"DE BUFFEL OVERWINT"
2>e QeAxdu^AetuA, ua*i Mü^xaA^JzoJu^
Door Ch. Manders
Oorsprong en ontwikkeling van het
rijk Minangkabau.
Volgens de overlevering was de stamva
der van de vorsten vah Minangkabau de
derde zoon van Alexander de Grote,
Maharadja di Radja, die zich op de
Merapi vestigde, die daarom als een hei
lige berg wordt beschouwd. De Minang-
kabause vorsten voerden naast de titel
Sri Maharadja (verheven keizer) ook
de titel Jang di Pertoean. In hun offi
ciële brieven spraken zij de Sultan van
Turkije en de keizer van China aan als
broeders, omdat deze zouden afstam
men van de twee oudste zoons van de
grote Alexander. Serieuze bewijzen voor
deze legendarische afstamming bestaan
niet, en de oorsprong van de oude dy
nastie van Minangkabau ligt verborgen in
de nevelen van de historie.
Maharadja di Radja huwde de schone
Indo Jelito, afkomstig uit Kota Batu in
het hart van het Minangkabause land.
Naar alle waarschijnlijkheid bestond het
matriarchale systeem, volgens hetwelk
eigendom en afstamming de lijn van de
moeder volgen, al toen Maharadja di
Radja zich er vestigde. Het idee van het
koningschap, dat de vaderlijke lijn volgt
en dat de vorst is begiftigd met bovenna
tuurlijke krachten, zou afkomstig zijn uit
India, vanwaar Maharadja di Radja geko
men zou zijn.
Het Minangkabause rijk bereikte zijn
grootste bloei pas sedert het einde van
de dertiende eeuw, na een Hindu-
Javaanse inval van troepen, gezonden
door Kertanagara, koning van Singo-
sari in 1275. Deze expeditie had blijk
baar enig succes, want inscripties in Hin-
duse oudheden aan de bovenloop van de
Batanghari vermelden dat Mauliwar-
madewa onderkoning was over de Su-
matraanse onderdanen van de koning
van Singosari. Ook koning Wijaya van
Majapahit, aangelokt door het goud, dat
in Sumatra werd gevonden, besloot een
poging te doen het gebied te veroveren.
Leider van deze expeditie is Aditya-
warman, wiens moeder een prinses
van Malayu was, terwijl zijn vader ver
want was aan het Majapahitse huis. Hij
doet een invasie in Minangkabau en be
sluit zijn rijk in Pagarruyung te vestigen.
Het volk van Minangkabau (dat toen nog
niet zo heette) zag in, dat het niet was
opgewassen tegen het machtige Maja
pahit en nam zijn toevlucht tot een list.
Het gevecht tussen de twee buffels -
ontstaan van de naam Minangkabau.
Beide partijen kwamen overeen twee
buffels (karbouwen) tegen elkaar te laten
vechten, één toebehorend aan de plaat
selijke bevolking, de andere aan de inval
lers. De partij, wier buffel zou winnen,
had tevens de strijd gewonnen. De
Sumatranen lieten hun strijder, waar
voor zij een kalf uitzochten, enkele da
gen voordat het gevecht zou plaatsvin
den, vasten, en bevestigden aan de ho
rens twee spietsen. De Javanen brachten
een grote buffel in het strijdperk, en
lachten bij het zien van het kalf. Het uit
gehongerde kalf rende dadelijk naar zijn
tegenstander om te drinken.
Het stootte daarbij de scherpe spietsen
in de buik van de karbouw, waardoor
het dier werd geveld.
Ter herinnering aan deze overwinning
noemden de inwoners hun land toen
Minangkabau ("menang kerbau" de
overwinnende buffel).
De "tambo" verhaalt, dat hoewel de
Minangkabau de strijd hadden gewon
nen, zij toch Adityawarman 1340-
1375) als vorst erkenden, zolang hij hun
adat zou eerbiedigen. Hij huwde vervol
gens Putri Jamilan, een afstammelinge
van Maharadja di Radja, waardoor een
verbinding met het oudste
vorstenhuis werd gelegd. Adityawarman
nam de titel Maharadja di Radja aan.
Bloei en inkrimping van het rijk
Minangkabau - komst van de Islam
In de veertiende en vijftiende eeuw om
vatte het rijk Minangkabau geheel mid-
den-Sumatra, met als kern het eigenlijke
Minangkabause gebied, de Padangse
Bovenlanden. Het breidde zijn invloeds
sfeer uit over de rijken Siak Sri Indra-
pura, Indragiri en Jambi. Lang heeft ech
ter deze invloed geen stand gehouden,
reeds in de zestiende eeuw schijnen de
drie bovengenoemde rijken zich zelfstan
dig te hebben gemaakt en was het
grondgebied van het rijk tot het kern
land ingekrompen. Maar zelfs in de
Padangse Bovenlanden oefenden de "kei
zers" over de hoofden slechts een nomi
naal gezag uit, hoewel ze toch aanspraak
bleven maken op Siak en Indragiri. Niet
temin bleef een mystiek ontzag voor de
"keizer" van Minangkabau nog lange tijd
(lees verder volgende pagina)
Dit jaar is het 170 jaar geleden dat
de Padri-oorlog 1821-1837) op
West-Sumatra, een.van de langdu
rigste en hevigste conflicten uit de
Indische krijgsgeschiedenis, uitbrak.
Deze oorlog had als resultaat, dat
het Nederlandse gezag ook in de
Padangse Bovenlanden werd geves
tigd, nadat de V.O.C. zich reeds se
dert het einde van de zeventiende
eeuw neergezet had in de kust
streken, o.a. in Padang en Painan.
De Padri-oorlog is genoegzaam be
kend uit de Indische geschiedenis
boeken, maar de vroege historie
van deze streek, Minangkabau, is
echter bij velen een witte plek.
Voordat dit conflict uitbrak, had
Minangkabau al een lange en
boeiende geschiedenis achter de
rug.
In deze streek bestond enkele eeu
wen lang het geheimzinnige "kei
zerrijk" (zoals dit rijk ook in V.O.C.
stukken wordt genoemd).
Minangkabau. De zetel van de "kei
zers" lag in Pagarruyung, waarheen
het oorspronkelijk meer zuid
waarts gelegen rijk Malayu zijn cen
trum had verplaatst. Het stond een
tijdlang onder suzereiniteit van het
machtige Majapahit, maar
Adityawarman en zijn opvolgers
maakten zich los van deze Javaanse
opperheerschappij.
De Nagarakertagama, een lofdicht
op koning Hayam Wuruk, vermeldt
onder de onderhorigheden van
Mojopahit ook "Minangkabwa".
Wanneer precies en onder welke
omstandigheden de Javaanse over
heersers het land verlieten, is niet
bekend. De vorsten van
Minangkabau schreven hun afkomst
toe aan niemand minder dan
Alexander de Grote (Iskander
Dzu'l Karnain).
Opvallende kenmerken van de
Minangkabause cultuur zijn het ma
triarchaat, de mondelinge overle
veringen ("kaba" en "tambo") en
de bijzondere plaats van de adat.
Wegens de schaarste aan geschre
ven bronnen moet men zich, wat
betreft de periode voor de komst
van de Islam, verlaten op de mon
delinge overlevering, de "kaba" en
de "tambo". Minangkabause man
nen zijn altijd in grote aantallen uit
gezwermd naar andere delen van
de Indonesische archipel. De staat
Negeri Sembilan in Malaysië werd
gesticht door emigranten uit het
Minangkabause land.
15