KOOKABURRA'S K (Australische Lachvogel) The Kookaburra is een unieke Australische vogel die het geluid maken alsof ze je uit staan lachen, maar in feite verkondigt hij dat dit zijn gebied is. De Kookaburra is van de familie "Kingfishers" (in Holland de familie ijsvogels). Ze komen in onze streek veelvuldig voor. Ze leven in het wild, mag niet gekooid worden) van kikkers, hagedissen en als ze wat groter zijn zelfs slangen. Als zo'n hagedis of slang gevangen is dan slaan ze het murw op een tak of boomstronk met hun snavel. Als je dat dan ziet met wat kracht ze zo hun prooi op een boomstronk kapot slaan dan verwondert je het dat ze hun snavel niet kapot slaan. Een jaar of wat geleden begonnen we met ze wat vlees te voeren, dat we dan op de verandaleuning neerlegden en dan kwamen ze het daar weg halen. Van lieverlede werden ze makker en makker naar mate ze aan ons wenden. Ze kwamen op de verandatafel en begonnen uit onze hand te eten. Er was er een speciaal die zich zelfs over de rug liet strijken. Deze hebben we "Moedertje" genoemd (naar later bleek). Op een dag ben ik dicht bij ze gaan zitten met een stuk vlees op mijn arm. Het duurde wel een tijdje, maar na verscheidene pogingen, ja hoor, kwam ze op mijn arm zitten om het vlees weg te halen. Toen ben ik ook maar brutaal geweest en de vol gende dag ben ik gewoon in mijn stoel gaan zitten en deed een stukje vlees op mijn knie en ja zonder haperen vloog ze op mijn knie en dat doet ze bij iedereen nu die maar een stuk vlees op zijn knie heeft. Toen kwam de lente.... en de paartijd en nesten maken. Tja dan verspil je een heleboel energie dus dan heb je wel eten nodig en wat is er nu makkelijker dan cari makan (eten zoeken)in het bos. Wel U raad het wel, suikeroompje zal wel bijspijkeren. Dat was een af en aan gesjouw bukan maen. Toen de kleintjes uitkwamen (dat namen we dus aan omdat ze er ver schrikkelijk onopgemaakt uit zag) werd het nog drukker en kwam ze wel drie vier keer per dag. Dan moest je wat geduld hebben om haar tijd te geven om met het stukje vlees naar het het nest te vliegen (dat was ongeveer 200 meter in het bos) en het jong te voeren en terug te komen voor de volgende kruimel Ze zag er uit.... als een sloofje. Haar veren dah karoean (verward), ze had gewoon geen tijd om toilet te maken. Tegen het einde was ze zelfs haar staart kwijt. Dit kwam van het in en uit het nest te kruipen. Ze nesten namelijk in gaten in de bomen of holle takken. Ze zag er smerig uit bovendien, want ja alles gebeurt er in die boom en dan wordt die kop wel eens be teleh-ie (be je weet wel) en dan kan je dat wel afschudden maar de sporen er van zijn wel te zien. Toen werd het uitvlieg tijd en de kinderen voorstellen. Het was net een kermis,want tegen die tijd kwam de Kookaburra van om de hoek(die ook wel eens een happie kwam halen) ook met zijn kinderen aan.Ik heb bijna subsidie aangevraagd van de re gering om ze te voeren. We dachten als dat zo door gaat. hebben we straks een halve koe per week nodig. Moedertje op schoot en de familie kijkt toe. Eerst waren de kinderen schuw maar na een paar we ken begonnen ze in te zien dat wat mam kan doen dat konden zij ook wel, en ze werden makker en makker en zoals op bijgaande foto waren er al gauw vijf vaste klanten. Op een mid dag was het wat "griemiesen" (regenach tig), dan maar bij restaurant suikeroompje wat halen. Het is maar een keer gebeurd. Ik had die middag twee op mijn knie (ik zat met gekruiste benen) een zat op mijn schoen te schommelen en twee zaten op de grond onder mijn stoel, en zo zat ik ze een voor een een stukje vlees te geven. Enfin dit werd te gek en dat vond moeder tje ook. Oh ja zoon van moedertje noemden we schreeuwlelijk (elke keer als hij wat kreeg maakte hij van die diepe keelgelui den en klonk net als een kip) Dan had je de stille, die kon je aaien, de schele, als je die een stukje vlees gaf dan pikte hij er altijd naast en als hij je vinger te pakken kreeg adoeh loroh (pijn). Dus moedertje vond het welles en begon een voor een de indringers weg te jagen. En als ze niet na een aanmaning weg wilden gaan, dan werd het wel tot een "snavelgemeen". Len dag werd het jong zo bij een vleugel beetge pakt en heen en weer geschud dat hij versuft bleef zitten met een vleugel han gende alsof het verrekte pijn deed (wat ook wel zo zal zijn geweest, want als ze je vinger te pakken hebben in plaats van een stukje vlees dan doet dat behoorlijk zeer). Wel, we hebben ze nog een paar keer gehad, maar ze hadden geloof ik geen zin meer in een zere vlerk, dus zijn ze weg gebleven. Nu is alleen moedertje overge bleven in de herfst. Zo nu en dan als moedertje al weg is voor de middag voerderij, dan komt "die" van om de hoek even buurten. Ze hebben zo allemaal hun gebied en owee als er een vreemde bij komt, dan klinkt er een oorverdovend "gelach" van "maak dat je weg komt,suikeroompje is van ons". Nu is het wachten op de Lente, want we verwach ten dat dit zich heus wel zal herhalen dus wordt dit verhaal vervolgd in de toekomst. AUSSIE-INDO 29

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 29