De onbekende/miskende GOUVERNEMENTS MARINE Op 27februari j.l werd herdacht dat meer dan ander half duizend marine mensen, waarvan ruim duizend van de Koninklijke Marine, bij de slag in de Javazee hun leven verloren. Toch is het nauwelijks bekend bij het "grote publiek dat deze zeeslag zich over enige dagen uitstrekte en dat nog veel meer marinemensen hierbij het leven lieten. Alleen al in de laatste fase in de baai van Bantam vielen meer dan duizend geallieerde zeelieden. De inzet van de strijd was voor Japan de verovering van Java en daarmede de doorbraak van de laatste barrière naar de Indische Oceaan en naar Australië. De doodsstrijd van drie schepen wil ik in het bijzonder vermelden. Dat waren de Houston, de Perth en de Reiger van de G.M. men ook de Amerikaanse en Austra lische kruisers de baai van Bantam bin nenvaren. Deze twee schepen waren te zamen dertig keer zo groot, hadden meer dan honderd maal de vuurkracht en ruim twintig maal zoveel bemanning. Toch vermochten ook zij nauwelijks iets in te brengen tegen de vijand. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Reiger spoedig brandend ten onderging. Wel is het een wonder dat velen (waaronder ikzelf) zwemmend de kust wisten te be reiken. Oud Gezaghebber Van Melle heeft na zijn krijgsgevangenschap nog vele jaren gevaren. Op 30 december II. De Gouvernements Marine, miskend en verzwegen, niet alleen in die bange dagen maar ook nu, vijftig ja ren later. Zowel in de jaren voor, tijdens, als na de Tweede Wereldoorlog heeft de Gouvernements Marine waardig, maar in stilte, haar werk volbracht. Hij rapporteerde de na dering van een sterke Japanse vloot en, zijn primaire taak vervuld hebbende, verzocht hij uit te mogen wijken naar Ceylon of Austra lië omdat een gevecht kansloos zou zijn. Het antwoord (in code) luidde: "Michiel de Ruyter vroeg toch ook niet tegenover welke vijand hij stond? Dit hield in dat hij zijn post niet mocht verlaten en - gelijk wijlen Karei Doorman - koste wat kost de vijand (met zijn overweldigende supe rioriteit in geschut, torpedo's en vliegtui gen) moest aanvallen om een landing te voorkomen, wetende dat hij geen schijn van succes had Toen Gezaghebber E.K. van Melle met zijn mannen de invasievloot aanviel, kwa- Bemanning van een schip van de GM" hebben wij hem, de laatst overlevende Gezaghebber G.M., ter ruste gedragen. De slag in de Javazee was het sluitstuk van drie maanden oorlog, voornamelijk ter zee. Bij de eerste schepen die daarbij (in deze strijd) tot zinken werden ge bracht, waren eenheden van de G.M. Vooral tegen de Japanse bommen werpers konden zij nauwelijks iets uitrichten. Met hun weinige kleine kanonnen (de meeste uit ca. 1870) konden zij hun tegenstanders niet eens bereiken. Toch hebben zij pal gestaan en hun "escorte" en verkenningstaak verricht. "Hr. Ms. Reiger" W. v. KRIEGENBERGH opvarende van Hr. Ms. Reiger. Terwijl het eskader van Doorman de vij and tegemoet voer, was aan een aantal schepen van de Gouvernements Marine de opdracht gegeven te patrouilleren in het gebied tussen Sumatra, Singapore en Java om de bewegingen van Japanse schepen te rapporteren en een even tuele landing te verstoren. Ik zeg met opzet "verstoren" want de scheepjes waren zo zwak bewapend dat zij nauwe lijks partij konden bieden in een gevecht. Het patrouilleschip "Reiger", sinds de oorlogsverklaring de naam van "Hr. Ms. Reiger" dragend, was al enige dagen door Japanse bommenwerpers bestookt en was toch de baai van Bantam ingevaren omdat de gezaghebber hier een potentiële landingsplaats ver moedde. 35

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 35