Sinds zijn overplaatsing naar het nieuwe gebouw op een twintigtal kilometers van de stad waar Fred en Linda waren geboren en de promotie die hij had gemaakt, had hij het met zijn werk erg druk gehad en was er weinig tijd overgebleven voor Linda en de kinderen. Hij had dan ook lang naar vanavond uitgekeken want zijn moeder paste op de kinderen terwijl hij en Linda naar een balletvoorstelling in de stad gingen. Nadat hij zijn donkere pak had aangetrokken en voor de spiegel diverse stropdassen voorhield, dacht hij dat hij toch maar gelukkig was. Dat hij nog promotie had gemaakt, ook al was hij de veertig gepasseerd, en hier hadden ze een mooi en ruim nieuw huis met voor- en achtertuin, de kinderen hadden al gauw nieuwe speelkameraadjes gevonden en ook Linda had het naar haar zin nu ze sinds een paar weken op Spaanse conversatieles zat waar ze nieuwe vriendinnen had gemaakt Met Joan en Nancy, alle bei ook Indisch, luisterde Linda naar Spaanse liederen, de ene keer bij Joan thuis en de andere keer bij Nancy. Bij hen thuis was het vol gens Linda te rumoerig met de kinderen; Joan had geen kinderen en Nancy's kinderen waren de deur al uit Linda zorgde voor lempers en ander lekkers als "het clubje" zoals ze zich noemden, bij elkaar kwam. Toen ze er pas woonden mopperde Linda dat ze in "dit dorp" al leen saaie kleren hadden, maar Joan en Nancy hadden haar mee genomen naar enkele kledingzaken waar ze voor niet al te veel geld leuke en mooie kleren kon kopen. Iedere keer als Linda iets nieuws aanhad, vroeg hij zich af wat dat niet gekost moest hebben en dan lachte ze maar en zei dat ze er in de stad veel meer voor betaald zou hebben dan in "dit dorp". Ach, als ze maar gelukkig is, dacht hij bij zichzelf. Hij strikte zijn das om, bekeek het eindresul taat in de spiegel en vroeg aan Linda of ze al klaar was. Op de vraag welke ketting ze om moest doen antwoordde hij: "waarom doe je die ketting niet om die ik in Parijs voor je heb ge kocht?" Waarop Linda zei: "ik weet niet waar hij is". "En de ketting die oom Max uit Singapore heeft meegebracht "Weet ik ook niet waar hij is... ze zullen nog wel in die dozen op zolder zitten". "Heb je die dozen dan nog niet uitgepakt "Nee..., ach, ik doe deze ketting wel om", en ze pakte het goed kope parelsnoer dat hij haar jaren geleden had gegeven. "Trouwens", vroeg hij, "weet je waar die toneelkijker van opa Bra nie is gebleven1 Misschien komt hij vanavond wel van pas". "Heb je die kijker dan nogJe gebruikte hem toch nooit?" "Natuurlijk heb ik die nog, denk je dat ik dat erfstuk weg zou doen! Die kijker is antiek!" reageerde hij een beetje geërgerd. Toen de voorstelling begon was hij nog enigszins boos vanwege het zoek zijn van de antieke toneelkijker, maar vervolgens genoot hij van de muziek en dans. In de dagen die erop volgden belden Linda's broer en lievelingsnicht en een week later belden zijn oom en tante die allen Linda wilden spreken. De telefoontjes nam ze in de slaapkamer en hij vroeg zich af wat de geheimzinnige telefoontjes betekenden en legde zich neer bij de gedachte dat ze misschien iets aan het plannen was voor hun 121/2 jarig huwelijksfeest over een paar maanden. Op een avond kwam Linda later dan gewoonlijk thuis van Spaanse les en het leek of ze gehuild had. 24 "Wat is er Lin? Is er iets? Ben je ziek?" Linda was niet het type dat gauw zei wat er aan mankeerde en zwijgzaam wachtte hij haar antwoord af. Na enkele slokken van de wijn die hij voor haar had ingeschonken kwam het er eindelijk uit Ze had de gouden kettingen verkocht evenals de kijker van opa Branie en ze had geld geleend, van Peter, Stella, oom Victor en tante Truus omdat ze met gokken had verloren. "Maar waarom dan? Waarom ga je gokken? Koop ik niet alles voor je wat je wilt hebben? Ben je niet tevreden?" Linda zweeg en viel toen naar hem uit "Hoe denk je dat ik me voel in dit gat? Jij bent erop vooruit gegaan, jij hebt nu meer aanzien, maar ik, ik zit hier maar in dit huis, ik moet meer dan een half uur in de trein zitten wil ik wat gezelligheid tegenkomen! Het is hier zo stil en zo saai!" Voor de gezelligheid was ze een keer meegegaan met Joan en Nancy, een gokje wagen kon geen kwaad. Eerst zette ze kleine bedragen in, maar de inzet werd hoe langer hoe groter en ze won, maar toen begon ze te verliezen. "Waarom zeg je dan niks, Lin? We hebben het toch besproken, jij wilde toch ook hier naartoe verhuizen, ik heb het toch voor ons en de kinderen gedaan...? Om hoeveel gaat het? Hoeveel heb je ge leend?" Ze wilde op zijn vraag niet antwoorden en schudde slechts snikkend haar hoofd. "Een paar honderd? Meer dan duizend? Een paar duizend?" Ze begon nog harder te huilen. Hij schudde zijn hoofd en wist niet wat hij moest zeggen. Hoeveel had ze wel niet geleend? Bij wie had ze geld geleend? Alleen bij familie? En hoeveel bij iedereen? Hoe moest hij die schulden terugbetalen, want ook al had hij promotie gemaakt, in hun nieuwe huis hadden ze alles nieuw aangeschaft, alsof ze opnieuw begonnen, en het was zo goed begonnen hier in dit stadje. Het eerste jaar zouden ze het in dit huis rustig aan moe ten doen met uitgaven want de hoge hypotheek, de afbetalingen op de keuken die Linda zo graag wilde, het parket, het leren bankstel, het nieuwe bed dat verstelbaar was; eindelijk hadden ze nu een huis dat helemaal naar hun zin was ingericht en volgend jaar, ja vol gend jaar zouden ze dan wel op vakantie gaan. Hoe moest hij aan nog meer geld komen? En dan nog, als de schulden waren afbe taald, hij schaamde zich voor zijn familie, bij zijn familie geld lenen... Hij voelde zich verdrietig, kwaad en ook machteloos. Wat kon hij doen? Hij kon haar moeilijk in huis opsluiten. Waarom had ze het zo ver laten komen? "We moeten de schulden terugbetalen, Lin, en jij... we moeten hulp zoeken voor jou, misschien via het maatschappelijk werk, ik weet niet waar, maar we moeten hulp zoeken". Linda lag uitgeput van het huilen op de bank. Hij wilde haar troos ten maar tegelijkertijd voelde hij zich ergens bedrogen. Ze had te gen hem gelogen, ze had dingen voor hem verborgen gehouden. Op dit moment kon hij niets voor haar voelen, in ieder geval geen liefde, eerder een soort walging en hij kreeg het koud toen hij haar zo hul peloos op de bank zag liggen. "Hoe heb je het me aan kunnen doen Lin..., kom, we gaan naar bed en morgen neem ik vrij en zoeken we een oplossing".

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 24