INDO-ROCK /CRM. J.G. Yssel de Schepper O Alg. Assurantiebedrijf "Argo" ALLE VERZEKERINGEN GEZOCHT 19e 20e EEUWSE INDISCHE SCHILDERIJEN aquarellen en tekeningen door Nederlandse en andere Europese kunstenaars. HAKS MARIS - Zijlweg 283 - 2015 CM Haarlem tel. 023-253501 - fax. 023-253507 Zeer recent verscheen bij uitgeverij "De Alk B.V." te Alkmaar het boek "Konin klijke Paketvaart Maatschappij", welke de schrijver A. J. J. Mulder heel be scheiden: "Wel en wee van een Indische Rederij" als ondertitel meegaf. Mis schien zou je het boek een kroniek kunnen noemen. Dat zou het zijn wan neer - zoals in dit boek ook het geval is - enkel de opsomming van schepen en gebeurtenissen in een historisch follow- up zou zijn vermeld. Maar er is dus meer. Als chroniqueur is Mulder uiterst ge detailleerd. Schepen worden vermeld met hun technische gegevens en de data van hun bouw tot en met die ontluisterende gebeurtenis van hun tocht naar de sloper. Gebeurtenissen van belang, personen en zaken, die hebben bijgedragen tot het ontstaan van wat wij nu allen kennen als de K.P.M. De perioden van grootheid en afbraak. Dit alles wordt in het boek zakelijk en overzichtelijk verteld zodat het gelezen kan worden als een boeiende historische verslaggeving. Namen als Ruys,Tegelberg, Boissevain en Op ten Noort zijn een deel van onze Indische Geschiedenis en waar men nog steeds gegeneerd over doet: In dische Geschiedenis, koloniaal verle den, ander onderwerp. Stigmatiseren is een hobby van wat je kan noemen de lampepitten van het historisch onbenul. Heel machtig is die kongsie helaas, omdat er zoveel van zijn. Mag niet zeggen? Wel toch! Het is een goed boek. Wat Mulder heeft geschreven schiet tekort misschien in de vermelding van het wel en wee van de mensen, die erbij gewerkt hebben. Wie werkte voorde K.P.M. kon zich niet afzijdig houden. Niet afzijdig omdat belangen van de Maatschappij door de werknemers wer den vertaald in belangen, die hen en hun gezin direkt raakten. Mijn eigen K.P.M.-periode was een korte: 1950- 1955. Maar een tumultueuze in die jaren direkt na de Soevereiniteitsover dracht. Stakingen, bedreigingen, het acute reëele levensgevaar soms, werd met koppig verzet tegemoet getreden. Shipping was en is een flamboyant romantisch gebeuren en moest niet ontaarden in banale jatterij en gewel- dadigheid. Handen af van onze K.P.M. Waarom dat recht toe, recht aan staan voor de zaak van je werkgever, waarom? Weet ik niet! "Komt pas morgen", hoe die bijnaam is ontstaan, vertelt Mulder in zijn boek. De autochtone bevolking, hoe "de pest" ze er ook vaak in hadden, aan hun koloniale bazen, spraken liefkozend van: "kita poenja mama". Mijn passage-klerk op het agentschap Tandjoeng Priok sprak van "kita poenja Mama-tiri" maar hij was dan ook een Indo-Chinees, en stiefmoederlijk behan deld, zal hij zich niet alléén door de K.P.M. hebben gevoeld. Een boek voor elke (ex)-K.P.M.-er. Een boek voor iedereen. Een boek vooral voor hen, die zijn blijven geloven dat daér iets groots werd ver richt. J.S. N.B. In het voorwoord zijn helaas hinderlijke drukfouten in de jaartallen geslopen. "Koninklijke Paketvaart-Maatschap- pij" door A. J. J. Mulder. Uitg. De Alk B.V. Geb., 224 pag., foto's, reg. Prijs f 69,90 porto f 7,00. Kantoor en woonhuis Corn, de Witt- laan 83, Den Haag, tel. 070-35571 72 De Haagse Houtrust Rotonde was op de avond van afgelopen Koninginnedag werkelijk bomvol met oudere jongeren, die gekomen waren om te genieten van ouderwetse Indo-Rock. En genoten héb ben ze. Van The Valiants, Crazy Rockers, Black Dynamites, Eastern Aces en van vele anderen die nog steeds de onver valste Indo-Beat uit hun instrumenten èn uit hun soul kunnen halen. Zelf ging ik met gemengde gevoelens naar huis en dat terwijl er niets was om moeilijk over te doen. De muziek was goed, de sfeer was goed, Indo-Rock is weer in, wat wil je nog meer. Misschien is het wel het gevoel dat deze revival tot niets leidt. Dat het een laatste opleving is. Dat het nostalgie is die kunstmatig tot nieuw optreden wordt gewekt. Dat iets gezocht wordt dat voorbij is: jeugd. Dat de muziek straks toch weer opeens verdwijnt, net als toen, maar nu met achterlating van een grote kater omdat slordig is om gesprongen met een erfenis. Misschien, misschien draaf ik ook wel veel te ver door. Indo-Rock, dat zijn herinneringen, dat zijn singeltjes. Indo-Rock dat is "Once", dat is "I can't forget you", "I'm in love again", omdat in die nummers de hele sfeer van het Indo-Rock tijdperk wordt vertolkt. Alle franje er omheen, alle "Wein, Weib und Gesang"en hetdaérbij horende ritme moet slechts herinnerd worden (of helemaal vergeten), maar moet niet meer gehoord worden. Dat waren de "jeugdzonden". Wat vandaag de dag echter lijkt te gebeuren (niet écht, maar die indruk wordt gewekt) is dat the rhythm that had faded away wordt teruggehaald en dat ten koste van reeds uitgekristalliseerde memories. Herinneringen die even oplaaiden als op een dansavond of reünie een paar van die "oude" knakkers voor de ge legenheid hun gitaar weer oppakten. Indo-Rock is weer in. Voor even. Dat is leuk, maar hoe schoon zou het zijn indien deze tijd niet zomaar werd gevuld met het her en der blazen van Indo-Rock, maar dat er ook een heldere kop is die deze gelegenheid aangrijpt om wat vast te leggen. Bijvoorbeeld door de werkelijk goede muziekanten eruit te pikken en desnoods onder dreiging van een lemper en een pistool (dat is namelijk nodig bij die jongens) een studio in te werken om daar hun kwaliteiten op te nemen. Dan hebben we dat tenminste ook voor straks als de Indo-Rockers definitief tot het muzikaal verleden behoren. R.B. 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 25