Tips van toen en nu Middeltje Oma 's mes De verpakking Museum gaat dicht MUSEUM VOL HERINNERINGEN Als ik vroeger thuis ziek werd c.q. was, bijv. influenza, waterpokken, mazelen, gepaard met hoge koorts, moest ik van mijn vader een stukje geitevel (van een echte heuse geit met het haar er nog op), onder mijn hoofdkussen leggen. Dit velletje verjoeg dan de boze geesten en zou de hoge koorts geleidelijk aan doen dalen. Zo mijn vader me vertelde, volgens het Oosterse bijgeloof! Mijn moeder was niet zo bijgelovig in die dingen, maar om de vrede in huis te bewaren, moest ik 't maar doen. Wat ik overigens zelf wel grappig vond. Ik heb 't geitevelletje nog steeds bewaard, als een leuke herinne ring aan toen-vroeger Mw. I. H. JANSEN Al oud, al drie generaties in de familie. Oma's mes. Het heeft een zilverig hand vat vol deukjes en krasjes. Het lemmet is zo afgesleten dat het fabrieksmerk niet meer te zien is. De punt is afgebro ken. Het gaat roesten als het lang nat blijft. Toch doet het al jaren dienst. Eerstin Indië bij Oma als tafelmes. Toen maakte het nog de aarbeving op Ambon mee. Daarna in Holland bij Ma en nu nog steeds gewaardeerd in de keuken van zoon en schoondochter. Oma's mes is nietzomaareen mes! Nee - terwijl het mooie ham mes, de twee vlijmscherpe Spaanse keukenmessen, het deftige vleesmes werkeloos in de la liggen, wordt Oma's mes gebruikt voor groente en vlees snijden, voor de kaas, de goela djawa en klapper en voor de taarten. Moeiteloos snijdt het door harde of zachte etenswaren. Oma's mes is oud, lelijk en erg versleten, maar we willen het voor geen goud missen. Th. v.d. MEER MOHR-SIEVERTS Toen in 1945 de contacten Holland- Indië weer begonnen en de verhalen loskwamen, kampellende daar, honger winter hier, gingen mijn moeder in Batavia en ik in Amsterdam elkaar voedselpakketjes sturen. Juist had ik doosjes melkpoeder verzonden en daar kreeg ik van moeder blikjes geconden seerde melk. Toen stopten we daar dus maar mee. Wel stuurde zij mij nog een vierdelig koffiestelletje gekocht op Pasar Atom, destijds voorbij Pasar Baru. Op de bodem staat S.M.N. Stoomvaart Maatschappij Nederland dus. Door een schepeling "meegenomen" en verkocht? Koffiepotje, melkkannetje, suikerpotje en een hoog waterkannetje. Ik stel mij voor hoe dat op een mailboot verlof gangers, lui zittend in dekstoelen, de koffie geserveerd kregen door de djongos in dat stelletje. Nog weet ik hoe het was om het uit te pakken. Het zat in een kleine bèsèk. Daar heb je vijf jaar in Hollandse toe standen geleefd en ineens hou je weer een bèsèk in handen. Zo licht, zo prak tisch, zo goed gevlochten. Meer deed me nog de tikar die als buitenverpakking diende. Ze zeggen dat je geen herinne ringen van vóór je vierde jaar kunt hebben. Geen herinneringen, die je als beeld kunt plaatsen misschien. Ik zal als baby wel op een tikar in de tuin gelegen hebben. Vanwaar komt anders dat ijle gevoel van herkenning - het vlechtwerk - de geur? Ik weet het niet. Wel weet ik dat ik deze tikar, al gebruik ik hem nerqens voor, niet weg zal doen. L. 