Een vluchtige blik in een kleine tuin
Illustraties uit "Onze planten en Dieren"
Ongeveer 1 ha. van ons erf in Priangan
lieten we onbebouwd. Mijn vader was
een echte dierenliefhebber en hij liet
dus een gedeelte zoals het was. Er
stonden bamboe bossen, er was een
klein stroompje en achterin de tuin was
het donker van de dichte begroeiing
onder de aren-palmen.
Er leefde van alles in dat gedeelte van
onze tuin. Behalve de grote verscheiden
heid van vogels waren daar de insecten
en reptielen. De boengelons zaten vaak
in de toerie-boom. Ze aten van de
bloemen. De kadals zaten zich te zon
nen aan de oever van het riviertje en
hapten nu en dan traag naar een vliegje
of ander insect. De vele soorten slangen
hielden het aantal muizen en ratten op
peil.
Er leefden kujups in de sloot. Dit is een
kleine soort kreeft. Verder leefden in de
sloot heel wat soorten kleine vissen. De
prachtig gekleurde brejits, die in scholen
rondzwommen, de zilverkleurige buntur,
de mooie vechtvissen met hun bruinrode
vinnen. "Siamese vechtvissen" zeiden
ze dat ze heetten. Waterjuffers zweef
den rond, licht en vluchtig als feeën die
dansten op de stralen van de zon. Een
verscheidenheid van kiendjengs: rood,
geel, bruin, groen. Je kon door de tuin
rondstompen en niets zien, of je kon
heel stil op een steen zitten en al het
verborgen leven observeren.
Een bepaald soort rups leefde in de
oleander. Hun poppen waren prachtig
glimmend, smaragd-groen met een
gouden glans. En de vlinders; wat een
verscheidenheid! Alle kleuren, alle
Vliegende draakjes.
20
Van boven naar beneden:
Atlasvlinder, libelle en veenmol
(andjing-tanah). De jumbo, heli
copter en metro van de Indische
tuin.
grootten. Van de reusachtige Atlas
vlinder tot de kleinste witte capellen. De
Atlas vlinder is eigenlijk helemaal geen
vlinder maar een mot.
Dan waren daar de vliegende hagedis
sen, die de kunst verstonden hun vel uit
te spreiden en van boom tot boom te
zweven. Als je op de grond keek zag je
kleine aardhopen. Dat was waar een
gangsir een gat had gegraven. Een
gangsir is een soort krekel alleen tien
keer zo groot. Sprinkhanen waren daar
in alle soorten met hun verwanten: de
wandelende tak, het wandelend blad,
de bidsprinkhanen en allemaal meesters
in camouflage. De badjings sprongen
van boom tot boom.
Dan waren daar de klapper torren die
een hissend geluid maakten als je ze op
pakte. Dikke padden zaten onder de
struiken en als je er een aanraakte dan
ging hij op z'n kop staan om zich nog
eens zo dik te maken. In de sloot zaten
ook kleine bantjets. (water kikkertjes).
Soms, als er stilstaand water was dan
was het soms bedekt met een laag
kikkerdril, een slijmerige massa. Als je
een ontstoken wond had en je deed een
handvol van de kikkereitjes met slijm er
op, dan genas de wond. Wie beweert
dat het niet zo is?
Allerlei geneeskrachtige kruiden groei
den daar. Heb je je geschaafd, dan was
daar een soort onkruid met rode stengel
tjes die een witte vloeistof afscheidden.
Die witte getah was desinfecterend.
Heb je een onooglijke wrat, dan deed je
er de getah van de papaya op en na een
week was de wrat verdwenen. Er was
een kruid voor elke ziekte.
Allerlei groente was daar voor het grij
pen: de poetjoek van de sampu-ketan,
de jonge blaadjes en bloemen van de
Tankil, de djantoeng pisang, de toerie
bloemen, de kloewih, de jonge papaya,
de kiempjes van de petih tjina, enz. enz.
te veel om op te noemen. Overal kon je
sajoer van maken. Achter in de tuin,
waar het altijd schemerdonker was,
hingen de tjodots onder aan de bladeren
van de aren palmen.
Als je niet weet waar te kijken, dan kan
je de hele tuin doorlopen en niets zien.
Geen insecten, geen vlinders, geen
gouden poppen, alleen maar "die lastige
muskieten". De vogels heb ik niet ver
meld omdat je daarmee al een heel
boekdeel kan vullen en het is juist
het leven dat niet zo zichtbaar is, dat zo
interessant is. De slangen die je uit de
weg gaan, de ratten die schichtig weg
schieten, de duizenden soorten insec
ten, het stille leven in de sloot, de kleine
zwarte slakjes die zich aan de water
planten vastklemmen. De kruiden en
struiken, de bomen en planten,dat is
immers ook leven?
En dit is alleen maar een vluchtige blik
in een kleine tuin, lang geleden.
TH. LIT
Van boven naar beneden: geschubde
honingzuiger, boenglon en rups van VA
centvlinder.