O Indonesië en toeristische plaatsen te mo gen hebben. Onder hen waren er ook die voorheen in het toenmalige Nederlands- Indië hadden gewoond. Na veel aarzelen schreef ik hen terug. Niet goed wetende wat te doen, aangezien ik niet wist wat er precies in de advertentie stond. Pas nadat er een vlotte briefwisse ling op gang was, werd het mij duidelijk dat een tante van mij een advertentie had geplaatst in een Indisch blad onder mijn naam, waarin stond dat ik graag zou willen corresponderen Een van de penvrienden was een geschei den man. Hij schreef mij dat hij met een tour zou komen eind 1989. Hij was meer dan veertig jaar niet terug geweest in Indonesia en zou graag willen hebben dat ik hem begeleidde wanneer hij op zoek ging naar de plaatsen waar hij zijn jeugd had doorgebracht. Uit zijn brieven maakte ik op dat hij heel aardig was en het klikte tussen ons. Hij nodigde mij uit naar Hol land te komen voor een korte vakantie om elkaar persoonlijk te leren kennen. Ik werkte net bij dit nieuwe projekt en had in feite nog geen recht op vakantie, maar kon het toch gedaan krijgen veertien da gen verlof op te nemen. Dus in juli 1989 weer naar Holland. Ruim twee weken bleef ik in Holland bij mijn penvriend lo geren. Deze penvriend werd mijn aan staande man. De familie vond het geweldig en hoopte dat ik zo gauw mogelijk naar Holland zou komen. Terug in Indonesië was ik aan het denken gegaan. Ja, wanneer ik voorgoed naar Holland zou gaan wilde ik geen heimwee hebben naar Indonesië. Het zou weer aanpassen worden in een nieuwe omgeving. Mij begeven in nieuwe kringen met heel andere mensen. In Jakarta ging ik vaak genoeg om met buitenlanders, maar het waren geen Hollanders. Daar kwam nog bij dat ik J.G. nog niet goed kende. Van een briefwisseling en zo'n korte vakantie kun je niet zeggen dat je elkaar reeds kent. Ik heb hem natuurlijk uitgelegd dat ik van geboorte wel een Indisch meisje was, maar nu een Indonesische ben géwor dén. Gelukkig kon hij mijn situatie begrij pen. Zijn ouders waren Hollanders die reeds meer dan vijfentwintig jaar in het voormalig Ned.-lndië hadden gewoond. Hij was ook meer Indisch dan Hollands. Ik weet niet of ik het aan kon met iemand te trouwen die helemaal Hollands was en niets van Indonesië afwist. Ik denk dat ik het echt moeilijk zou hebben als hij niet zou weten wat sajoer goedeg is of een toekang tjopet. Ja, ik zou het toch niet leuk vinden. In mei 1990 vertrok ik van de Gordel van Smaragd naar Negeri Kintjir Angin (het land van de molens Holland). Ik had het niet beter kunnen treffen. J.G. had voor alles gezorgd. Een mooie flat woning met alles er op en er aan. Helemaal op z'n Indonesisch ingericht. Ik voelde mij direkt op mijn gemak en wist van tevoren dat mijn toekomst hier in Holland geborgen zou zijn. Diep in mijn hart was ik er dankbaar voor. Geen onzekere toekomst, zoals in Indonesië. Daar leef je min of meer op de dag. Werk je niet, wel dan eet je ook niet. Geen werk hebben in Indonesië is vrese lijk, vooral als je kinderen hebt. Wat ook vreselijk is als je geen werk hebt en juist ziek bent. Je weet niet wat je moet doen. Nou ja, dat is nu achter de rug. In juni 1990 trouwden wij. J.G. had eigenlijk gewild in Indonesië te trouwen. Ik had het hem afgeraden. Het regelen van de documen ten zorgde meestal voor een hoop last. In Holland is het eenvoudiger, d.w.z. niet zo ingewikkeld. Maar wel moest ik al mijn stukken in het Nederlands laten vertalen. Mijn legitimatie kaart (KTP), de wijkfamilie kaart (KK), mijn W.N.I. verklaring, de verklaring dat ik nog van Europese afkomst ben (KIom maar een paar te noemen. De ambtenaar van het Gemeentehuis die de stukken in ontvangst moest nemen en registreren zei nog nooit zoveel papieren bij elkaar gezien te hebben. Op mijn huwelijk droeg ik een moderne Indonesische dracht. Ik zag de ambtenaar die ons trouwde even vreemd kijken. "Is dat de