HET PRACHTIGE RIJK
VAN INSULINDE
of: gooi het maar in m'n pet...
Een hele Boekenweek over het prachtige Rijk van Insulinde. Dat levert al
gauw tien dagen geneuzel en gefoezel op in schouwburgen en literaire
café's, op radio en tv, over mooie meiden en voorbije tijden, over hoe
warm het was en hoe ver, en hoe slecht ook, hoewel er toch nog iets groots
verricht werd dat wel. En o ja, bijna vergeten: 250 boektitels over het
prachtige Rijk van Insulinde.
Door alweer de ene neuzelaar na de an
dere reisleider en waar hebben we het
toch eigenlijk over? Over liefste, mijn
liefste (kennelijk ben je al van Insulinde
als je met een Indisch meisje getrouwd
bent), over koekjes bij de thee, of nee:
heren van eigen deeg, of zoiets (kenne
lijk schrijf je al een roman als je het boek
heel dik maakt). Over sarongs van
Adinda, want o lala die Oosterse scho
nen toch. Maar een tip oplichten van de
sluier die Indië al eeuwenlang in de
greep van de Hollandse melkkoe houdt,
ho maar. En daar had die boekenweek
toch minimaal voor kunnen dienen. Hoe
dan ook, duidelijk is dat het thema een
stroom van associaties oproept die niet
zozeer te maken heeft met een willekeu
rig tropisch land, maar met een onver
werkt koloniaal verleden. Met de nadruk
op onverwerkt.
Daarom is het natuurlijk ook niet mak
kelijk om iets over Insulinde te zeggen.
Neem de literatuur die op Indië/lndone-
sië, zoals dat tegenwoordig wordt aan
geduid, betrekking heeft, ook wel -ten
onrechte- Indische literatuur genoemd.
Wie iets zeggen wil over de Indische li
teratuur van na 1942, staat voor de
vraag of Indische literatuur eigenlijk wel
bestaat. Indië bestaat immers toch niet
meer.
Inderdaad werd Indië op 27 december
1949 staatkundig opgeheven. Zoiets kan.
Een staat is immers een soort van af
spraak, die je kunt instellen of kunt op
zeggen. Met een cultuur, dus ook met de
Indische cultuur, kan dat natuurlijk niet
zomaar. Cultuur is de wijze waarop
mensen leven. En ook al moeten mensen
landverhuizen, hun wijze van doen leg
gen ze daarmee niet zomaar af, al zullen
ze nog zo hard proberen zich aan het
nieuwe land aan te passen.
Zolang er nog mensen zijn die in de
Indische cultuur zijn opgegroeid -hier in
Nederland waar veel Indische mensen
zich vanouds gevestigd hebben, of in In
donesië waar veel Indische mensen zijn
achtergebleven, of in Californië, Brazilië
of Australië, Spanje ook, waar veel
Indische mensen na de oorlog naar toe
getrokken zijn- zolang er nog mensen in
de Indische cultuur opgroeien, zolang
zijn er uitingen van de Indische cultuur
te verwachten. In kleding, in eten, in
taalgebruik en religie, in wijze van lopen,
kijken, van doen en zeker ook van laten.
En zolang kun je dus ook Indische kunst
uitingen verwachten; dans, theater, mu
ziek, beeld en literatuur.
Paula Gomes is bijvoorbeeld iemand die
zich in literatuur uitdrukt. Verleden
week is Ik eet een tijger, haar volwassen
roman voor kinderen verschenen. En
Marion Bloem is behalve schrijfster en
cineaste, ook beeldend kunstenares.
Haar laatste boek, dat eind februari uit
kwam, is zelfs een combinatie van twee
kunstvormen en heet dan ook Schilde
rijen en gedichten. Wie Indisch is en zich
literair uit, produceert Indische litera
tuur, zo simpel ligt dat.
