donkerblauwe lakense of casimieren jas met omgeslagen kraag en een rij verzil verde gladde knopen, vest en pantalon wit. Hij had nog wel een muts met twee zilveren galons van I cm, een buikkoppel met zilveren plaat, waarop Waterschout te Soerabaja stond en een sabel. Zijn acht inlandse beambten kregen het pak van de hieronder te vermelden policiewachters. Op hun bandelier zat een koperen plaat met als randschrift Waterpolicie te Soerabaja en een volg nummer. Los van voornoemde politieeenheden beschikte het Nederlandse gezag over politieoppassers. Deze waren in groten getale te vinden rondom de civiele en militaire overheidsburelen. In 1827 be sloot de Commissaris-Generaal van Ne- derlands-lndië, de burggraaf du Bus de Gisignies, dat het uit moest zijn met het meer en meer aangroeiende misbruik, hetwelk met het dragen van bandeliers door zogenaamde oppassers werd ge maakt. Hierdoor werd namelijk vooral aan de goede werking der politie veel belemmering toegebracht. Slechts twaalf, later dertien, met name genoemde in stanties mochten zulke dienaren of vol gelingen, ook wel oppassers genoemd, aanhouden en in dienst stellen en door uiterlijke tekenen als zodanig kenmer ken. Deze lieden mochten niet voor hui selijke diensten worden gebruikt. De landvoogd en de departementen van algemeen bestuur hadden ook Europese boden of kamerbewaarders in dienst. Zij waren gekleed in een zwarte rokjas, vest, kniebroek en kousen. Een zilveren borstplaat en een zilveren ketting, waarop het koninklijk wapen werd ge dragen door de bodes bij het Hoofd des bestuurs; de overigen hadden dit in ko per. Het inheemse oppasserpersoneel werd in 1828 ingedeeld in vier groepen: - de bedienden van justitie droegen een donkerblauw lakens buis met panden, rode kraag en opslagen, een donker blauwe broek met rode streep: voorts een sabel met zwart lederen bandelier en een koperen plaat met de naam van de Justitie instantie; - de politiewachters, als voren maar geel in plaats van rood en op de koperen plaat de naam van de residentie waartoe zij behoorden; - boomwachters, tolbedienden dan wel douaniers, als voren maar lichtblauw en op de koperen plaat een volledig rijks wapen met zijleeuwen; - de bureaubedienden of boodschappers hadden alleen een armband met plaat. Schoeisel werd niet gedragen, hoofd bedekking is ook niet geregeld maar zal zeker een hoofddoek zijn geweest. Wie voormelde distinctieve tekenen of uni formen droeg zonder daar recht op te hebben kon worden gestraft met rottingslagen, niet te boven gaande twin tig in getal. De mannen met geel zullen het meeste met politie te maken hebben gehad maar waarschijnlijk niet als volle dagtaak. Het gevangeniswezen gebruikte later eendere kleding voor zijn oppas sers met op de mouw een sleutel gebor duurd. Inmiddels beschikten ook de inlandse ambtenaren over zulke oppassers. In 1874 werd vastgesteld dat het distinctief der van landswege bezoldigde oppassers bij de regenten, bij enige patihs en bij het districtsbestuur op Java en Madoera zou bestaan uit: een sabel met koperen be slag, hangende in een zwart lederen bandelier, waarop aan de voorzijde een koperen plaat, voorzien van het rijks wapen en tot opschrift hebbende de naam van het betrokken gewest. In het binnenland in de desa's was er ook een vorm van politie maar daarvan is geen melding gemaakt in de staatsbla den. Het Binnenlands Bestuur hield de dorpshoofden aansprakelijk voor het be waren van rust en orde in hun gebied. Daarnaast had het bestuur behoefte aan een sterke arm, die niet door de desa's kon worden geleverd. In het uiterste ge val was daarvoor natuurlijk het leger be schikbaar maar het kon ook eenvoudiger door inzetting van de Pradjoerits. Dit waren gewapende korpsen, die er al wa ren in de tijd van Daendels. Deze waren ondergeschikt aan de inheemse regen ten, die weer in rang hoger stonden dan de dorpshoofden. De residenten hielden er toezicht op. Hun kleding was gelijk aan het klein equipement van de Indische militairen en bestond uit een blauw linnen mouwvest met veel knopen, een witte linnen panta lon en een halsdas. De cavaleristen on der hen hadden een witte rijbroek met (lees verder volgende pagina) Bereden politiehelpers met bandelier, tijdens een jachtpartij in het bergland van de Preanger. (Tekening van Ernest Hardouin). 29

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 29