het allemaal gekost had. Oma zei, ongeveer driehonderd gulden. Een maandloon dus, zei de inspecteur. Het is verbazend. Wij hadden van onze rekenmeesters een be drag van ongeveer duizend gulden opgekregen. Ambtelijk, zei Oma, particu lier is sneller en voordeliger. Kunt u niet bij ons in dienst komen, was nog een vraag. Nee, zei Oma. Man en dochters gaan voor. Ter sprake kwam ook nog dat veel leerlin gen van de omliggende steek zich hadden laten overschrijven. Klassen werden te groot. Zouden eigenlijk meer assistenten bij moeten. Bij het afscheid nemen, kreeg Oma een compliment van de andere vrouw waar ze heel erg blij mee was. Zoals gezegd was Oma "stevig" van bouw, maar ze kon de inspecteur wel vermoorden toen deze als laatste toch een goed bedoelde opmerking plaatste van: Gelukkig, dat u hier bent want school en mensen hebben in u een stevig postuur om op te leunen. Toch was het goed bedoeld, wat ongelukkig gezegd. Een maand later kwam er een brief waarin de schoolleiding werd gecomplimenteerd voor de hele gang van zaken. De vrijgezel len kregen een tussentijdse salarisverhoging van 25 gulden en Opa van 50 gulden per maand. Extra personeel zou toegevoegd worden en twee klaslokalen werden aan gebouwd. Helaas konden door de heer J. Bookelmann gemaakte kosten niet ver goed worden. Zo was Indië toen ook al. Het laatste gezegde van stevig postuur zat Oma danig dwars. Ze hield zo van lekker eten. Haar man was te lang en te mager. Nu was zij gedrongen gebouwd en stevig. Wat kun je nu tegen de natuur beginnen. Vermageren! Oma ging dus een vermage ringskuur doen, zes weken zou die duren. Geen kwé klepon of ketan, thee en koffie zonder suiker en melk, verminderen van eten. Geen lempers bij de zondagse zwempartij, geen pilsje of nu noem maar op. Bij alles riep iedereen: "Maatje pas op!!" Oma werd er nerveus van en iedereen die met haar te maken kreeg leed er onder. Nog twee weken had ze te gaan. Extra er tegenaan! Geen middagslaapje maar een uur stevig wandelen. Ze zou ze eens wat laten zien. Extra zwemmen en gymnastiek. Ook de laatste twee weken gingen voorbij. Toen op de weegschaal. Een ouderwetse bascule. In de gewichten zaten gaten waarin wat lood gegoten kon worden als bij het ijken bleek dat de gewichten niet juist van zwaarte waren. Oma in dezelfde kleren als zes weken terug. Van de zenuwen kon ze niet stilstaan. Gewichten erop, net zolang zoeken tot de twee snavels recht tegenover elkaar stonden. Met de haak vastzetten en nu de kilo's tellen. Om kort te gaan, ze was ruim vier kilo aangekomen Met een bijna huilerig gejank sprong ze van de bascule tafel, kleren rechttrekkend en naar huis rennen. Tas met geld gepakt en tegen de djongos gezegd dat ze later thuis kwam. Ze had een sado aangeroepen en direkt naar de Chinees om te eten. Twee uren lang getafeld, letterlijk volgestampt. Het zweet brak haar uit. Vier kilo erbij. Nooit meer vermageren, dan maar dik. Wat Oma niet wist, was dat iedereen in haar omgeving eronder te lijden had gehad. De eerste week niet, maar daarna werd ze humeurig en snauwerig en dat alles door de honger. De jongelui hadden al eens gezegd dat ze veranderde en Opa en dokters hadden ook al geklaagd. Toen was Sjoerd met het plan gekomen om de gewichten wat lichter te maken. Wat lood eruit. Een gewicht van tien kilo was wel te manipuleren dat het negen woog of negeneneenhalve kilo. Zodoende zouden er meer gewichten op moeten van tien kilo. Immers zes gewichten, die behan deld waren, gaven in cijfers zestig kilo aan, terwijl er maar voor 6 x 9,5 57 kilo op stond. Het was een harde les en gemeen vonden ze, maar je kon voor een persoon niet allemaal laten lijden en door zo te doen waren ze voorgoed van het vermage ren en daarmee gepaard gaande spannin gen af. Oma was uitgegeten bij de Chinees. Geen domme, grinnikende gezichten om haar heen. Heerlijk was het en nu had ze het warm. Een sado werd geroepen en Oma nam breeduit