Literatuurwetenschap
De vraag of Indische literatuur na de
souvereiniteitsoverdracht nog wel be
staat, is dan ook niet zozeer een pro
bleem voor de schrijvers en schrijfsters:
die schrijven gewoon. Het is een vraag
voor iedereen die iets over dat werk wil
zeggen. Literatuurwetenschappers bij
voorbeeld, die ervoor worden inge
huurd om de auteurs aan een publiek
voor te stellen, en iets over hun werk te
verduidelijken.
Hoe kunnen wij nu weten welke litera
tuur Indisch is, nu Indië niet meer be
staat? Bij Marion Bloem lijkt het nog ta
melijk simpel. Zij ziet er immers gewoon
als een Indische meisje uit? Haar werk is
dus Indisch? Maar haar roman uit 1987
Lange reizen korte liefdes is, vind ik ten
minste, eerder Wolffers dan Indisch.
Dus zo makkelijk gaat die vlieger niet op.
We kunnen een term als Indisch ook
niet zomaar gebruiken op grond van het
uiterlijk van de auteur. Want hoe zou
het dan met bijvoorbeeld Paula Gomes
moeten? Tegenwoordig is ze wat opge-
donkerd, maar vroeger had ze blonde
pijpekrullen en blauwe ogen. Net als één
van mijn zusjes, die daarom door ons
voor fles melk en bleekscheet werd uit
gemaakt, waarop zij "poepchinees" te
rugriep, maar wel een zusje dat dezelfde
vader en moeder heeft als ik en weer
een ander zusje van mij dat vaak door
gaat voor Surinaamse. Waarmee ik maar
zeggen wil dat Indische mensen niet al
tijd aan hun uiterlijk te herkennen zijn.
Maar wel kun je Indische mensen her
kennen aan hun Indische doen en laten,
aan hun cultuur. En Indische auteurs dus
aan het werk dat ze schrijven. Naast al
lerlei heel Nederlandse elementen zoals
de taal (Nederlands) en de literaire vor
men (roman, novelle, gedichten) zijn er
in het werk van Indische auteurs ele
menten (thema's) aan te wijzen die an
ders, die niet-Nederlands, die Indisch
zijn.
Niet
En ik bedoel dan niet zozeer de vreemde
woorden die soms gebruikt worden, zo
als pisang of goeling of pasar of selamat
of de onbekende gebieden waarover ge
schreven wordt, als Semarang, Banda
Neira, Bandung of Djokja. ledereen die
in een vreemd land komt, kan immers
over zo'n onbekend gebied schrijven en
dan ook elementen uit de landstaal over
nemen: voor sommige onbekende zaken
heeft het Nederlands nu eenmaal niet de
juiste woorden. Er zijn dan ook allerlei
schrijvers uit Nederland die dat in hun
werk doen, zoals Willem Walraven,
Albert Alberts, Hella Haasse, Margaretha
Ferguson en Aya Zikken, Rudy Kous
broek en Joop van den Berg. Zij schrij
ven over Indonesië, dat vroeger Indië
heette. Ze kennen het land omdat ze er
gewoond of gewerkt of zelfs geboren
zijn.
Maar Nederlanders die in een buitenland
gaan wonen, bijvoorbeeld in Marokko,
en zelfs hun kinderen die daar geboren
worden, zijn daarom nog geen Marok
kaan. Zo zijn ook niet alle Nederlandse
schrijvers die over Indonesië of over het
vroegere Indië schrijven Indische au
teurs. Wel ondergaat elke emigrant na
tuurlijk invloeden van de heersende cul
tuur in het nieuwe land. Invloeden die
dan in het literaire werk zijn terug te
vinden. Schrijvers als Albert Alberts en
Aya Zikken bijvoorbeeld hebben in hun
werk dat in Indië speelt de Indische
verteltrant overgenomen. Margaretha
Ferguson en Joop van den Berg hebben
aan hun Indische tijd een intense belang-
8