog Nederlanders buiten de kampen, die wisten dat ik militair was. Zo kwam ik bij de "ondergrondse". In een paar dessa's in de bergen waren wapens verborgen. Bij een landing van de geallieerden zouden we voor orde en rust kunnen zorgenWie mij verraden heeft weet ik niet. Op een dag werd ik door de Kempei Tai opgepakt. Zestien dagen lang werd ik elke dag afgeranseld. Als ik de stappen van die beul alleen maar hoorde naderen, dan kromp ik al in elkaar van de pijn. Op de zestiende dag zei ik tegen hem: Ik weet toch niks. Maak me maar dood, dan hoeft u zich ook niet meer moe te maken door me elke dag te slaan.... De volgende dag haalde men mij uit de cel. Ik moest aan een tafeltje zitten en kreeg een portie bami voorgeschoteld. Erg lekker.... En toen mocht ik naar huis. Een tijdje ben ik ondergedoken geweest in de kraton van Jogja". Het is inmiddels erg laat geworden, als we ons opmaken om naar bed te gaan. "Weetje," zegt Oom Chris nog, "ik heb een koffertje met ouwe rommel. Oude papieren en zo. In de familie sta ik bekend als verzamelaar van ouwe rom mel. Een paar van mijn kinderen hebben dat ook. Onze zolder staat er bol van." Oom Chris haalt een koffertje vol lit tekens van vele omzwervingen tevoor schijn. "Dit is een asal-oesoel (stam boom) en dat moet een soort geboorte akte zijn. Maar ik weet eigenlijk niet wat er in staat." Inderdaad, beide documenten zijn op gesteld in Javaans schrift. Ik beloof alle moeite te doen om ze te laten vertalen. Terug in Holland krijg ik een copie van beide documenten. Maar waar vind je nog iemand die het Javaanse schrift begrijpt en kan vertalen in het Neder lands? Dankzij hettoeval hoef iknietver te zoeken. De heer Gardjito, schoon vader van één van mijn collega's wil het graag voor me doen. Hij is namelijk vroeger op de AMS-A in Jogja geweest, waar men les gaf in de Javaanse taal en schrift. De geboorte-acte blijkt een be wijs van afstamming te zijn, dat is afgegeven door de kraton van Jogja. Een deel van het document is bij dit verhaal afgedrukt. De acte is opge maakt tijdens de Japanse bezetting, vandaar het jaartal 2604 in plaats van 1944. LOUIS DOPPERT 31-daagse verzorgde reis JAVA en BALI GARANTIEFONDS V.af 3.800,- REISGELDEN RETOUR BALI v a1.975,- RETOUR AUSTRALIË v.af 2.635, Singel 486 - 101 7 AW AMSTERDAM Tel. 020 - 23 74 84 Laan van Meerdervoort 291 DEN HAAG Tel. 070 - 361 50 78 Rokin 52 - AMSTERDAM - Tel. 020 - 24 25 38 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 12