Het goddelijk gezicht van INDONESIË Het is er uiteindelijk dan toch van gekomen. Wie had dat in 1990 ook maar in de verste verte kunnen vermoedenToen er hier in Nederland nog niets over bekend was, vestigde ik in het Moessonnummer van 15 septem ber 1990 (35e jaargang, no. 4) reeds de aandacht op de grootse Indonesië manifestatie, die in 1991 over heel Amerika zou plaatsvinden. Vier grote tentoonstellingen: The Sculpture of Indonesia; Beyond the Java SeaCourt Arts of Indonesia; en Modern Indonesian Art, zouden met topstukken van het Indonesische culturele erfgoed het grote Amerikaanse continent berei zen. Niet zonder een gevoel van teleurstel ling merkte ik toen op, dat deze ten toonstellingen jammer genoeg niet in Nederland te zien zouden zijn. Dood zonde, maar het was niet anders. En toch, de wonderen zijn de wereld nog niet uit. Want het mag niet minder dan een wonder heten, dat toch nog onver wachts, alle vier tentoonstellingen in dit jaar 1992 naar Nederland komen en dat de eerste zelfs al begin februari werd ge opend! Ongelofelijk maar waar. Beseffen wij eigenlijk wel, wat een geluksvogels wij zijn, dat wij dit unieke gebeuren zo maar in de schoot geworpen krijgen? Want zo een evenement is zelfs gedu rende de eeuwenlange betrekkingen tussen Nederland en Indonesië op een dergelijke schaal nog nooit voor gekomen en zal naar alle waarschijn lijkheid ook in de toekomst nooit meer voorkomen. Een reden temeer om er serieuze aandacht aan te beste den en iedereen aan te sporen, deze eenmalige kans aan te grijpen om de tentoonstellingen te gaan bezoeken. Dat het zover gekomen is, is in de eerste plaats te danken aan de voort varendheid waarmee officiële instan ties als de Ministeries van Buiten landse Zaken en WVC, samen met de betrokken museumdirecties in de loop van 1991 in Washington hebben onderhandeld om de terugreis van de tentoonstellingen naar Indonesië, over Nederland te laten lopen. Dat dit op zo korte termijn is gelukt, komt mede door de onontbeerlijke fi nanciële steun van de Nederlandse bankwereld, het Prins Bernhard Fonds en het bedrijfsleven; en door de practische medewerking van de Gemeente Amsterdam, Kamer van Koophandel Amsterdam en Gerlach Art Packers Shippers b.v. Hier past een welgemeend woord van dank aan al diegenen, die met inzet van al hun krachten deze gigantische operatie tot een goed einde hebben gebracht. 6 februari is de dag van de officiële ope ning van de eerste tentoonstelling: Het goddelijk gezicht van Indonesië, door Z.K.H.Prins Bernhard. En wel om 18 uur in de Nieuwe Kerk op de Dam in Am sterdam. Een korte, persoonlijke impressie van deze opening kan niet anders dan ver warrend overkomen. Overvallen door een reeks van ogenschijnlijke tegenstrij digheden, ongerijmdheden bijna, onderga Godin der Opperste Wijsheid ca. 1300 ik als in een surrealistische droom alles wat op mij afkomt. En zonder mij er re kenschap van te geven, aanvaard ik de diepere symboliek, die er voor mijn ge voel achter schuil moet gaan, al gauw als iets heel vanzelfsprekends. Direkt al bij binnenkomst in de eeuwenoude, statige kerk valt het oog op een arrangement van bloeiende orchideeënplanten, die aan de voet zijn afgedekt met oude slendangs. Een goed bedoeld, klein Indo nesisch accent, maar onwezenlijk voor wie beseft, dat deze oude slendangs ook deel uitmaken van de Indonesische kunst en dus een betere bestemming verdie nen dan louter opvulmateriaal. De binnenstromende gasten worden aangenaam verrast door de wellui dende klanken van de gamelan, die als gewijde muziek de immense ruimte vullen. Een hemels welkom, dat net zo ontroert als de mooiste orgelmuziek, die men zich denken kan. Het is het Javaanse dans- en gamelangezelschap ISTIKA van de Indonesische ambassade, aangevuld met leden van de gamelangroep Marsudi Raras van het Indonesisch Museum Nusantara te Delft, dat de muzikale omlijsting en later ook de Solose dansen, verzorgt. Na de ge bruikelijke inleidende toespraken geeft Dr. Jan Fontein een bondige toelichting op de tentoonstelling. Deze Nederlander, die jarenlang als directeur aan het Museum of Fine Arts in Boston verbonden is ge weest, is de grote initiatiefnemer. Zonder zijn inzet en volharding za ten wij hier nu niet. Met grote toe wijding en kennis van zaken heeft hij de tentoonstelling samengesteld uit het bezit van het Museum Nasional te Jakarta, aangevuld met bruiklenen uit de Aziatische afdeling van het Rijksmuseum; het Koninklijk Insti- Vishnu als Narasimha ca. negende eeuw 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 18