't HOOFT We zijn aan onze laatste verhaaltjes toe, het museum gaat nu dicht. Mocht u nog wat in de pen hebben dat werkelijk een plaatsje verdient in het museum, zend maar op, maar we gaan nu even over op wat anders. Wie had er in 1 950 een ijskast of was machine? Bijna niemand. Er waren nog geen spuitbussen en wondermiddeltjes om vlekken en vuiligheid weg te krijgen, voor frisse lucht moest je gewoon het raam openzetten en in de kattenbak lag gewoon turfmolm inplaats van absor berende geparfumeerde steentjes. Wat een tijd! Kwamen we tijd te kort door al dat poetsen, boenen en wassen? Ik weet het niet meer. Ik weet alleen dat we nu nog tijd te kort komen om in alle foldertjes en reclame krantjes te speuren naar nieuwe hulpmiddeltjes om onze huishouding makkelijker te maken. Of niet soms? Gewoon hersentjes en handen gebrui ken, net als 40 jaar geleden. Toen kocht ik een boekje "Raadgevingen voor de huisvrouw". Honderden tips waar ik nog nooit van gehoord had voor zaken die ik in Indië nooit was tegengekomen. Ik heb wel wat van die tips geleerd dat wel, maar als ik ze nu lees dan denk ik: wat een tijdhadden we toen! LD SLA EN GROENTE blijven vers, wanneer men ze in vochtig papier wikkelt. TOMATEN kan men tamelijk lang be waren, wanneer men ze in papier ge wikkeld in een koele kelder legt. CITROENEN blijven goed, wanneer men ze stuk voor stuk in papier wikkelt en ze zó in droog zand legt, dat zij elkaar nipt aanrakpn OPENGESNEDEN CITROENEN blijven vers, wanneer men ze met de open gesneden zijde op een schoteltje legt, waarop men wat azijn gegoten heeft. GOED EN SLECHT MEEL onderscheidt men, wanneer men een handvol samen perst. Goed meel plakt, slecht niet. RAUW VLEES blijft vers, wanneer men het met azijn afwrijft; daardoor wordt het ook zachter. VLEES BLIJFTVERS, wanneer men het zó in een pot legt, dat er onder het vlees azijn is, zonder dat het vlees zelf met de azijn in aanraking komt. EIEREN kan men jarenlang goed hou den, wanneer men ze verscheidene malen in een tot op 38* C. verwarmde waterglasoplossing dompelt, goed af droogt en op een houten rooster legt. TE DROGE KAAS legt men enige dagen in dikke zure melk. Hij wordt dan weer helemaal vers. OLIE WORDT NIET RANZIG, wanneer men van tijd tot tijd wat zout eraan toevoegt. AARDAPPELS koken sneller, als men wat margarine eraan toevoegt en het zout pas even voor het gaar worden. IN DE SCHIL GEKOOKTE AARDAPPE LEN kan men beter pellen, als men ze na het koken met koud water begiet. TE SCHERPE AZIJNSMAAK bij kom kommers e.d. verdwijnt, als men ze enige uren vóór het gebruik in een oplossing van dubbelkoolzure soda (zuiveringszout) legt. CAKE e.d. brandt niet aan, als men een kleine schaal water onder de bakplaat in de oven plaatst. VASTKLEVEND GEBAK kan men ge makkelijk uit de vorm halen, wanneer men hem een poosje op een natte doek zet. GRIESMEELEN MEEL klonten niet, als men ze door een trechter giet. GLAS kan men vijlen, als men de vijl met in benzine gedrenkte kamfer be strijkt. MESSEN ontdoet men van uien- en vislucht, door ze enige tijd in vochtig zand te stoppen. ROESTVLEKKEN op nikkelen vaatwerk verwijdert men door ze met alcohol af te wrijven, waaraan men in hardnekkige gevallen eventueel nog een druppel zwavelzuur toevoegt. ROESTVLEKKEN op fijne messen ver wijdert men met inktvlakgom. HET ROESTEN VAN TUINGEREED SCHAP wordt vermeden door het te bestrijken met een papje van 3 delen uitgesmolten spek en 1 deel daarin gesmolten hars. T-4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 16