EEN INDISCH ECHTPAAR
Pisang Tjemplang
JEUGDLITERATUUR
Voor de exploitatie van een Indische eetgelegenheid op een
goede locatie in het Westen van het land zoeken wij
als franchise (onder)nemer.
Horecapapieren alsmede bekendheid met de Indische keuken
vereist.
Uw sollicitaties met volledige gegevens zijn wij
gaarne tegemoet onder nr. 3530 van dit blad.
(Vervolg "Gezien")
Mezelf afvragend wat ik me bij "Het
Pisanggebeuren" moest voorstellen, be
gaf ik mij op 27 maart naar het Werf-
theater te Utrecht om deze cabareteske
show (een exquise specialiteit met een
oosters tintje) van Yvonne Groeneveld
met muzikale ondersteuning van het
Eduard Sebastian trio te zien. Voor een
bijna uitverkochte zaal met een zeer
gemêleerd publiek ging de voorstelling
van start met Air Laut, wat natuurlijk
niet kon missen. Vervolgens kroop
Yvonne Groeneveld in het eerste deel
van de show in de huid van diverse figu
ren zoals een vrouw die op zoek was
naar het Indisch gevoel, een vrouw die
in een kamp had gezeten, de zeer
Indische Tante Eug die erg djedar djedor
praatte (maar die niet verkleed was a la
"Tante Lien"), de KNIL-militair oom
Harry, en verhaalde ze herinneringen
aan de kindertijd zonder vader in het
kamp en de confrontatie met vader na
het kamp. Ze zong over eten en koffie
toebroek, Sarina werd op een andere
manier dan gebruikelijk ten gehore ge
bracht en een lied over heimwee deed
sterk denken aan "Tante Lien's" We
duwe van Indië. Eduard vertolkte een
mooi lied waarvan men de tekst anno
1992 niet zou verwachten uit de mond
van een jong persoon: "jij alleen houdt
mij daaglijks gevangen, in mijn greep van
verlangen, jou weer spoedig te zien...
want jij bent steeds in mijn gedachten....
Hoor de wind, fluistert zacht door de
bomen, hij vertaalt al mijn dromen...."
In het tweede deel portretteerde Yvon
ne Groeneveld o.a. een volkswijf dat op
gekleurde mensen iets had aan te mer
ken ("Ramadan, selamatan...") en ver
telde ze een sprookje over een prinsdie
"ketjeplok, ketjeplok" op zijn paard reed.
Eduard zong het Kleurenlied (over men
sen met verschillende huidskleur) dat
een beetje als een strijdlied klonk,
Waarom huil je Nonna Manis werd
door Yvonne van een amusante tekst
voorzien, waar het lied Botol Tjebok
over gaat (met Popla-reclame melodie
er in) behoeft geen nadere uitleg en tot
slot werd Koleh Koleh van een andere
tekst voorzien en werd gezongen als
Kom mee kom mee. Het was een aar
dige voorstelling, sommige dingen waren
echt vermakelijk omdat ze overdreven
waren (wat men in een "cabareteske
show" mag verwachten) maar ik vraag
me af in hoeverre een buurvrouw die
klaagt over vreemde etensluchtjes, koffie
toebroek, een "Indisch" sprookje en de
botol tjebok anno 1992 nog amusement
swaarde hebben.
De muziek van Eduard Sebastian op gi
taar, Noortje Huiskens op dwarsfluit en
Robert op cello was lekker, maar voor
mij had er meer peper en zout bij de
sketches gemogen. Een beetje absurder,
een beetje indringender hadden be
paalde onderwerpen aangepakt mogen
worden: met een beetje nog leeg gevoel
in mijn maag ging ik huiswaarts.
MG
"Ik heb lang geleden eens een boek
gelezen over een jongen Dirk die op
Sumatra ging kamperen en allerlei
avonturen beleefde. Ik zou dat boek
graag nog eens lezen, maar ik weet
niet meer hoe de titel was en wie de
schrijver".
Ook voor dit "probleem" bestaat
nu een antwoord en dat heet
"Indische jeugdliteratuur,
gannoteerde bibliografie van jeugd
boeken over Nederlands-lndië en In
donesië", geschreven door
Dorothée Buur en verschenen bij
KITL-Uitgeverij. Prijs 60,-, ook
verkrijgbaar bij Boekhandel Moes
son. In een volgende Moesson zal
hierop worden teruggekomen.
14