ALEX ALTMAN EN DR. DE HAAN De nacht gaat vallen Lespoir est ma force Toen mijn vader in 1963 stierf, heb ik samen met enkele foto's van hem, twee gedichten bewaard. Toen was ik nog te jong, te vol van mijn eigen leven, bezig met mijn eigen wensen en toekomstplannen, dat ik vergat stil te staan waar zijn leven ophield. Was het een onbewust weten dat ik eens deze gedichten no dig zou hebben om de weg terug, die niet dezelfde zal zijn als de weg heen, te kunnen maken? Hoe dan ook, sinds een paar jaar ben ik bezig mijn wortels op te graven in het land van her komst. Wat ik hiermee zal gaan doen, weet ik nog niet. In ie der geval vind ik dat deze gedichten, die bij mijn vader hebben gehoord, in vrijheid verder moeten. De enige plek die ik kan bedenken om hiermee te beginnen is bij u, via het tijdschrift Moesson. Mijn vader is voor mij nog steeds een vaag begrip. Onze ken nismaking was pas op zevenjarige leeftijd, toen ik hem opzocht in het Marine-hospitaal in Soerabaja. Over zijn verleden in de oorlog heeft hij nooit verteld. Ik weet dat hij in Siam aan de beruchte spoorweg heeft gewerkt. In dat kamp zaten vele an dere mannen van alle leeftijden, samen met hem te wachten op de vrijheid, al drie jaar lang. Vele keren heb ik deze twee ge dichten herlezen en telkens komt er een gevoel van onmacht over me heen. Wat ging er in mijn vader om in december 1944? Hij werkte aan een spoorweg voor mensen, die daarna gebruik konden maken van dit spoor, dat hem tegelijkertijd op een zijspoor zette, want voor hem hield het leven op. Hij zat daar immers tegen zijn wil! Over dit deel van zijn leven heeft hij nooit met mij gesproken. Misschien is het daarom dat ik probeer via deze informatie van anderen te horen hoe hij was. Misschien is er iemand die deze gedichten herkent en mij deze herinneringen wil doorgeven? Ik weet dat het laat is maar ik hoop niet te laat. Enige informatie over mijn vader. Hij heette Alex Altman. Voor zover ik het na kon gaan heeft hij tot de oorlog in Semarang gewoond. Ook Kopeng en Randoesari zijn enkele plaatsen waar hij heeft gewoond. Na de oorlog is hij vanuit Siam naar Soerabaja per boot gereisd. Hij leed aan T.B.C. en heeft daarvoor in het Marine-hospitaal gekuurd. Hij bezat een grote dosis humor. Daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. De gedichten zijn ondertekend met "Dr. De Haan". Ik heb me dikwijls afgevraagd wie deze Dr. De Haan wel heeft mogen zijn. Misschien was hij (en daar hoop ik op) degene die met zijn troostend werk bij mijn vader in dat kamp zat en dat ze "Kampmaatjes" waren. Stel dat deze man nog leeft, of fami lie heeft, dan kan hij aan de hand van deze gedichtjes reageren, toch? Een tweede mogelijkheid is dat mijn vader deze gedichten uit een bundel heeft overgeschreven. Had hij zoiets van geestelijke ontspanning in zijn bagage mee kunnen nemen of iemand an ders? Ik denk van niet. Een derde mogelijkheid is dat mijn vader zelf de dichter is ge weest en "Dr. De Haan" een pseudoniem was? Elke informatie over mijn vader zal ik dankbaar ontvangen. E.E. WOLFF-ALTMAN De nacht gaat vallen over slanke palmen De sawah landen, dor en droog. In gindse hut staat flauw een pit te walmen. Het Westen, goud en kleuren, in vlammen, hoog. Zij is zoo stil, zoo wonderlijk gedragen De wijding in dit vreemde oord. Van schemeruur, dat alles doet vervagen Tot rust en koele vrede, ongestoord. Geluiden komen, zwakjes aangedreven Op vleugels van een zuchtje wind Gebroken klanken uit het kampongleven Fragmenten, zingen, blaffen, 't huilen van een kind. Een oude vrouw, het korte jasje open De smalle schouders onder pikolan. Versleten, grijs, komt traagzaam aangeloopen Op bloote voeten langs een galangan. Met korte pas en toch in sierlijk deinen Het naakte jongske op zijn breede rug Keert langzaam, statig, beeld in stoere lijnen Een grijze buffel naar zijn stal terug. 0 Hart, mijn hart, kun je de weelde schatten Zoo rijk geschonken in dit milde uur Die al wat leeft en strijdt en zwoegt, omvatten En houden wil, voor och, zoo korten duur. DR. DE HAAN De hoop is mijn kracht, de hoop is mijn kracht 0 Heere mijn hart smeekt om vrede Hoe vind ik het woord, voor de innige bede Die zooveel komt vragen en alles verwacht Het jaar dat verging, met al wat het bracht Ging heen, naar een dood verleden Maar deed ik mijn plicht, heb ik schuld gemeden Vergeef het mij Heere, Uw juk is mij zacht Ik zie om mij heen, en mijn stille gedacht Omvat de balans en de reden Waarom ik moet richten, mijn hart en mijn schreden Op helpen en dienen als doel van mijn wacht Maar zoo, dat mijn ziele, bevrijd in de nacht Vooruit snelt en wijkt van het heden Visioenen gaat weven, gelukkig, tevreden Als het kleine kindje, dat droomende, lacht 0 beeld van toekomst, droom in rose pracht Van ochtend, die een nieuwen dag gaat smeden 0 God, die alles kent en weet, verhoorder van gebeden Op U vertrouw ik, zie, de hoop is mijn kracht DR. DE HAAN 43

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 43