JAVA - BALI INDIVIDUEEL
ontvangst waarbij het hele ziekenhuis
personeel vertegenwoordigd was. Ze
heetten ons welkom met prachtig klin
kende toespraken in het allerhoogste
Javaans, het krama inggil, waarvan we
geen woord begrepen. Ik dankte in het
nederlands waarvan de meerderheid on
der de aanwezigen weinig of niets be
greep, maar de sfeer was er niet minder
hartelijk om. Die nacht logeerden we bij
de familie Dietzel tegenover ons toe
komstige huis. Mevrouw Dietzel was
Hongaarse van geboorte en ze had de
artsenstudie voltooid, maar praktizeerde
niet meer sinds ze twee kinderen had.
Ze heeft ons in die eerste dagen met al
les geholpen. De Chinese meubelmaker
werd ontboden en hij kreeg de opdracht
onze salon te meubileren aan de hand
van een reclameboek van de Neder
landse Panderfabriek. Hij leverde prach
tig werk voor ongeveer een kwart van
de originele prijs.
Al gauw vertrokken we naar Salatiga,
waar we een maandlang logeerden bij de
zendingsweduwe mevrouw Bax, die daar
samenwoonde met een gepensioneerde
onderwijzeres, juffrouw Bosschart, die
ons de eerste beginselen van de Javaanse
taal ging bijbrengen. Ondanks onze ijver
waren we na een maand maar zielige be
ginnelingen in die gecompliceerde taal,
die nog helemaal gebaseerd is op het
kastenstelsel uit de Hindoetijd. De reis
naar Salatiga was al een avontuur. Met
de Semarang-Joanna spoorlijn reden we
in bijna vier uur de 120 km naar
Semarang om vandaar met een bus naar
ons einddoel sukkelen. De bus zat vol
eenvoudige kampongbewoners die heel
wat inkopen bij zich hadden. In de volle
bus werd druk geconverseerd, vooral
over de betaalde prijzen. Dat was op te
maken uit de wijze waarop de waren
werden uitgestald en de vele malen dat
we de woorden "sèn" en "ketip" te ho
ren kregen. Voor het overige verston
den we geen woord van de gesprekken.
Het leven tijdens onze studiemaand in
het koele klimaat waar we bovendien
verwend werden met heerlijke maaltij
den, staat mij na ruim een halve eeuw
nog voor de geest als de dag van giste
ren.
Na de lessen in de ochtend en de
middagrust wandelden we meestal in de
avondschemering langs de weg in de
richting Kopeng. Nog hoor ik het felle
tsjirpen van de krekels in de struiken
langs de kant en zie ik in de verte de
omtrekken van de Merbaboe in de laat
ste zonnestralen.
Het zoontje Bax was dan vaak aan het
vliegeren en we hoorden hem in de
verte te keer gaan als hij met zijn
vliegerglasdraad de draad van een ander
had doorgesneden en net te laat was om
Nieuwe minibus (airco) max. 6 pass. Prima
chauffeur (standplaats Bandung) spreekt wat
Eng. en Ned. en heeft ruime ervaring met
korte excursies en meerdaagse reizen; rou
tes en evt. overnachting in overleg.
Tarief per etmaal voor auto chauffeur
(incl. benzine) U.S. 70.—
R.R. en C.C. Vetter, Jl. Ramli 15
(SAAD), Bandung 40II2, Indonesië.
Inl. in Nederland 085 - 34 28 12.
de neerdwarrelende draak te pakken te
krijgen.
Hij was ook een fervent duivenfokker en
toen we eens met de bus een uitstapje
naar Kopeng gingen maken, moesten we
voor hem een jonge postduif meenemen
om het dier bij het begin van het berg-
massief los te laten. We konden hem pas
in Kopeng toen we waren uitgestapt, de
vrijheid geven, maar vertelden dat later
niet aan Otto. Pas twee dagen later
kwam het duifje eindelijk aanvliegen tot
mijn grote opluchting.
In Semarang kochten we tweedehands
een compleet eetkamermeubilair, kas
ten, bedden, een leuke koekoeksklok en
wat al niet voor een krats. Met de ba-
rang uit Nederland en het werk van de
Chinese timmerman, de bultzakvrouw en
de toekang keré, was ons huis in Blora
begin mei aardig bewoonbaar. Een
Chinese electriciën kwam een nieuwe
radio installeren en terwijl hij bezig was,
riep de koekoeksklok dat het tien uur
was, waarop de man blij lachend riep
"Tikoes, aardig!" Wij keken wat verbijs
terd, want we wisten niet of hij dacht
dat het vogeltje in de klok een muis was,
dan wel dat de hem onbekende koekoek
maleis sprak en "muis" riep.