Indonesische dracht?" informeerde hij. "De moderne", antwoordde ik kort. Ik had het te koud om nog verdere tekst en uitleg te geven. De familie ingelukkig natuurlijk. Ik was voor mijn oom en tantes altijd het zorgen kindje geweest. Nu is het verloren schaap tenminste in Holland. Weer overschakelen naar andere ge woonten viel niet mee. Ik kende Holland slechts van korte vakanties. Vooral tegen het klimaat zag ik op. Zo maakte ik voor het eerst de winter mee. Zag voor het eerst sneeuw. Leuk om die vlokjes te zien vallen. Net stukjes kapas. Maar deze stukjes kapas kunnen ook lastig worden als het zich tot een grote hoop had verzameld en het spiegelglad werd bij het ontdooien. Gelukkiggeen bandjir in Holland. Een goede riolering natuurlijk, anders was Holland helemaal onder water en dan geen Holland meer op de kaart. Tamat riwayatnya. Het was ook wennen om alles zelf te doen en daarom miste ik mijn bedienden heel erg. Een dag efficiënt indelen was even een probleem. Ik moest even mijn draai vinden. Van iedereen kreeg ik goede adviezen hoe ik het beste de huishouding kon regelen. Verder moest ik mij niet vergissen om wanneer ik op bezoek ging een bosje bloemen mee te nemen en geen gebak, vruchten of zo iets dergelijks zoals het in Indonesië de gewoonte is. De winkels sluiten hier om zes uur, zaterdag om vier uur en zondag zijn ze gesloten. Dus niet vergeten dat hier geen waroengs zijn zodat je voor het week-end alles in huis had wat je denkt nodig te hebben. Wat prettig is, hier stoppen de bussen heel netjes bij de haltes. Je hoeft tenminste niet in en uit de bus te springen of aan de deurpost te hangen als een aap. Heel goed. Ik moest ook in het ziekenfonds. Dit was ook één van de eisen van de Vreemdelin gen Politie toen ik mij ging melden. Mocht er eens wat gebeuren met mij of mocht ik op straat verongelukken dan kon in ieder geval een ambulance mij komen ophalen. In Indonesië hoefde je niet op een ambu lance te rekenen. Vanwege de hopeloze files kan noch de ambulance, noch de brandweer er doorheen komen. Meestal kreeg je hulp van andere mensen. Hier in Holland ben je goed verzekerd. Er is voor je gezorgd vanaf jouw wieg tot jouw graf. In Indonesië maakte een kennis van mijn oom eens een opmerking over de zieke hond van de buren. Ze drong erop aan om de ambulance te bellen en het beestje naar het ziekenhuis te brengen. Ik had haar niet begrijpend aangekeken. Wat voor een ambulance in vredesnaam moest er ko men voor een doodgewone hond. De ambulance zou niet eens komen opdagen voor een ziek mens, laat staan voor een hond. De mensen denken datje stapelgek bent als je een ambulance belt voor een hond. Ja, men ging hier eerst voor de "khaki dua" (twee-voeters mensen) zorgen, de "khaki empat" (vier voeters dieren) komen op de tweede plaats. De dierenbescherming in Holland doet hier goed zijn best. De situatie hier is ook zo heel anders dan in Indonesië. Ik vind het ook best leuk om de eendjes te voeren. Ook de vogeltjes op ons balkon vind ik grappig. Neen, eendjes zijn in Jakarta niet veilig. Ze komen zo de pan in. Werken hoef ik nu niet meer. Trouwens op deze leeftijd kom je hier in Holland toch niet aan de bak. Mijn man vond dat ik eerst tot rust moest komen. Ik had een te gejaagd leven geleid in Indonesië. Ja, daar was je op alles voorbereid. Elke dag kon er wat gebeuren. Ik voel wel dat ik hier in Holland langzaam tot rust kom. Niet meer dat elke keer opschrikken voor iets wanneer ik een vreemd geluid hoor. Nu moet ik weer van voor af aan beginnen. Mij aanpassen, de gewoonten hier aanle ren, de mentaliteit van de mensen kennen enz. Of ik weer het Indische meisje van vroegerzou worden? Dat kan ik niet zeggen. Hoe kun je de ervaring die je meer dan dertig jaar had opgedaan opzij schuiven voor iets nieuws. Het nieuwe neem je erbij zonder het oude weg te doen. 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 21