plaats. Maleis was nog altijd haar zwakke punt. Tegen de koetsier zei ze: poeter, en maakte met haar vinger een cirkel in de lucht. Best, dacht de man en liet het paard lopen. Huizen stonden in vierkante blokken en Toeban was klein. Alles hing loom op de voorgalerij. Verrek, zei Gijs tegen de an deren, daar heb je Maatje. Een zes a zeven minuten later weer: daar heb je Maatje. Daarna precies hetzelfde. Toen begon het roepen: wat is er? Wat doe je en nog meer. Oma zenuwachtig zei: banjak lekas. Zei dacht, banjak is meer en wat sneller. Dus een groter ommetje. Koetsier dacht veel sneller. Toen kwam Maatje om de zes dan om de vijf en zelfs om de vier minuten voorbij. Niemand snapte er iets van. Wel veel applaus van de galerijen en aanmoedi gingen. Ten einde raad liet zij stoppen en stapte uit. De koetsier dacht, dieorangvan de school is helemaal mata galap. Een rijksdaalder in zijn hand. Hij smeerde 'm maar. Wat was dat nu, vroegen ze thuis. Ja ik wilde rondtoeren maar dat begreep die sufferd niet. Ik ga direkt naar bed, ik voel me niet lekker. Opa voelde zich ook niet lekker en vroeg zijn vrouw of ze al gegeten had. Dat was foute boel. Ze had zich overeten en moest dat nu bezuren. Dok ter toch maar laten komen. Opa met de dokter gesproken. Man tot man zoals dat heet. Dokter kon het begrijpen en zou wel eens voorzichtig met haar praten. Dat is ook gebeurd. Als een Nemesis kwam ze de volgende dag bij de jongelui, die voorzich tigheidshalve achter de stoelen gingen staan. Ik weet alles, zal er geen woord aan be steden, ook geen kuren meer. Als iemand het lef heeft zijn kaken hierover open te doen, dan zorg ik ervoor dat hij een forse laxans in zijn eten krijgt. Niemand voelde zich de eerste dagen veilig na het eten. Ze was echter een te goede moeder om zoiets te doen. Opa mopperde over verlof. Het was 1913 geworden. Van de overkant kwam een van de jongens met de mededeling dat er bezoek van de resident zou komen. Offi cieel bericht zou nog volgen. Dat kwam ook een dag of tien later. Inderdaad de Resident zou komen. Vrouw niet, voelde zich niet zo wel. Theo Stalknegt zei tegen de anderen voordat die totoks weggaan, zullen we Maatje nog even te pakken ne men. Met dat gedreig over laxans in het eten. Ja dat was een goed idee! Maar hoe? Gijs opperde het idee om tegen Maatje te zeggen dat.de Resident gek was op Hollands warm eten. Dat midden op de dag. Goede mop. Oma werd door de "jongens" inge licht dat de "Resident" gek was op de Hollandse warme pot. Kon ze dat wel voor elkaar krijgen. Oma en niet kunnen. Tieleman en Dros was er en de Chinees. Zat altijd goed. De dag was daar dat de "Resident" kwam. Alles extra schoon en gepoetst. Vlaggen en alles erop en eraan. Het algemeen eerbetoon, officiële taal zullen we maar laten voor wat het was. De Resident had zoveel gehoord wat er met de school en de huizen was gebeurd en dat wilde hij nu zelf graag eens zien. Het liefst niet op de warme uren. De kinderen hadden toch vrijaf gekregen. Oma stelde zakelijk voor om de jongelui en hun woning te zien, daarna de school en dan hun eigen woning waar de Resident zou blijven eten. De jongelui werden voorgesteld. Tip top gekleed en het huis bewonderd. Ze had den nu een "mess" gevormd en met dat alles door Maatje geleid, bevonden ze zich heel wel. Een compliment van de resident kregen ze dan ook. Na een kort gesprek, naar de school. Hij vond het geweldig. Had al over alles horen praten. Ja die vrouw had het toch maar voor elkaar gekregen. Jawel, het LYSOLEUM van Bookelmann was op onderwijs al bekend. Pardon, zei Opa, met uw goedvinden, het is LYCEUM, maarniet in dit geval. Ja, zei de Resident, klopt, zeer goed met wat u zegt. Dat weet ik. We hebben echter naar aanleiding van die vele liters LYSOL, ter bestrijding van die ter mieten en ter verduidelijking, het "LYSOLEUM" gedoopt in ambtelijke kring. Goeie mop zeg! 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 14