Vervaardiging van kralenwerk. Kayan Dayak. het eiland Nias, werden voor de voor ouders opgericht als boetedoening voor ernstige zonden. Van de Bataks in Noord-Sumatra is er een zeldzaam ste nen grafbeeld te zien van een ruiter op een olifant. Verder vinden we hier de vrouwelijke en mannelijke bruidsgiften uitgestald in de vorm van de grote gewe ven ulos doeken; en de messen in sche den, aangevuld met een gouden hoofd sieraad en twee karakteristieke Karo- Batak oorversieringen met de omge- Boegbeeld van een staatsieprauw. Banjarmasin. 38 krulde spiralen: padung-padung. De Lampung in Zuid-Sumatra is vertegen woordigd met een flink aantal ceremo niële doeken van respectabele afmetin gen; palepai, bij ons beter bekend als "scheepjesdoeken", vanwege de z.g. zie- leschepen, die er vaak op abstracte wijze met een speciale weeftechniek op zijn af gebeeld. Een heel bijzondere palepai is helemaal uit kleine kraaltjes samenge steld. De kleinere, meestal vierkante doeken heten tampan. Heel fraai is de meer dan twee meter hoge ham patong van de Dayak uit Kaliman- tan. Deze paal, die van top tot teen versierd is met mens- en dierfiguren, werd als bescherming tegen boze geesten bij de ingang van het dorp voor het lange familiehuis geplaatst. Van de Iban Dayak is er een sierlijk gesneden, gepolychromeerde houten neus hoornvogel van een prachtige vormgeving, die bij het koppen- snellersritueel werd gebruikt. De voorwerpen van de Toraja uit Sulawesi hebben voornamelijk te maken met het dodenfeest, zoals dat ook nu nog steeds bestaat. Zo wordt een dodendoek met zijn forse ikatmotieven geflankeerd door twee kegelvormige versie ringen van kralenwerk op staken: kandaure. Het geheel wordt ge completeerd door een helm met buffelhorens en een kuras van een krijger. Heel bijzonder zijn de kleine an tieke oorsieraden of hangers: taijanja, uit het Kulawi gebied in Midden-Sulawesi. Het zijn grillig gevormde ornamenten van koper alliage, waarin duidelijk een buffel kop valt te herkennen. Evenals het hoofdsieraad in de vorm van een om gekruld meslemmet: sangkori, zijn het oude erfstukken, die duidelijk uit een vroegere cultuurfase stammen. Onze ontdekkingstocht wordt hier onder broken en op de eerste verdieping voortgezet. Onderweg naar boven passeren we langs de balustrade een Niasse krijger in vol ornaat met blik ken helm en pantser vol vervaarlijke uitsteeksels en ronde spiegeltjes; en gewapend met speer en zwaard. Hij lijkt ons als een wachter aan de in gang van zijn dorp te begroeten, zo levensecht staat hij daar in de ruimte. We komen nu in Oost-lndonesië en al direct vallen hier de fraaie ikat- weefsels op, afkomstig uit Sumba, Flores, Timor en Lembata. Het is on gelofelijk welk een hoge graad van perfectie de vrouwen hier met hun ikattechniek hebben bereikt. Stuk voor stuk staaltjes van vakmanschap en kunstzin. Sommige patronen en kleurschakeringen op de doeken van Flores zijn geïnspireerd op zijden patola- doeken, die de V.O.C. in vroeger eeu wen als gewilde handelswaar uit Gujarat in India naar Indonesië verscheepte, waar zij overal als kostbare pusaka hoog werden gewaardeerd. De barokke gou den oorsieraden: mamuli, in de vorm van een omega, behoren op Sumba tot de bruidsgift aan de familie van de vrouw. Andere gouden sieraden zijn de taka uit Offerpaal met voorouderbeeld. Babar of Leti.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1992 | | pagina 38