9wlLboLe NededcwuieM m do&i ^l&rn u.d. Q&uxft&n (<2) Fragment 2 (uit Tijdspoor deel 3, Culemborg 1988, bestemd voor 14-jarigen op MAVO, HAVO en VWO): In hoofdstuk 6 ("Nederland 1848-1980") krijgen de Nederlands-Indonesische strijd en de souvereiniteitsoverdracht zeer ruime aandacht. Op pag. 202 is bij een foto van een treinkaping uit 1975 te lezen: "Na 1970 kreeg Nederland nog naweeën van de onafhankelijkheidsstrijd van Indone sië te verduren." Waarna wordt uitgelegd hoe de Molukkers zich "schandalig behandeld" voelden en naar geweld grepen. Dan volgt: "In 1975 werd het deel van het koninkrijk in Zuid-Amerika. Suriname, onafhankelijk. Veel men sen uit Suriname wilden liever in Nederland wonen dan in een onafhankelijk Suriname. Zo kreeg Neder land onverwacht een rekening gepresenteerd van een koloniaal verleden." De lagere klassen van het voortge zet onderwijs Wat leren kinderen van 12 tot 14 jaar tegenwoordig op school over Indië en Indische Nederlanders? In mijn eerste artikel kwam aan de orde dat als deze zaken in het basisonderwijs aandacht krijgen, dan gebeurt dat meestal in het kader van de volgende Fragment I (uit: Chronoscoop, Amster dam 1985, bestemd voor kinderen van I tot 14 jaar in het LBO): "Het waren de Nederlanders die in de 17e eeuw de Indische eilanden veroverden. De andere Europeanen werden door de Hol landers van de kruideneilanden verdreven. Het werd een Nederlandse kolonie. Tot 1949 zou Nederland er de baas blijven. Pas toen werden de eilanden zelfstandig onder de naam Indonesië." (deel I, pag. 109). In de Tweede Wereldoorlog had Japan de Nederlandse kolonie Nederlands- Indië bezet. Na de nederlaag van Japan keerde het Nederlandse bestuur weer terug. De Indonesiërs hadden intussen de Republiek Indonesië uitgeroepen. De Nederlanders kregen nu te maken met Indonesiërs die voor een vrije staat vochten. Er brak een gewapende strijd uit tussen de Indonesische vrijheidsstrijders en de Ne derlanders. Uiteindelijk werd Indonesië in 1949 onafhankelijk." (deel 2, pag. 97). onderwerpen: ontdekkingsreizen, kolo nisatie, koloniale politiek, Tweede We reldoorlog, dekolonisatie en de multi culturele samenleving in Nederland. In dit tweede artikel wil ik laten zien hoe de situatie is in de onderbouw (lagere klassen) van het voortgezet onderwijs (V0) I] 2]. Net als in het basisonderwijs is geschiedenis daar een verplicht vak. Net als in het basisonderwijs houden leerlingen zich er bezig met een over zicht van het verleden (van steentijd tot heden), maar dan wel op een hoger ni veau met meer algemene accenten. Schoolboeken en lesuren Net als in het basisonderwijs wordt de inhoud van de geschiedenislessen in de onderbouw van het V0 vooral bepaald door het schoolboek dat wordt ge bruikt. Leraren hebben een grote vrijheid om te kiezen uit de ongeveer tien methodes die door educatieve uitgeverijen op de markt zijn ge bracht. De meeste auteurs besteden aandacht aan een aantal niet zo zeer verplichte, maar wel "traditioneel" geworden onderwerpen, zoals het oude Rome, ontdekkingsreizen, kolo nialisme, Franse revolutie, tweede wereldoorlog, dekolonisatie van Indonesië en koude oorlog. Maar daarnaast blijft de vrijheid van au teurs erg groot. Een verklaring voor de afwezig heid van Indische Nederlanders in Chronoscoop (fragment I) is het feit dat deze methode is geschre ven voor het LBO, waar leerlin gen heel weinig geschiedenis onderwijs krijgen: totaal niet meer dan tachtig lesuren in twee schooljaren! In de onderbouw van andere vormen van het VO is er meer tijd: op het MAVO 240 les uren in drie schooljaren, op het HAVO 280 lesuren in drie schoolja ren en op het VWO 320 lesuren in vier schooljaren. In het gunstigste ge val leren kinderen op het LBO iets over de allerbelangrijkste zaken uit het verleden. En daartoe worden de Indische Nederlanders door weinigen gerekend. Een groter