mijn oom Jan, die in het Soerabaia van
voor de oorlog een grote banketbakkerij
had in de Palmenlaan. Minstens één keer
en soms twee keer in de week leverde
de bestelwagen manden vol brood bij
het rooms-katholieke jongens weeshuis
"Don Bosco" af.
Ik wist dat Oom Jan deze leveranties als
giften beschouwde en mede daarom
werd ik door de paters immer hartelijk
en hoffelijk ontvangen. Kambing zag daar
meteen meer dan brood alleen in.
Hij en zijn vriendje Bolong en ik werden
dikke vrienden. Het opportune in de
houding van beiden verdween geleidelijk
omdat hun variant op het gezegde, dat
de vrienden van mijn vrienden ook mijn
vrienden zijn, in die zin, dat de vriend
van de paters ook mijn vriend is en dus
kan ik een "potje breken" bij de paters,
ondeugdelijk bleek. De paters hadden
daar absoluut geen boodschap aan.
Kambing, Bolong en ik fietsten samen en
gingen gedrieën uit vissen in de haven.
Gapten gezamenlijk djamboe en pentjit
en gingen gezamenlijk achter de lajang-
pedot aan. Schielijk werd het gejatte
fruit, meestal nog onrijp, opgegeten
want vijf uur moesten beide knapen
weer "binnen" zijn. Zes uur aan tafel.
Daarna huiswerk maken. Om negen uur
naar bed.
Een leven van regelmaat en strenge dis
cipline. Ik kon naar die verhalen over het
leven in het weeshuis met ontzag, stij
gende verbazing en soms met weerzin
luisteren.
Maar vóór vijf uur was het een span
nende en onvergetelijke tijd. Vol schel
dende djaga's-kebon en getergde mas-
oppassen. Een leven vol avontuur en
buikpijn.
Een bijnaam hebben ze mij nooit gege
ven, maar Jan was zo saai, dus werd het
John. Johnny Weismuller de Tarzan van
de jaren voor de oorlog, daar werd ik
naar vernoemd. Johnny Weismuller bela
zer volgens Bolong.
Op een middag trof ik beiden bij het
groot ijzeren hek aan, welke toegang gaf
van de straat naar het grote voorerf. Bo
long stond er wat verslagen bij en
groette mij nauwelijks. Kambing, als al
tijd vol leven, vertelde dat Bolong van
daag had moeten biechten. Zijn "straf'
was, zoals Kambing mij dat vertelde,
meer dan honderd wees-gegroetjes, dus
doodzonde deze.
"Maar laat maar", vervolgde hij berus
tend, "ik geloof niet en Bolong ook niet,
net als jij".
Ik was in hun ogen niet enkel zo maar de
ketter in het geloof, maar ik verkeerde
ook nog eens ten opzichte van hun so
ciale- en maatschappelijke status in een
zeer riante positie. Het kon dus allemaal
niet zulke verschrikkelijke gevolgen heb
ben voor hen, wanneer een heiden en
ketter zoals ik was door de Goede Heer
toch goed verzorgd en verwend werd.
Een ketter, die het aan niets ontbrak en
twee gelovige r.k. jongetjes, die het aan
alles en nog wat ontbrak. Niet eerlijk,
maar moet zo zijn, zal Bolong gedacht
hebben. Niets aan te doen.
Bolong had het moeilijk en ik wist niet
goed raad met de situatie. Met een
"moet je kijken John", doorbrak
Kambing deze mineur stemming. Een
bruine vinger wees priemend naar het
woord "Soon" op een schreeuwerige
reclameprent in kleur over een film, die
binnenkort in een bioscooptheater er
gens in de stad zou draaien. Grijnzend
stond hij naast het bord langs de kant
van de weg. De zekerheid waarmee
Kambing altijd alles tegemoet trad wat
hij in zijn leven tegenkwam, zal hem
meer dan eens parten hebben ge
speeld. Niet een ieder, niemand kon
je gerust zeggen, kon zo'n branie
houding van een Indisch jongetje
waarderen in die tijd. Je moest je
plaats weten.
Een Indisch jongetje onder de Hol
landers en later met de Hollanders
onder de Jappen, maar dat heeft
Kambing niet meegemaakt. Hij sneuvelde
als dienstplichtig matroos tijdens de slag
in de Javazee.
De hoge, heldere jongensstem van
Kambing droeg heel ver op die stille,
warme Zondagmiddag. De enkele fietser
en voorbijganger keken om naar hem.
"Komming soen", moet toch zijn "kom-
ming sie-ien". Hij spreidde beide armen
in een theatraal gebaar en riep provoce
rend naar ons: "Blanda kén zijn eigen taal
niet". Kambing zal er verder niet bij heb
ben stilgestaan, maar voor mij was die
laatste opmerking van hem de paradox
van ultieme genialiteit.
