6
peese begraafplaats aan de Pandoeweg.
Deze korte weg, gelegen aan de oost-
rand van de stad Bandoeng, was een zij
straat van de in de Farmanweg over
gaande Burgemeester Coopsweg: beter
bekend als "de weg naar Andir", de mili
taire vliegbasis van die naam die aan het
andere eind lag. Om even op de feiten
vooruit te lopen: het was vlak naast dit
kerkhof, dat na de oorlog de bekende
ere-begraafplaats van de Oorlogsgraven
stichting "Pandu" zou worden ingericht.
Het was een droevige en heel lange
begrafenisstoet welke zich vanaf het
DvO door de brede lanen van Bandoeng
westwaarts bewoog.
De kisten waren in vier verschillende
lijkauto's geplaatst en deze reden achter
elkander met daar tussen in groepen van
militairen. Overal waren drommen toe
schouwers over de gehele door de poli
tie afgezette route. Want de begrafenis
van een legercommandant, bijna de aller
hoogste autoriteit in een koloniaal land:
De niet-ingedeelde officieren- zeker
honderd in getal-liepen in rijen van vier
in de donkere attila- met pluimen op de
kepi.
Elk van de rouwvoertuigen werd bege
leid door een viertal zo genoemde
"slippendragers": dit waren militaire
ranggenoten van elk der slachtoffers,
Om de wagen van Berenschot dus vier
generaals in grote tenue: met kolbak
(berenmuts op het hoofd.
Op de begraafplaats
Bij het kerkhof voegden zich bij elk
voertuig de dragers, ook weer militairen:
ook hier, voorschriftsmatig weer ver
deeld in rang en stand. Geheel voorop -
en dit maakte de stoet zo uiterst uniek-
liep het hoogste gezelschap van Neder-
lands-lndië, te weten de gouverneur-ge
neraal (Jhr Mr A.W.L. Tjarda van
Starkenborch Stachouwer). Aan de ene
zijde van hem de vlootvoogd, vice-admi-
Pakoe Boewono XI, sinds kort opvolger
van de overleden overbekende oude
soenan. Daar weer achter een lagere
vorst uit Djokjakarta, Z.H. Pangeran
Soerjodilogo, hoofd van het Huis Pakoe
Alam. Beide vorsten ook weer in de
donkere militaire uniform met hoge gou
den kraag; en achter elk van hen de dra
ger van de traditionele statie-parasol.
Bij de ingang van de begraafplaats werd
door een vuurpeloton (dat ter weerszij
den van de oprijlaan was opgesteld) met
omhooggerichte geweren een ere-salvo
afgegeven voor elk van de passerende
kisten. Het vuur zou herhaald worden
bij het uiteindelijk neerlaten van de kis
ten in de aarde. Telkens weer een schril
geluid dat in de diepe stilte erg rauw
over kwam.
Vanzelfsprekend werden aan de groeven
ook religieuze handelingen verricht, een
aantal woorden van troost gesproken en
zeer vele kransen en andere bloemstuk
ken gedeponeerd.
Beklemming
Als auteur van dit artikel kunnen wij
ons die gehele affaire nog zeer goed
herinneren. Wij liepen in groen tenue
met ons onderdeel mee in het es
corte, als hele jonge luitenant.
En toen wij - na een halve eeuw - de
oude foto's van dit drama uit de
dagbladpers van toen in Indië en ook
uit d'Orient (het zo bekende geïllus
treerde magazine uit die periode uit
de Oost) weer eens terug zagen,
toen bekroop ons onwillekeurig
weer dat zelfde gevoel van beklem
ming dat wij ook toen al enigszins
voelden. Immers, wij leefden toen in
Indië in een markante periode van
eenzaamheid; bijna anderhalf jaar na
de bezetting van het moederland in
Europa, waar veler familieleden of
vrienden woonden. Ook met de om
gekomen militairen was dat het
geval.Van de legercommandant was
bekend dat zijn vrouw en kinderen in
bezet Nederland verbleven....
Maar dat was het niet alleen! Het was
voor een ieder ook zonder meer duide
lijk dat de oorlog in de Pacific op uitbar
sten stond. En inderdaad, na enkele we
ken was het zo ver. Nederland voelde
zich geroepen om Japan de oorlog te
verklaren. En nu liepen ze hier in een ce
remonie. Die mannen van het KNIL en
van de Koninklijke Marine; ten aanscho-
uwe van de duizenden uitgelopen inwo
ners van Bandoeng. Zo correct en vol
vertrouwen hun doden naar het kerkhof
Pandoe begeleidend. Velen van hen zou
den reeds in maart van het komende
jaar zijn gevallen of gevangen zijn geno
men voor een periode van jaren.
De eerste foto van de ramp. De bevolking kijkt ontzet, van het station Kemajoran toe,
hoe de vlammen om zich heen grijpen. Het toestel viel achter het hier nog overeind
staande huis. (foto uit d'Orient, 18 oktober 1941)
dat kwam niet iedere dag voor! De laat
ste maal was dat in 1916 geweest toen
generaal Michielsen was overleden. Heel
merkwaardig ook ten gevolge van een
ongeval met een militair vliegtuig.
De droeve stoet verplaatste zich in het
tempo van de langzame voetmars. Over
de kolonne waren militaire muziekkorp
sen ingedeeld die sombere melodieën in
een traag tempo lieten horen, extra
triest omlijnd door diepklinkende roffels
met zwart floers overdekte trommen.
Dat het geheel een uiterst trieste stem
ming teweegbracht, dat behoeft nauwe
lijks betoog.
De meemarcherende troepen waren in
de groene uniform; de officieren met
een zwarte rouwband om de bovenarm.
raai C.E.L. Helfrich en aan de andere
zijde de plaatsvervanger voor de nieuw
te benoemen legercommandant, hier de
generaal-majoor H.L. Maurer.
Generaal Ter Poorten was toen niet in
Indië; hij was als chef van de generale
staf in Manilla op de Filippijnen voor ge
heime besprekingen met de Ameri
kaanse bevelhebbers aldaar. Hij was
voor de uitvaart niet terug ontboden.
In de zo juist aangeduide vip-groep lie
pen achter de hierboven genoemde au
toriteiten hun respectievelijke militaire
adjudanten. Daarbij aansluitend kwamen
de vertegenwordigers van de regering
(Raad van Indië) en bovendien twee Mid
den-Javaanse vorsten. Eerst de
Soesoehoenan van Soerakarta, Z.H. de