aantal lesuren en meer ruimte in schoolboeken leidt dan ook niet automatisch tot (meer) aandacht aan Indische Nederlanders (zie bijvoorbeeld fragment 2 uit Tijd spoor). Waarom aandacht voor Indische Nederlanders Indische Nederlanders worden in Tijd spoor inderdaad in het geheel niet ge noemd. Ongetwijfeld vraagt u zich af: waarom niet? Het probleem is dat au teurs altijd moeten kiezen. Het aantal historische onderwerpen waarover ze kunnen schrijven is zo groot en de ruimte in boeken en lesuren toch altijd nog zo beperkt, dat de belangrijkste vraag eigenlijk is: waarom dit of dat on derwerp wèl? Is het wel zo nodig dat kinderen iets le ren over Indische Nederlanders? En j De armen in de wereld onlbrcckl geld cn matcriau! om verbeteringen aan te brengen Als gevolg san de moeilijkheden bij het irun*|Hin ontstonden tijdelijk kampen In deze kam pen waren medicijnen, voedsel cn (lekens nodig Dc internationale hulpverlening kwam langzaam op gang. mede omdat men hang was dat andere staten ook hun buitenlanders zouden uitwijzen Vele vluch telingen raakten In het geslrang bekneld, werden onder de voet gelopen of stierven «loor uitputting of ondervoeding. Zes doden en 140 gewonden vielen toen een vrachtauto nabij de Ghanesc gren* in een ravijn uorttc. Ondanks het redelijke onthaal door de militaire lei der knwlmgs wacht de teruggekeerden een onzekere toekomst (ihan.i is nugenocg bankroet en nu de bevolking mei ruim tien procent is toegenomen, wor den de problemen crgci Vanwege de betrekkingen van dictator Rawlüigs met ilc 'communistische I ibi- vche president Khudaffi zijn de westerse hedrijven huiverig in Ghaoa te investeren Hat is jammer, want het land is rijk aan goud cacao, mangaan en olie liet heeft /elf met gctmce geld cn kennis om de delfstol- len te espioneren Zonder buitenlandse investerin gen Nijfl hel een land met onbenutte mogelijkheden Daaraan kun ook de hulp van 14.2 miljoen die de KEG gaf niets veranderen, noch de 10 miljoen die de Nederlandse regenng het land schonk Er zal veel moeten veranderen om de 275 miljoen arme mensen in de ontwikkelingslanden een mens waardig best.iau te geven. Al deze landen kampen met nagenoeg de/elfde problemen: een groot deel van de licvotking rs werk/nam in de landbouw, er is weinig industrie, men voert bijna alleen onbewerkte produktcn uit. natuurlijke bronnen worden nauwe lijks benut, het aantal geschoolden is gering, cr is gebrek aan voedsel cn drinkwater, dc gezondheidszorg laai Ie wensen over. men is afhankelijk van buiten landse hulp Of de rijke 'ontwikkelde wereld bereid is dc ontwikkelingslanden de helpende hand le bicden. blijft de vraag. O AS 4 Nederland on zijn vreemdelingen Sinds de Tweede Wereldoorlog is de samenstelling van de Nederlandse bevolking gewijzigd stoor dc komst van mensen uil andere landen. Die mensen kwamen voornamelijk uil on/e voormalige koloniën en uit landen in hel MiddeUamisc/.eegchicd. Poli tieke of economische omstandigheden of een combi natie van deze twee dwongen tien hun laitd le verla ten. Dat het oin grote aantallen gaat. blijkt uit onder staand overzicht uit 1979: UOUfl (na to.000) IdO.OUO (nu 191)11001 Amilhaoen 20.000 Mediterranen (Turken. Marokkanen. Ooekcn. Span jui den i 220.000 Politieke vluchtelingen (Hongaren. Tsjsxhea. Uegandezcn. Ou lenen. Vicuaiuezenl enkele duizenden (Keesingt Reflector, nr 2. «ptemheroktobet 1979) Wanneer daaraan nog worden toegevoegd de talriikc Chinezen die ons land rijk is cn dc grote groep zigeuners, wordt duidelijk dat een bont sczetschap zijn toevlucht naar ons grondgebied heeft genomen De komst van zoveel vreemdelingen schiep proble men allereerst voor die vreemdelingen zeil. Met hun andere huidskleur, taal cn gewoonten kwamen /ij terecht ra een vreemdevaak vijandige omgeving Uit "Merlijn" 3m. 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1991 | | pagina 8