De plank volkomen misslaan, maar toch
een waarheid als een koe geformuleerd.
Toen ik de man opzocht in het zieken
huis heb ik weer aan Kambing moeten
denken. Hoe kan je ook verwachten,
wanneer iemand in radeloze wanhoop
verkeert, dat hij alles begrijpt of zo maar
aanvaardt wat tegen hem gezegd wordt.
Veel hebben wij niet met elkaar gespro
ken maar hij was blij met mijn bezoek.
Hij vertelde mij zeer dankbaar te zijn
voor alle zorg, die in het ziekenhuis aan
hem besteed werd. De zusters waren
lief. De dokters geweldig.
Mijn patiënt werd behandeld en ver
zorgd, naar hun beste kunnen door art
sen en verplegend personeel van het zie
kenhuis. Daar was geen discussie over.
- -iiciiirwc
ondspremievervangendeuitkerinqMOOZhef f inggezinshulpZl wpremiespecialis,...^j.ptanctarts^|
iddelenziekenhulpverplegingrodekruishuisartsambulanceAZIVOziekenfondsinkomensonafhanke
Zpr
dsp
dipremievervangei.. .-j.nonulpZFWpremi^
ielenziekenhulpverpiegingrodekruishuisartsambulanceAZIVOziexv ..„nsonafhankelijjo
;lijkheidsonderzoekMOOZheffingincontinentieluierspremievervangendenorrauitkeringhulpmidde
WBZpremieinkomensonafharikeli;jkepremienominalepremieoverhevelingstoeslaghuisartsenhulpGm
ondspremievervangendeuitkeringMOOZheffinggezinshulpZFWpremiespecialistenhulptandartsen
iddelenziekenhulpverplegingroaekruishuisartsambulanceAZIVOziekenfondsinkomensonafhanke
iik^" zoekwon^heffinqincontiner'-i - -Temievervanqendom-iv-m,,-' -'nahulpra
'vapremie^o',,•' '•-'veli nr.-' \ra
:rfeli jkheidsoi nat-, a
-hevelingstoeslagt"
inderzoekAWBZpremit
iolo"'' --hebehandeli
-dor z
ïjkheidso,
erhevelmgstoeslagapc
EhonderzoekAWBZpremleir
P-eraudiologischebehande
iogramerfelijkheidsonde
imieoverhevelings toes lag
iqischonderzoekAWBZpremi
-r—qraudiol 2CTi_schP-beh?"--
r^vH;TS:""ai-pVel^iSgo2aeK^UJ-snulsartsambulanceAZIVOzieIcenfondsinkoine"sot^-^"- psëmieZFWpremieoverhevelïngstoeslagapo"
li^Vt^^^zoeJ^roZheftinqinoontinentieluierspremievervangendenormuitkeringhulpmiddelêrirCsntgenologischonderzoekAWBZpremlein:
emiemkomensonaf hankelijkepremienpminalepreraieoverhevelingstoeslaghulsartsenhulpGVVincontinentieluieraudioloaischebehandelinaz
on?t^2n^VgendeVltkerln3M8OZ1?e£f^nggezinShV1PZFWBremiesP^cialist^hulptandartsenhUlpWTZon,slagc5rdiog?ame?fe?ijkhlidsondirzSlki
ikhoTdoondo^ooVM^zB9??-^kruis!huisartsanÜDu lanceAZlVOziekenfondsinkomensonafhankeli jkepremieZFWpremieoverhevelïngstoeslagapothi
gkheids^nderzoekWOOZheffingincontinentieluierspremieverv'- ,vm,,tkeringhulpmiddelenront-o- -*k»WBZpremleinkoi
t a o coes lWghuisar tsenrSïpè^.
•remiespeciali.stephulptandartsenhux.j_ .^j.cuu ^xdsonderzo
rf el
17
-'^ciiaeiiitKeriu.. -^nggezihshuipZFWpLeiiix^utv.xalistenhuip
ïeKennu Ipv^rplegingrodekruxshuisartsambulanceAZIVOzieKenf ondsinkomensoiia.n
Q-| Hcnnrlor ry Lr C i
spremievervangendeuitkerin
v V. CIIIICUVCL
■eml^>Sm°enndso^
jkheidc
aremievfc. .cixiigMuuéiu. 1'nqgezinatoülpZFWprei..- TTptandartsênnlT.*-T^^.t"?*l'g^ra^=.'"tlu"i"o^Vf5v"^.Ii^oOri?e'!:ï"5i
Lenziekenhulpverplegingr odekruishui sar tsambulanceAZIVOzit^., u. ondsinkomensonafhankeli jkepremieZFWpremiëover hevel ingstoeslagag.