Fragment 4 (uit: Vragen aan de geschiedenis deel 3vh, Groningen 1986, bestemd
voor 14/15 jarigen aan het HAVO en VWO):
"Ook Nederlandse gewoontes en gebruiken zijn door Indië beïnvloed. Die in
vloed is vooral gekomen na de souvereiniteitsoverdracht in 1949. Toen
repatriëerden veel Indische Nederlanders. Het "repatriëren" betekende voor de
meesten onder hen dat ze ons land voor het eerst zagen. Dat gold vooral voor
die groep die zowel Nederlands als Indonesisch bloed in de aderen had. Zij waren in
het verre land geboren en getogen en moesten dikwijls Indonesische familieleden
achterlaten. Achteraf bezien is het verbazingwekkend dat zij zich zo snel in Neder
land aangepast hebben. Het omgekeerde kan niet altijd gezegd worden. Soms wa
ren het de Nederlanders, die het Nederlanderschap alleen wilden toekennen aan
mensen met een blanke huid. Dat was al in Nederlands-lndië begonnen, maar zette
zich in Nederland voort. Reeds in Nederlands-lndië vormden de Indo-Europea
nen een tussengroep. Ingeklemd tussen Hollanders en Indonesiërs. Zij hadden eigen
organisaties en zelfs een eigen salarisschaal. De Indo-Europeanen hadden de
wettelijke status van Europeaan, maar in sociaal opzicht was er geen volkomen ge
lijkheid. In de 19e eeuw waren de kinderen uit huwelijken tussen blanken en
"inheemsen" niet veel meer dan verschoppelingen. De economische crisis van
na 1929 bracht de Indo-Europeanen nog meer in tweestrijd. Aan de ene kant stel
den zij de wettelijke status van Europeaan op prijs, aan de andere kant hadden zij
daardoor ook geen recht op grond. Sommige Indische Nederlanders wilden daarom
liever de status van Indonesiër. Slechts 18% van de Indo-Europeanen koos in
1949 voor de Republiek Indonesia. De meerderheid ging naar Nederland. Velen
van hen denken dikwijls nog met weemoed terug aan tempo dulu - die goeie ouwe
tijd - in Indië." (pag. 251-253)
Kerndoelen basisvorming
De invoering van "basisvorming" in het
VO in augustus 1993 zal een wijziging
van het aantal lesuren met zich mee
brengen. Op de meeste scholen zullen
leerlingen gedurende de eerste drie klas
sen van het VO totaal 200 lesuren ge
schiedenis (en staatsinrichting) krijgen.
Voor MAVO, HAVO en VWO zal dat
een beperking betekenen; voor het LBO
een forse uitbreiding.
Met de basisvorming zullen er ook voor
het VO "kerndoelen" worden vastge
steld. (formeel door middel van een
ministeriële beschikking). Kerndoelen
zijn zaken waarover (op de een of an
dere manier) lesgegeven moét wor
den. Daarnaast behouden auteurs en
leraren alle vrijheid om boeken en
lesuren te vullen. Welke "kern
doelen" zouden er voor kunnen zor
gen dat Indië en Indische Nederlan
ders meer aandacht zullen krijgen? U
ziet ze in fragment 7.
Indische Nederlanders in de
multi-culturele samenleving
De kerndoelen voor het VO zijn veel
specifieker dan die voor het basison
derwijs, waardoor bij de invoering
gesproken mag worden van een forse
vrijheidsbeperking van het
geschiedenisonderwijs in het VO. Of
dat wel of niet goed is, is hier niet
aan de orde. Gezien het feit dat lera
ren op veel scholen door welke oor
zaken dan ook aan bepaalde onder
werpen niet toekomen, vind ik het in
elk geval niet erg dat zij nu verplicht
zullen zijn om aandacht te besteden
aan de multi-culturele samenleving en
aan zowel Oost- als West-lndië. Verge
leken met Indonesië komen Suriname en
de Antillen er helemaal bekaaid af in de
schoolboeken.
Op zich bieden de genoemde kern
doelen redelijk goede mogelijkheden om
behandeld te worden aan de hand van
Nederlands-Indische geschiedenis. Bij
kerndoel 9 ligt dat bijvoorbeeld voor de
hand, bij kerndoel 7 niet zo. Maar zullen
de kerndoelen leiden tot meer aandacht
voor Indische Nederlanders? Kerndoel 9
garandeert in elk geval dat er les ge
geven zal worden over Nederlands-
lndië en je zou van mening kunnen
zijn dat auteurs bij kerndoel I I toch
moeilijk om de grote groep Indische
allochtonen heen kunnen.
Maar dat is nou juist zo lastig bij de
geschiedenis van Indische Nederlan
ders. Welke plaats hebben zij in de
multi-culturele samenleving in Neder
land? Al jaren lang wordt in school
boeken geschreven over de komst
van Molukkers naar Nederland ten
gevolge van de dekolonisatie van In
donesië. Aan de hand van hun hou
ding ten opzichte van de Nederlandse
en de eigen cultuur kan goed het
multi-cultureel worden van de Ne
derlandse samenleving worden duide
lijk gemaakt.
Bij Indische Nederlanders ligt dat wat
anders. Sinds het WRR-rapport
Allochtonenbeleid (Den Haag 1989)
mogen ook zij "allochtoon" (van el
ders afkomstig) genoemd worden,
maar je kunt niet zonder meer zeggen
dat zij een "andere" cultuur hebben en
dat zij daar allemaal dezelfde duidelijke
mening over hadden/hebben. De discus
sies over wat nou wel of niet "typisch
Indisch" is zullen niet voor niets nog lang
voortduren. Aan de hand van Indische
Nederlanders kun je eigenlijk veel beter
uitleggen dat als je spreekt over "multi
cultureel" er daarin vele nuances zijn.
Maar kun je dat ook aan kinderen uitleg
gen? Ik denk het wel. Fragment 6 kunt u
beschouwen als een stap in die richting.
Foto uit 1912 van vier generaties van een Indische familie. Van de veertien familieleden
zijn er twee niet gemengdbloedig: de Javaanse overgrootmoeder (in de stoel rechts) en
de man onder de lamp. de Europese bevolkingsgroep in Nederlands-lndië bestond voor
meer dan de helft uit gemengdbloedige Nederlanders. Vanaf omstreeks 1900 werden ze
"Indo-Europeanen" (of afgekort "Indo's") genoemd; vanaf 1945 "Indische Nederlanders."
10