jbe ^j<u>ujJzsUh
Ineke Meinders, alle drie uit Medan,
een uitermate sterk zwem- en polo
eenheid gesmeed.
Vele kampioenschappen werden bin
nengehaald. Eenmaal slechts werden
wij verslagen op de drie bij vijftig me
ter wisselslagestafette en dat bij toe
val. In 1939 in Kota Baroe door het
Centrum uit Bandoeng. Zelfs werd
door Rudi Hampel het Nederlands-
Indisch en het Nederlands record
verbroken.
Denk niet dat er alleen getrained
werd voor prestaties op zwem-,
waterpolo- en schoonspringgebied.
Elke zondag werd er in de ruime
lobby van het zwembad geluisterd
naar en gedanst op de muziek van de
"Silver Kings" onder leiding van
Charlie Overbeek Bloem (pianist/
arrangeur).
Als ik denk aan de heerlijke kaas
broodjes van "Jan Bakker - je bakker"
a raison van tien cent. Lekkerrrrr....
mmmmm.
Ook menig romance ontlook in en om
het zwembad. (Rudy Hampel en Rina
Dubbelman).
De Z.V.M.-ploeg die het Nederlands-Indische en Nederlands record verbrak op de 3 x
50 meter wisselslag v.l.n.r. Wim Ardaseer, Geert Bakker, Rudy Hampel.
Heden ten dagen is het zwembad
Manggarai nog maar een herinnering.
Het is afgebroken en op dezelfde plaats
staat een pasar.
Oud Z.V.M.-ers halen nog steeds nostal
gische herinneringen op bij een jaarlijkse
reünie.
F. VAN RAAY
Si Peter had een djangkrik, helemaal van
hemzelf. Hij had het diertje gevangen,
toen het op een avond in de goedang in
een duister hoekje zat te sjirpen.
Peter had zijn djangkrik in een klein
bamboekokertje gestopt en 's avonds
plaatste hij dat in zijn slaapkamertje op
de richel voor het raam.
Djangkriks hebben eigenlijk geen stem,
maar toch maken ze geluid. Dat doen ze
door met de achterpootjes over de ge
spannen bovenvleugels te krassen, "krik-
krik-krik".
Je kunt dat geluid heel ver horen, vooral
's avonds als het stil is.
Peter had bij kokki een plukje zacht-
gekookte rijst weggenomen, en een paar
stuks lombok rawit. Die stampte hij fijn
tussen twee stenen en mengde ze door
de rijst. Zijn djangkrik moest een echte
vecht-djangkrik worden en door de hete
voeding zou hij extra vurig en sterk
zijn... Peter was elke dag, na schooltijd,
bezig zijn djangkrik te verzorgen. Op
school vroeg hij aan de jongens of ze
misschien zelf ook een djangkrik beza
ten....
Niemand mocht Peter's djangkrik zien of
aan het kooitje komen. Niemand? Ja,
eentje mocht dat wel. Dat was Els. Zij
mocht het kokertje met de
vechtdjangkrik vasthouden en zien hoe
het diertje van zijn korrel hete rijst
snoepte.
Els woonde in dezelfde gang als Peter en
haar vader werkte ook bij de Staats
spoor. Op school zaten ze in dezelfde
klas...
Als Peter en Els samen naar huis liepen,
plaagden de andere jongens vaak "Ha,
Peter vrijt met Els!" en dan giechelden
ze gemeen. Maar het was niet waar, Els
was gewoon maar een keet....
Op een dag zou Peter zijn djangkrik la
ten vechten. Er was een jongen, Moesa,
uit de kampong, die ook een
vechtdjangkrik had. Moesa beweerde dat
geen enkele djangkrik de zijne zou kun
nen verslaan. Het gevecht zou plaatsvin
den op de achtergalerij bij Peter thuis.
Els kwam ook kijken. De jongen Moesa
kwam met zijn djangkrik in een kokertje
en porde het diertje de hele tijd met een
dunne lidi tegen het lijfje. Peter deed
hetzelfde. De diertjes begonnen onrustig
te worden. Toen de jongens de beide
kooitjes tegen elkaar hielden en de
djangkriks elkaar konden zien, werden
ze opeens erg strijdlustig....
Na deze voorbereidingen werden ze op
de gladde stenen vloer losgelaten. Els
hurkte tussen de jongens in en zei:
"Peet, ik hoop maar van jou menang".
De vechtenden renden op elkaar af. Er
was geen geluid, alleen maar het driftige
rennen, draaien en elkaar proberen te
bijten.
Het duurde een hele tijd voordat de
strijd beslist was. De vreemde djangkrik
was toch sterker. Hij deed een plotse
linge uitval en wist die van Peter heel
hard te bijten.
Ja, Peter's djangkrik had verloren, hij lag
wanhopig op de grond te spartelen en
wilde niet meer vechten. Peter keek erg
boos, terwijl Moesa vlug zijn djangkrik
oppakte en in zijn kokertje stopte. Toen
ging Moesa weg.
De gewonde djangkrik bleef op de grond
liggen. Hij maakte geen geluid maar be
woog krampachtig met romp en pootjes.
Peter stond op en zette plotseling zijn
voet op het lijfje en trapte het plat.
Els begon opeens te snikken en liep hard
weg. Peter achter haar aan. Na een
poosje vroeg hij: "Waarom huil je?" "Ik
huil niet", zei Els, "de djangkrik huilt!"
D.A.V.
17