Een Singer-naaimachine-verkoper le
verde ons een fraaie trapmachine. Zijn
normale afnemers moeten beroeps
naaisters geweest zijn die in vijftig maan
delijkse termijnen van twee en een halve
roepiah konden betalen. Hij was stom
verbaasd toen ik contant wilde betalen
en ging naar huis om met een bos kwi
tanties terug te keren. Of ik zo goed zou
willen zijn ze alle vijftig te ondertekenen.
Ik heb het gedaan en realiseerde me pas
later dat niet ik maar hij had moeten te
kenen. Ook begreep ik naderhand dat
de prijs bij contante betaling heel wat la
ger zou moeten zijn dan 125 roepiah.
Mogelijk had de verkoper daar geen er
varing mee, of hij kon de extra verdien
ste goed gebruiken.
Het was niet moeilijk in de christen
gemeente van Blora bedienden te vinden
en met behulp van mevrouw Dietzel na
men we de kokki Saminah, de baboe Jem
en haar man, de tuinman Zacheüs in
dienst. Hun salaris: tien, zes en vijf
roepiah per maand! Dat was dan wel
met kost en inwoning.
Mijn vrouw trachtte hun uit te leggen
wat er al zo in huis te doen was en wor
stelde moeizaam met het pas geleerde
Javaans. Saminah sprak vlot maleis, dus
daar konden we na de bootrein al een
beetje mee overweg. Maar Jem luisterde
op haar hurken zittend aandachtig naar
ons tamelijk onbegrijpelijk Javaans en
sprak aan het einde van iedere zin, eer
biedig knikkend: "Inggih!"
Maar soms kwam dat woord er zo aar
zelend uit dat ik wel begreep dat ze er
niets van snapte, maar te beleefd was
om dat te zeggen. Die eerste dagen van
mei 1940 waren een aaneenschakeling
van ontmoetingen met officiële instan
ties, te beginnen met de assistent-resi
dent de heer Pieters.
Nadat ik een telefonische afspraak met
hem had gemaakt, waarbij ik hem om
voor mij onbegrijpelijke redenen geër
gerd had, misschien omdat ik hem met
A.R. aansprak, gingen mijn vrouw en ik
bij het echtpaar Pieters op bezoek met
de uitdrukkelijke opdracht van dokter
Dietzel na precies een uur weer op te
stappen. We hielden ons precies aan dit
protocol, nadat we een allervriende
lijkste ontvangst hadden genoten. Blijk
baar vielen wij toch wel in de smaak,
want kort daarna werd ik midden in de
nacht door hem gebeld voor een acute
aandoening van mevrouw Pieters, die ge
lukkig niet ernstig bleek.
Daarna volgde een bezoek bij de regent.
Dat kon worden gecombineerd met
deelname aan een feestelijke receptie,
waar een groot deel van de Nederlandse
gemeenschap ook was vertegenwoor
digd. Er werd ook gedanst en ik liet mij
de kans niet ontgaan met mijn vrouw en
daarna een van onze verpleegsters de
dansvloer op te gaan, dit tot ontsteltenis
van de zendeling, die dit ongepast vond
voor werkers bij het zendingsziekenhuis.
In de loop van die eerste dagen van mei
1940 maakten we nog kennis met de
controleur Van de Brink, de houtvester
Bernasco, het schoolhoofd Gaasterland
en diverse anderen wier namen mij na
een halve eeuw niet meer te binnen wil
len schieten.
We waren nog midden in de aanpassing
aan het leven in Blora toen vroeg in de
ochtend van de tiende mei de radio zon
der verder commentaar meldde: "Ont
vangen is het telegram Berlijn." Het gaf
ons een bang voorgevoel, maar toen er
geen verder commentaar volgde, ging ik
die dag normaal werken. Na de lunch
kwam mevrouw Dietzel plotseling opge
wonden binnenstormen "De Duitsers
zijn Nederland binnengevallen. Wim
moet direct aan het werk, want de assis-
(lees verder volgende pagina)
23