fUi tctteM&hd*
Christine van ter Beek-Beijnon heet ze. Ze werd in 1914 op Midden-
Java geboren en is al van kleinsaf dol op tekenen en schilderen. Bij
voorkeur bloemen en planten want ze is een echte natuurliefhebster
en met haar 77 jaar nog volop aktief en strijdbaar als het milieu in 't
geding is.
Hoewel Christine van ter Beek wel eens bijverdiende met het schilde
ren van miniatuurtjes is zij toch altijd een hobby-kunstenares gebleven
Des te verrassender was het dat er vorig jaar in cultureel centrum
"De Trump" in Ruinen een volwaardige tentoonstelling van haar werk
werd gehouden.
In onderstaand artikel vertelt Christine hoe ze met haar hobby begon.
Lissenbloem in de vijver.
Op acht-jarige leeftijd wilde ik het men
selijk profiel tekenen. Dat deed ik met
een stukje krijt op de vloer in de voor
galerij van ons huis te Batavia.
Op elke tegel verscheen een kop met
neus en mond. Zelf ontdekte ik wel dat
er iets aan mankeerde en dat was de kin.
Op de volgende tegel kwam dus de kin
erbij en zo begon het er meer op te lij
ken. Dat werd zolang herhaald tot er
geen schone tegel meer was. Mijn
vader.net wakker geworden uit zijn mid
dagdutje, zag mijn geknoei op de vloer.
Inplaats van waardering voor mijn kunst
uiting, kreeg ik een flinke uitbrander:
"Ga direct een dweil halen en de vloer
shoonmaken". Een alternatief in de vorm
van schetsboek en kleurpotloden was er
toen niet bij.
Jaren later, nadat ik bij de R.K. Zusters
de lagere school had doorlopen, kwam
ik op de middelbare school, waar we
voor elk vak een andere zuster of mère
kregen. Voor tekenen was het Mère
Laurence. Zij was de eerste persoon die
begrip had voor mijn drang tot tekenen
Christine van ter Beek bij twee van haar schilderijen tijdens de expositie in Ruinen. In de
doos een paar beschilderde flesjes uit de Jappentijd.
(Foto uit Nieuwsblad van het Noorden)
en schilderen. Zij was het ook die mij
stimuleerde thuis wat op papier te zet
ten.
Inmiddels was ik in het bezit van schets
boek en waterverf. Mère Laurence gaf
me een keer de opdracht een vrucht
precies uit te tekenen en te kleuren. In
onze tuin stond een boom met mooie
en lekkere vruchten: de sirkaja. Ik
hoefde er maar één van te tekenen en ik
deed mijn uiterste best er op. Toen ik
Mère Laurence de tekening liet zien was
zij zeer tevreden. Voor de tentoonstel
ling van handwerken en tekenen die
op de H.B.S. elk jaar werd gehou
den, mocht ik thuis nog iets moois
maken. Het werd een zigeunerin die
ik van een illustratie had nagetekend
en geschilderd. Voor de expositie
werden de ouders ook uitgenodigd.
Mijn vader en moeder gingen er dus
heen. Ik was benieuwd of mijn
zigeunerin ook te zien zou zijn, want
haar opgetrokken blote been was
wel shocking voor de nonnen van
het klooster. In de expo-ruimte aan
gekomen, zag ik dat er een aparte
plaats voor mijn werk was ge
creëerd. Ook mijn zigeunerin was
duidelijk aanwezig,maar.... over haar
blote been was een mooie doek
gedrapeerd.
Toen uit mijn rapporten bleek dat ik
met tekenen en handwerken de
hoogste cijfers haalde, begon mijn
vader meer waardering te tonen. Hij
vertelde dat een oom van hem,
Daniël Beijnon, een bekende kunst
schilder was in de vorige eeuw. Hij
had in Holland aan de Academie
voor beeldende kunst gestudeerd
Toen wij later in Halfweg woonden,
38